Een handige samenvatting van het vak ontwikkelingspsychologie. Test jezelf! Het is een vragende samenvatting van het gehele boek. Hierdoor onthoud je de stof beter en test je meteen je kennis. Ik behaalde hiermee een 8.1.
Vragende samenvatting Ontwikkelingspsychologie
1. Wat is de definitie van ontwikkeling?
ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus
van differentiatie en functioneren leiden.
2. Wat zijn de drie kenmerken van ontwikkeling?
- een getrapt proces: elke volgende trede staat op een hoger niveau
- rijping door groei (klein groot) en differentiatie (eenvoudig complex)
- leren: het verwerven van kennis en vaardigheden door ervaring
3. Met welke twee fundamentele kwesties houdt ontwikkelingspsychologie zich bezig?
- Welke psychologische toestanden doorloopt een individu tijdens zijn ontwikkeling?
- Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene naar de andere
toestand?
4. De kinder- en jeugdjaren worden in verschillende periodes ingedeeld. Welke?
- De babyperiode 0-12 maanden
- De peuterperiode 1-4 jaar
- De kleuterperiode 4-6 jaar
- De schoolperiode 6-12 jaar
- De adolescentie 12-18 jaar
5. Wat is het tabula rasa-principe en wie presenteerde dit principe?
De filosoof Locke (1632-1704) presenteerde het tabula rasa-principe, wat betekent dat elk
kind als een onbeschreven blad ter wereld komt en wordt gevormd door zijn ervaringen.
Een strikte opvoeding zou leiden tot optimale zelfdiscipline en vorming van de geest.
6. Wat was de opvatting van de filosoof Rousseau? (1712-1778)
Hij zag het kind als een actief en onderzoekend wezen. Het kind zou slechts respect, ruimte
en stimulans nodig hebben en zo min mogelijk correctie voor een optimale ontwikkeling.
7. Waar stond Charles Darwin voor? (1809-1882)
De evolutietheorie. Hij observeerde zijn zoon gedurende diens eerste drie levensjaren.
8. Waar stond de arts Sigmund Freud voor? (1856-1939)
Hij ontwikkelde de psychoanalyse, een controversiele maar heel invloedrijke theorie over de
persoonlijkheidsontwikkeling en psychische processen.
9. Wat was een van de belangrijkste standpunten van Sigmund Freud?
Levenservaringen uit de vroege kinderjaren hebben grote invloed op het gedrag en de
persoonlijkheid van de volwassene. Ook vestigde hij aandacht op de rol en ontwikkeling van
seksualiteit bij kinderen.
10. Waar staan het Es, het Ich en het Uber-ich voor?
- Es: driften, met als doel bevrediging van deze driften
, - Ich: ook wel het ego genoemd. Ontstaat door de confrontatie met de omgeving en
vertegenwoordiger van het realistische element in de persoonlijkheid. Zet driften om in
acceptabel gedrag
- Uber-ich: ook wel het super-ego genoemd. Onze innerlijke rechter, morele standaard of ons
geweten.
11. Freud onderscheidde de volgende ontwikkelingsstadia:
- Orale fase: 0-1 jaar. De mond is de erogene zone.
Het Es is sterk aanwezig en er bestaat een sterke orale behoefte die de baby wil bevredigen
- Anale fase: 1-3 jaar. De anus is de erogene zone.
Het Ich komt in actie wanneer het kind aan de wens van de ouders om zindelijk te worden
gehoorzaamd.
- Fallische fase: 3-6 jaar. Het genitale gebied is de erogene zone. (masturbatie)
Het Uber-ich komt tot ontwikkeling wanneer het kind zich identificeert met de ouder en diens
morele waarden.
- Latentiefase: 6-12 jaar. Het kind onderdrukt de seksualiteit of kanaliseert het. Het is de stilte
voor de storm van de puberteit
- Genitale fase: vanaf 12 jaar. De genitale zone wordt door de lichamelijke veranderingen een
centrum van erotische genoegens. De puberteit begint en de puber gaat op een seksuele
verkenningstocht.
12. Wat houdt het Oedipuscomplex en het Electracomplex in, en in welk ontwikkelingsstadium
van Freud kwam dit voor?
- Oedipuscomplex: castratieangst (bij jongens)
- Electracomplex: penisnijd (bij meisjes)
Beide kunnen voorkomen in de Fallische fase, 3-6 jaar.
13. Wat is het belangrijkste uitgangspunt van cognitieve ontwikkelingstheorieen?
Gedrag is een weerspiegeling van het denk- en kennisniveau.
14. Wie was de grondlegger van het cognitieve ontwikkelingsmodel en waar stond dit model
voor?
Jean Piaget (1896-1980). Hij beschouwde intelligentie als levensfunctie die mensen in staat
stelt zich aan te passen aan hun omgeving. Bouwstenen van de intelligentie zijn volgens hem
schema’s, oftewel, cognitieve structuren.
15. Wat is volgens Piaget de eerste functie van intelligentie?
Het organiseren van de beschikbare schema’s in samenhangende complexere systemen of
kennisgebieden.
16. Wat kunnen sdeze schema’s bevatten?
Schema’s kunnen zowel verwijzen naar handelingen als gedachten, en ze zijn flexibel.
17. Hoe worden de schema’s van Piaget bijgesteld?
Door ervaring en rijping, dit kan op twee afwisselende manieren gebeuren, namelijk door
, middel van assimilatie en accommodatie
18. Wat betekenen assimilatie en accommodatie?
- Assimilatie: de nieuwe ervaring wordt binnen een bestaand schema ingepast
bijv.: elk gebouw is een huis
- Accommodatie: het schema wordt veranderd op basis van de nieuwe ervaring
bijv.: er zijn verchillende soorten gebouwen, zoals kantoor, school, ziekenhuis enz.
19. Wat is het ‘black-box-model’?
In het behaviorisme gaat men uit van het ‘black-box-model’, waarbiij het interne leeprroces
niet wordt bestudeerd. Men kijkt alleen naar de waarneembare zaken, ofwel het gedrag.
20. Wat betekent ‘operationaliseren’?
Eigenschappen zodanig ‘vertalen’ dat er meetbare gegevens aan gekoppeld kunnen worden.
Bijvoorbeeld agressie schoppen, slaan enz.
21. Hoe kun je gegevens over kinderen en hun ontwikkeling verzamelen?
- Observatie (strikte privacyregels, natuurlijke omgeving of laboratoriumexperiment)
- Interviews (open of gesloten)
- Vragenlijsten
- Dwarsdoorsnede-onderzoek (op specifiek moment meetresultaten vergelijken van kinderen
van verschillende leeftijden)
- Longitudinaal onderzoek (op minstens twee verschillende tijdstippen meetresultaten
vergelijken van kinderen van dezelfde leeftijd)
22. Wat is het verschil tussen ‘nature’ en ‘nurture’?
Nature: aanleg
Nuture: omgeving
23. Hoe noem je aanhangers van de nature-kant en aanhangers van de nuture-kant?
Nature-kant: nativisten
Nurture-kant: omgevingspsychologen
24. Waren Freud en Piaget nativisten of omgevingspsychologen?
Nativisten, zij maakten immers onderscheid tussen bepaalde leeftijdsfasen.
25. Wie waren de drie belangrijkste vertegenwoordigers van het Behaviorisme, en waar
stonden zij voor?
- Watson: Klassieke conditionering, geinspireerd door Pavlov. (experiment peuter Albert)
- Skinner: Operante conditionering, de consequentie van het gedrag bepaald uiteindelijk het
resultaat
- Bandura: Observationeel leren, voorstander van de sociale leertheorie (modeling: leren
door imitatie)
26. Wat houdt de sociale leertheorie in?
Hierbij ligt de nadruk op de mens als cognitief wezen, die kennis en inzicht kan gebruiken om
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kgulik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.