Diabetes heet ook wel suikerziekte in de volksmond. De officiële naam is diabetes mellitus.
Diabetes mellitus betekent letterlijk zoete doorloop. Het ‘zoet’ slaat op de grote hoeveelheid glucose die
in de urine zit en de ‘doorloop’ heeft betrekking op de enorm hoeveelheid urine die er geproduceerd
wordt. Er is sprake van een niet- gereguleerde bloedsuikerspiegel door een absoluut of relatief
insulinetekort. Daarnaast is het mogelijk dat lichaamsvetten worden afgebroken met als gevolg een
overmaat aan vetzuren die aanleiding geven tot verzuring (acidose): er zijn twee typen diabetes
mellitus:
Type I
Het insulineafhankelijke type, ook wel diabetes type 1 of jeugddiabetes
Het niet-insulineafhankelijke type diabetes, ook wel diabetes type 2.
Absoluut insuline te kort, de alvleesklier maakt geen insuline aan.
Dus insulineafhankelijk via medicatie.
Type II
Auto-immuniteit tegen de β-cellen van de pancreas
Relatief insuline te kort, of de alvleesklier maakt minder insuline aan dan nodig is, of
de weefsels zijn ongevoelig voor de werking van insuline. Dit laatste wordt insulineresistentie
genoemd. Als er te weinig of geen insuline wordt geproduceerd, is het gevolg hiervan een
hyperglykemie (te hoog suikergehalte in het bloed).
Bij milde vormen op te lossen door leefstijladviezen
Orale anti-diabetische middelen, soms insuline nodig
Het RIVM beschrijft dat er in 2007 ruim 668.000 Nederlanders waren met diabetes. Hiervan had ongeveer
90% type 2. Bij jonge cliënten gaat het wel voornamelijk om type 1. Hoewel het aandeel van type 2-
diabetes onder kinderen slechts 2% bedraagt, stijgt het aantal kinderen met diabetes type 2.
Symptomatologie
Opvallende verschijnselen van diabetes treden op wanneer er sprake is van een hyperglykemie (te hoof
bloedsuiker) of een hypoglykemie (te laag bloedsuiker). Hyper- en hypoglykemie komen voor bij nog niet
gediagnosticeerde cliënten, maar ook bij de cliënten die ontregeld zijn. Ontregeling kan bijvoorbeeld
ontstaan door ziekte, zoals griep.
Van een hyperglykemie is sprake als het nuchtere bloedsuiker hoger is dan 15 mmol/liter.
(Normaalwaarde 4-7 mmol/liter).
De verschijnselen van een hyperglykemie kunnen per cliënt verschillen, maar de meest voorkomende
klachten zijn:
Dorst
Polyurie (veel plassen)
Droge mond
Vermoeidheidsklachten
Vaag en wazig zien;
Snel en diep ademhalen (kussmaul-ademhaling)
Ademhaling die naar aceton ruikt (zoeteappeltjesgeur)
Niet alle genoemde klachten treden altijd op. De ernst van de hyperglykemie bepaald mede de ernst van
de klachten. Door de hoge glucosespiegel gaan de nieren glucose uitscheiden. Door de glucose-
uitscheiding wordt veel vocht aan het lichaam onttrokken. Er is dan sprake van polyurie. Het gevolg
daarvan is dat de client een enorm dorstgevoel ontwikkelt en veel gaat drinken (polydipsie). Verder geeft
hyperglykemie een verhoogde kans op infecties. Urineweginfecties, schimmelinfecties bij de vagina en
balanitis (ontsteking van de glanspenis). Komen vaak voor bij mensen met diabetes, ook als zij nog niet
zijn gediagnostiseerd. Bij een zich ontwikkelende diabetes type 1 zal de client, ondanks goed eten,
vermageren. Dit is te wijten aan het feit dat door de uitscheiding van glucose veel energie verloren gaat.
Hierdoor gaat het lichaam over op vetverbranding en vermagert de client. Bij een verhoogde
, vetverbranding ontstaan ketonen. Dit zijn zuren. Bij een ernstige hyperglykemie zal het lichaam verzuren,
er is sprake van een lagere pH van het lichaam (<7,25), een metabole acidose. Het lichaam zal proberen
het verzuren te compenseren door via de ademhaling koolzuur uit de ademen (respiratoire compensatie).
Bij een ontwikkelde diabetes type 2 blijft het gewichtsverlies vaak uit of wordt verdoezeld door het
overgewicht.
Oorzaken voor een hyperglykemie bij een gediagnosticeerde client kunnen zijn:
Eten en drinken van te veel suiker of koolhydraten
Niet op tijd of onvoldoende medicijnengebruik
Minder lichaamsbeweging dan gebruikelijk
Stress
Ziekte
Gebruik van glucose verhogende medicijnen.
Symptomen:
Diabetes 1: Diabetes 2:
• Veel dorst Veel dorst en last hebben van een droge mond.
• Veel plassen Veel plassen.
• Afvallen terwijl de eetlust goed Veel moe zijn.
is Last van ogen, zoals rode
• Zwakte/spierpijn en branderige ogen, wazig zien, dubbelzien of slecht z
• Erg moe en/ of prikkelbaar ien.
• Misselijk Slecht genezende wondjes.
• Overgeven Kortademigheid of pijn in de benen bij het lopen.
• Wazig zien Infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontstek
ing.
Etiologie
Over het ontstaan van diabetes mellitus is nog niet alles bekend. We weten we dat bepaalde factoren een
rol spelen. Zo staat vast dat erfelijkheidsfactoren mede de aanleg voor diabetes bepalen. Bij het ontstaan
van diabetes type 1 is er sprake van een auto-immuun ziekte. Het immuunsysteem keert zich tegen de
bètacellen in de pancreas. Deze bètacellen zijn verantwoordelijk voor de productie van insuline. Wanneer
ongeveer 90% van deze cellen is vernietigd, worden de symptomen van diabetes zichtbaar. De precieze
oorzaak voor deze auto-immuunreactie is niet bekend. Mogelijke oorzaken zijn: erfelijke aanleg en
virusinfectie. Door de virusinfectie kan een immuunreactie opgewekt worden die het lichaam aanzet tot
het vernietigen van de eigen cellen. Daarnaast kan diabetes ontstaan als gevolg van andere aandoeningen
die de pancreas beschadigen zoals pancreatitis. Tijdelijke diabetes kan ontstaan door het gebruik van
corticosteroïden.
Het is bekend dat een ongezond eetpatroon, te weinig bewegen en overgewicht het risico op diabetes
type 2 verhogen. Bij overgewicht neemt de kans op insulineresistentie toe. Van de mensen met diabetes
type 2 heeft 80% sterk overgewicht. Toch heeft van de mensen met sterk overgewicht slechts een kwart
diabetes. Bij het ontstaan van diabetes gaat het waarschijnlijk om een combinatie van erfelijke aanleg,
aangeleerde gewoonten en leeftijd.
Zwangerschap kan diabetes uitlokken (relatief tekort aan insuline). Diabetes die tijdens de zwangerschap
ontstaat kan verdwijnen. In sommige gevallen is de zwangerschapsdiabetes een voorbode van diabetes
type 2 op latere leeftijd. Mogelijk speelt bij type 2 erfelijkheid een rol. In sommige families komt deze
vorm van diabetes veel voor. Welke gen hiervoor verantwoordelijk is, is echter niet bekend.
Pathologie en pathofysiologie
Welke afwijkingen in de (microscopische) anatomie zijn er? En welke functieverstoringen?
Welke complicaties voor het functioneren van de patiënt als geheel kun je verwachten?
(Ga uit van de normale anatomie en fysiologie van het aangedane deel van het orgaansysteem en maak
vanuit dit normale de overstap naar het afwijkende.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquevledder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.45. You're not tied to anything after your purchase.