Operante conditionering= observeerbaar gedrag, vrijwillig gedrag dat vertoond wordt om
invloed uit te oefenen op de omgeving. Consequenties uit de omgeving (bekrachtigen of
straffen) zijn van invloed op het gedrag dat eraan vooraf gaat.
Thorndicke: trial-and-error, uitproberen en leren van fouten om zo een oplossing te vinden.
Wet van effect, idee dat reacties die de gewenste resultaten producereen, worden
aangeleerd. Leren wordt. Geleid door het effect dat een bepaald gedrag heeft.
Inzichtelijk leren= cognitief proces waarbij het oplossen van problemen plaatsvindt door een
reorganisatie van percepties.
Köhler: apen zijn net als mensen in context. Inzichtelijk lern
Tolman: cognitieve plattegrond, mentale presentatie van een doolhof/fysieke ruimte.
Latent leren= leren zonder bekrachtigingen/bewijs dat er een leerproces plaatsvindt.
Sociaal leren= cognitief proces waarbij nieuwe responsen worden aangeleerd door naar
andermans gedrag en de consequenties van dat gedrag te kijken.
Bandura: leren door imitatie/verbale instructies uit te voeren. Kinderen leren niet passief,
maar actief. Leren gaat niet gepaard met veranderingen van gedrag. Leren door observatie.
Nieuwe leren= leermethode dat er van uit gaat dat individuen van ‘nature’ willen leren.
Toename interesse en leergierigheid.
Long-term-potention= biologisch proces waarbij het vuren in de synapsen van groepen
zenuwcellen toeneemt.
Neuro: organisatie van ons brein
Evolutie: dierlijk leren, overleving
Psychodynamisch: onbewust geheugen, verdringing
Humanisme: leven door zelfverwezenlijking
Nativisten= bepaalde aangeboren principes sturen wat je wel of niet kan leren.
Emperisten= buitenwereld is noodzakelijk omdat daar de feiten/gebeurtenissen liggen die
wel in ons kennisbestand staan.
Piaget: kennisbestand bestaat uit cognitieve schema’s. Processen waar assimilatie en
accommodatie spelen een belangrijke rol.
H7
Prenatale periode= ontwikkelingperiode voorafgaand de geboortje.
1. Zygote, bevruchte eicel
2. Embryo, ongeboren kind gedurende de eerste 8 weken na de conceptie-geslacht.
3. Foetus, ongeboren kind in de periode tussen de embryonale stadia en wanneer de
geboorte- reflexen ontstaan.
Gevaren:
- Placenta= orgaan dat het embryo en later de foetus scheidt van de moeder, barriére
bloedbaan.
, - Teratogeen= substantie uit de omgeving die schade kan toebrengen aan het ongeboren
kind.
- Foetaal alcoholsyndroom (FAS)= aantal fysieke/mentale problemen die voorkomen bij.
kinderen wies moeder alcohol heeft gedronken tijdens de zwangerschap.
Neontale periode= eerste maand na de geboorte
Aangeboren reflexen: houding, grip, zuigen, stap
Sensorische vaardigheden: smaak, oogcontact, kleuren en zintuigen.
Sociaal: imitatie.
Spiegelneuronen= zenuwcel die geactiveerd wordt als je een handeling uitvoert, maar ook
als je iemand anders een handeling ziet uitvoeren.
Infancy= zuigelingentijd, periode tussen het einde van de neontale periode en het moment
dat het kind kan praten (18m - 2 jr).
Emotionele ontwikkeling
Synaptic pruning= ongebruikte verbindingen gingen in de hersenen verloren en
neuronen worden beschikbaar voor toekomstige ontwikkeling
Rijping, genetisch leash
Kruipen, lopen, groeien
Contactsteun, aanraking moeder
Taalvaardigheid
Hechting
Inprenting, primitieve vorm van leren waarbij sommige jonge dieren zich hecten aan
het eerste bewegende object:
- veilige hechting
- verlatingsangst
- angst-ambivalente, huilen
- angstig-vermijdende, geen emotie
Pyschosociale stadia, volgens Erikson, waarin individueel ontwikkelingsproblemen ervaart.
0,1 – 1,5 jr. Vertrouwen VS wantrouwen
veiligheid, onzekerheid, angst
1,5 -3 jr. Autonomie VS schaamte/twijfel
controle tegen eigen lichaam
3 – 6 jr. Initiatief VS schuld
vertrouwen in jezelf
6 – puber Vlijt VS minderwaardigheid
acceptatie
Adolescentie Identiteit VS rolverwarring
tevreden zijn
Vroeg volwassen Intimiteit VS isolement
betrokkenheid
Middelbare leeftijd Zorg volgende generatie VS stagnatie
gericht op de toekomst
Ouderdom Integriteit VS wanhoop
compleetheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noabins. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.59. You're not tied to anything after your purchase.