Dit document bevat alle stof die in 2023 geleerd moest worden voor het eindexamen Bedrijfseconomie. Ik heb er zelf een 7.0 mee gehaald en mijn medeleerlingen waren erg happy met de samenvatting. Alles staat op een rijtje en heb ik er zelf ingezet, dus is echt alles staat erin, want ik vond alles la...
Bepalen van doelstellingen
Plannen = gedetailleerde uitwerking van doelstellingen
Organiseren = scheppen van doelmatige verhoudingen tussen mensen, middelen en
handelingen.
Geven van leiding = opdrachten en hulp
Controleren
Omzet = opbrengst in euro’s = afzet x verkoopprijs
Ongewogen rekenkundig gemiddeld = waarde van de verschillende waarnemingen optellen en delen
door het aantal waarnemingen
Gewogen gemiddelde = verschillende waarden van de verschillende waarnemingen
vermenigvuldigen met het gewicht daarvan.
2.4 – tabellen en grafieken
Tabel = overzicht waarmee we de ontwikkeling van een bepaalde grootheid laten zien.
Kolom = onder elkaar geplaatste getallen of gegevens
Rij = horizontaal geplaatste getallen of gegevens
Tabel met enkele ingang = waarbij de gepresenteerde gegevens betrekking hebben op 1 kenmerk.
Tabel met meerdere ingangen = gepresenteerde gegevens hebben betrekking op meerdere
kenmerken.
Vierkantscontrole = tel de waarden van de kolommen en rijen op. Bereken het totaal en die moeten
aan elkaar gelijk zijn.
Lijndiagram = verschillende punten verbonden door een lijn
Staaf diagram = ontwikkeling van bepaalde grootheid in de tijd
Gekoppelde staafdiagram = meerdere grootheden in staven naast elkaar
,2.5 – Indexcijfers
Gebruik je om de ontwikkeling duidelijk te maken.
Je geeft weer wat de waarde van een getal is ten opzichte van de basisperiode.
Formule = cijfer dat gevraagd wordt / cijfer basisjaar x 100 = indexcijfer
Omzet = afzet x prijs
Afzet = omzet / prijs
Prijs = omzet / afzet
Indexcijfer omzet = indexcijfer afzet x indexcijfer prijs / 100
Indexcijfer afzet = indexcijfer omzet / indexcijfer prijs x 100
Indexcijfer prijs = indexcijfer omzet / indexcijfer afzet x 100
Hoofdstuk 3 – balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit
Balans
Debet Credit
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Vreemd lang vermogen (langer dan 1 jaar)
Liquide middelen Vreemd kort vermogen (minder dan 1 jaar)
Kapitaal goederen = bezittingen van een onderneming
Vaste activa = gaan meer dan 1 productieproces mee.
Vlottende activa = gaan maar 1 productieproces mee.
- Liquide middelen = kunnen we mee betalen
Vermogen dat de eigenaar zelf in de onderneming inbrengt / permanent vermogen
Vreemd vermogen (tijdelijk vermogen = moet afgelost worden)
Vermogen dat anderen aan de onderneming beschikbaar stellen
Kredietplafond = bedrag dat een onderneming maximaal rood mag staan.
Debetkant balans = op welke wijze het beschikbare vermogen in de onderneming is geïnvesteerd,
welke kapitaalgoederen met het vermogen zijn gekocht.
Creditkant balans = hoe de onderneming het benodigde vermogen voor de financiering van de
kapitaalgoederen heeft verkregen.
Een overzicht van de kosten en de opbrengsten van een onderneming over een bepaalde periode.
Scontrovorm = de opstelling van de winst-en-verliesrekening met een debetkant en een creditkant
Paginavorm = de opstelling van de winst-en-verliesrekening met de opbrengsten en kosten onder
elkaar.
3.4 – Balans, winst-en-verliesrekening en liquiditeit
,Liquiditeit = verwachte ontvangsten / uitgaven
Liquiditeitsbegroting = een overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven.
Hoofdstuk 5 – Verzekeren, studeren, sparen en lenen
Je kunt als bedrijf of als personen veel risico’s lopen.
Tegen sommige risico’s kun je een verzekering afsluiten.
Als het risico plaatsvindt, betaalt de verzekeraar de schade aan de verzekeringnemer.
Tegen een premie verzekert de verzekering.
Verzekeren kan alleen bij een onzeker voorval
Verzekeren kan bij een zeker voorval waarbij het moment onbekend is.
Schadeverzekeringen
Uitkering als er schade is
Niet meer dan de geleden schade.
Brandverzekering : dekt de schade die ontstaan is bij brand, schade door inbraak, water- en
stormschade en diefstal.
- Maximaal uitgekeerde bedrag is gelijk aan de verzekerde som (het verzekerde bedrag in
de polis)
- De verzekerde som en dus ook de premie groeien mee met de algemene prijsstijgingen
in de loop van de jaren.
Transportverzekering : een onderneming verzekert zich voor de financiële gevolgen van
schade tijdens het transport.
- Imaginaire winst = de verwachte winst die de ondernemer dacht te maken met de
goederen.
Bedrijfsschadeverzekering : dekt de financiële gevolgen door bedrijfsstilstand als gevolg van
brand, stormschade enz. De uitkering wordt bepaald door het bedrag van de kosten (huren,
lonen en rente) die bij stilstand van het bedrijf gewoon doorgaan.
Kredietverzekering : afdekken van een risico dat de uitstaande vorderingen niet krijgt. (op
rekening betalen).
- Verkoper moet zelf ook altijd een deel van het kredietrisico dragen.
- Kredietlimiet = Maximum kredietbedrag waarvoor de kredietverzekeraar garant staat.
- Exportkredietverzekering = beperkt het risico dat buitenlandse afnemers niet betalen.
- Commercieel risico = risico dat de afnemer zijn schuld niet kan of wil betalen.
- Politieke risico = er komt geen geld ons land binnen doordat de politiek in het land van
de debiteur het overmaken van geld blokkeert.
- Herverzekeren = exportkredietverzekeraar verzekert het risico ook zelf weer geheel of
gedeeltelijk.
Productaansprakelijkheidsverzekering : de schadelijke gevolgen van producten kunnen groot
zijn, dus ook de schadeclaims. Om die betalen sluit een producent een
productaansprakelijkheidsverzekering af.
Aansprakelijkheidsverzekering : Schuldletsel aan personen of schade aan zaken door anderen
gedaan. (risico van aansprakelijkheid)
Rechtsbijstandverzekering : de verzekeringsmaatschappij staat een persoon of onderneming
bij, bij juridische geschillen. (door natura of geld)
Schaderegelingen
Schadebedrag = de waarde van de goederen die verloren zijn gegaan.
, Gezonde waarde = waarde van alle verzekerde goederen op het moment juist voordat de
schade ontstaat.
Verzekerde som = waarde waarvoor alle goederen verzekerd zijn.
Verzekeringsbreuk = Verzekerde som / gezonde waarde
Schade-uitkering = verzekerde som / gezonde waarde x schadebedrag
Als de verzekeringsbreuk groter is dan 1 wordt het afgerond naar 1.
Oververzekering = verzekering waarbij de verzekerde som hoger is dan de gezonde waarde.
Onderverzekering = verzekering waarbij de verzekerde som lager is dan de gezonde waarde.
Onderverzekeringsbreuk = de breuk verzekerde som / gezonde waarde kleiner is dan 1.
Premier risqueverzekering = Verzekering waarbij (ondanks onderverzekering) geleden schade geheel
wordt uitgekeerd, met als maximum de verzekerde som.
5.3 – Sommenverzekeringen
Uitkering als een bepaald moment zich voordoet (pensioen)
Vaak afgesproken bedrag.
Verzekering waarbij de uitkering door de verzekeraar afhankelijk is van het moment dat
verband houdt met het leven of sterven van een persoon.
Polis = akte waarin de verzekeringsovereenkomst wordt opgenomen.
Levensverzekering = verzekeraar, de verzekeringnemer, de verzekerde en de begunstigde.
Koopsom = de kosten van de afgesloten verzekering worden niet betaald via periodieke premies
maar door middel van een bedrag ineens.
Lijfrenteverzekering = gaat het om een reeks van bedragen. Begunstigde ontvangt vanaf een
bepaalde datum tot het moment van overlijden een periodieke uitkering.
Pensioenverzekering = Verzekering die vaak als aanvulling op de AOW wordt afgesloten en die leidt
tot een periodieke uitkering vanaf het moment dat begunstigde een bepaalde leeftijd bereikt.
Beschikbare-uitkeringssysteem = loondiensttijdsysteem waarbij de uitkering afhankelijk is van de
afgedragen premies gedurende de periode dat de begunstigde aangesloten is geweest bij een
bepaald pensioenfonds.
Compagnonsverzekering (vof) = een levensverzekering op het leven van de vennoten. Op het moent
van overlijden van 1 van de vennoten met het door de verzekeringsmaatschappij uitgekeerde bedrag
de erfgenamen van de overleden vennoot te kunnen uitkopen.
Ook bij een maatschap komt dit voor. 2 of meer personen zijn eigenaar maar ze oefenen onder
gemeenschappelijke naam een beroep uit => maten.
5.4 – kiezen voor een opleiding
Human capital = investering in menselijk kapitaal. Tijdelijk afzien van inkomen om later meer
inkomen te krijgen.
Permanente educatie / lifelong learning = levenslang leren om je vak bji te houden en nieuwe
methoden en technieken te leren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marilnepeekstok. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.