100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kennis Tweedetaalverwerving $4.84   Add to cart

Summary

Samenvatting Kennis Tweedetaalverwerving

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

In deze samenvatting van 14 bladzijdes wordt hoofdstuk 1 t/m 10 van Kuiken, F., & Vermeer, A. (2013). Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs (derde druk). Utrecht: Thieme Meulenhoff, samengevat.

Preview 2 out of 14  pages

  • October 12, 2023
  • 14
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Tentamen: Tweedetaalverwerving

Hoofdstuk 1 Inleiding

-Tweedetaalverwerving= kinderen die thuis een andere taal dan Nederlands spreken. De
Nederlandse taal wordt opgepikt door verschillende situaties waarin Nederlands gesproken wordt,
bijvoorbeeld tv-kijken of tijdens het spelen.
-Tweedetaalleren= Situaties op school waarin Nederlands wordt geleerd, bijvoorbeeld als de juf de
betekenis van moeilijke woorden uitlegt.

-Onderinstromers= kinderen die vanaf de kleuterklas al op een Nederlandse school zitten.
-Neven- of zij-instromers= kinderen die later op een Nederlandse school zijn gekomen.

-Bij het onderwijs aan NT2-leerlingen gaat het vooral om: Doelen, Didactiek en Differentiatie.
 Doelen= wat ga je ze leren.
 Didactiek= hoe ga je het ze leren.
 Differentiatie




1

, Hoofdstuk 2 Ontwikkeling van mondelinge vaardigheden

-Taaldominatie= Vaak spreekt het kind één van de twee talen veel beter, het is dan dominant.
-Taaldominatie kan verschuiven over de jaren. Een kind kan de eerste 4 jaar alleen maar Pools horen,
dan is dat dominant. Als ze na die vier jaar nooit meer Pools spreekt en alleen Nederlands is
Nederlands dominant.
-Verschuiving kan ook plaatsvinden onder migranten, hoe meer generaties hoe minder de
oorspronkelijke taal wordt gesproken.

-Stille periode= De periode dat tweedetaalverwervers niets zeggen, maar toch actief luisteren en
daardoor bezig zijn met de taal te leren.
-Kinderen die pas na een lange stille periode iets gaan zeggen, zijn dan vaak even ver in hun
taalontwikkeling als kinderen die maar een korte stille periode hebben. Ze houden de verworden taal
voor zich.
-Kinderen die langere tijd stil zijn geweest praten daarna vaak meteen meerwoordzinnen.

-Tot in de jaren zeventig gingen veel mensen ervan uit dat taalleren niet principieel verschillend was
van ander leren (behaviorisme van Skinner) werd taalleren gezien als een proces van
gewoontevorming waarin, een belangrijke rol speelde:
 Imitatie: nazeggen
 Reïnforcement (bekrachtiging): zeggen dat ze het goed doen
 Transfer: van T1-gewoontes naar T2-gewoontes (1 ste taal, 2de taal).

-Interferentie= Het maken van fouten onder invloed van de eerste taal.
-Interfenetiehypothese= Opvatting die stelt dat fouten in de NT2 beïnvloed worden door de NT1,
verschillen tussen de NT1 en NT2 worden beschouwd als leerproblemen.
-Contrastieve analyse= Toegepaste taalwetenschap die zich bezighoudt met het in kaart breng van
verschillen tussen talen.

-Tussentaal= noodzakelijke stappen om Nederlands te leren (ik vallen, ik vielde, ik valde).
-Universalistische taalverwervingsypothese= van het voorbeeld hierboven verschelen d eerste- en
tweedetaalverwerving niet van elkaar. Het zijn universele processen, taalontwikkelingsfouten die
veroorzaakt worden door de specifieke problemen die het Nederlands kent.

-Overgeneralisatie= de regel wordt toegepast in alle gevallen (bij. -n achter een meervoud).
-Creatieve constructie= de taalverwerver is geen imitator, maar een creatieve bouwer aan de nieuwe
taal.
-interactionele benadering= het taalaanbod van een interactie met moedertaalsprekers speelt een
grote rol in het tweedetaalverwervingsproces (plaatjes van het woord).
-Outputhypothese= taalverwervers die gedwongen worden de tweede taal te sprkeen gaan bewuster
om met de vormelijke kenmerken in het aanbod dat ze krijgen. Hoe meer en hoe vaker ze
gedwongen worden in de tweede taal te praten hoe meer ze die regels kunnen uitproberen en
bijschaven. Hiervoor moeten ze wel feedback krijgen.

-Aanbodfrequentie en herhaling= woorden die kinderen vaak horen leren ze als eerste en hebben
een positief aanbod op taalverwerving.
-Receptief= het kind verstaat, begrijp en weet.
-Productief= het kind spreekt het uit en zegt het.
-Taalbegrip betekent nog niet automatisch taalproductie




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimbronswijk23. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.84  1x  sold
  • (0)
  Add to cart