samenvatting het Nederlandse recht een Maastrichtse inleiding editie 2017 Ellen Hardy, Ton Hartlief, Aalt Willem Heringa, Gerrit van Maanen, Gerard Mols, Sofie Polleunis, Jan Smits, Wytze van der Woude, Fokke Fernhout
Common law
Dit type recht komt voor in de Verenigde Staten. De grondgedachte van
deze rechtstelsels is sterk natuurrechtelijk. Dit houdt in dat de primaire
rechtsbron de rechtspraak is.
Civil law
In civil law-landen staat de codificatiegedachte voorop. Die gedachte
houdt in dat het recht uitputtend moet worden vastgelegd in wetboeken.
De burger moet niet in onzekerheid verkeren over de inhoud van het
recht. Dit leidt tot wetboeken als het Wetboek van Strafrecht, het
Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Strafvordering. Wet voorop,
jurisprudentie later.
1
,Rangorde
Artikel 94 GW geeft aan dat internationale regels voor gaan. Nederlands
recht dat daarmee in strijd is moet buiten toepassing blijven. Zelfs voor
wetten in formele zin en ook voor de Grondwet. Voor het overige zijn
wetten in formele zin onaantastbaar. Ook bij rechtspraak is er een
rangorde. Hoe hoger de rechter, hoe meer gezag haar uitspraak heeft.
Lex superior derogat lege inferiori; de hogere regel gaat voor de lagere
Lex posterior derogat lege anteriori; de nieuwe regel gaat voor de oudere
Lex specialis derogat lege generali; bijzondere wet gaat voor de algemene
Rechtssubject
Een rechtssubject is een drager van rechten en plichten. Verdeeld in twee
categorieën: natuurlijke personen en rechtspersonen. Natuurlijke
personen zijn mensen van vlees en bloed en rechtspersonen zijn
organisatorische verbanden als NV’s BV’s etc.
Rechtsfeit
Een feit waaraan het recht een rechtsgevolg verbindt wordt een rechtsfeit
genoemd. 16 jaar worden bijvoorbeeld, betrokkene krijgt de bevoegdheid
om een testament op te maken.
Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling waaraan het recht het door de
betrokkene beoogde rechtsgevolg verbindt, omdat de betrokkene dat
gevolg ook op het oog had.
Verbintenissen Boek 6 BW
Natuurlijke verbintenissen Verbintenissen met rechtsvordering
(art. 6:3 BW)
,Vernietigbaarheid
Vernietigbaarheid heeft betrekking op rechtshandelingen. Wanneer een
rechtshandeling door een vernietiging wordt ‘geannuleerd’ betekent dat
dat die rechtshandeling voor het recht nooit bestaan heeft. De vernietiging
heeft dus terugwerkende kracht.
Nietigheid
Als een rechtshandeling nietig is, is het er nog erger mee gesteld dan bij
vernietigbaarheid. Een nietige rechtshandeling heeft in het geheel nooit
bestaan, ook niet tijdelijk. Nietigheid wordt vooral gebruikt als wie door de
rechtshandeling benadeeld wordt, zonder enige twijfel moet worden
beschermd of wanneer de openbare orde in het geding is.
Ontbinding
Ontbinding is alleen mogelijk bij overeenkomsten. Ontbinding houdt in dat
de overeenkomst ophoudt te gelden en dat wat al ter uitvoering van de
overeenkomst is gepresteerd, ongedaan moet worden gemaakt.
Ontbinding heeft geen terugwerkende kracht.
Verjaringstermijnen en vervaltermijnen
Op verjaringstermijnen moet door de partij een beroep worden gedaan.
Gebeurt dat niet dan wordt met de verjaring geen rekening gehouden.
Vervaltermijnen zijn van openbare orde en moeten door de rechter
ambtshalve worden toegepast. Verjaringstermijnen kunnen worden
gestuit, bij vervaltermijnen kan dat niet. Door stuiting stopt het verder
verstrijken van de termijn en begint de termijn opnieuw.
Hoofdstuk 2 Nederlands recht in een internationale context
Verdragen
Het internationale recht heeft grotendeels betrekking op staten. Staten
binden zich ten opzichte van elkaar in verdragen. Wanneer staten ten
opzichte van elkaar verplichtingen aangaan dan staat de burger daar in
beginsel buiten. Burgers worden indirect geraakt door wat er in een
verdrag wordt afgesproken aangezien na goedkeuring de staat zich
definitief bindt door het verdrag te ratificeren. Sommige verdragen hebben
wel betrekking op burgers, deze kennen bijvoorbeeld rechten toe aan
individuele burgers (EVRM)
Dualisme
Dualisme ziet de nationale en internationale rechtssfeer strik gescheiden.
Er is geen doorwerking van het internationale recht en het internationale
3
, recht moet eerst worden omgezet in nationaal recht voordat het door de
burger kan worden ingeroepen.
Monisme
Monisme ziet de nationale rechtsorde en de internationale rechtsorde als
één geheel. Er vindt rechtstreekse doorwerking plaats in het nationale
recht en voor zover de desbetreffende bepalingen zich daarvoor lenen
kunnen burgers er een beroep op doen. Niet iedere bepaling kan
rechtstreeks worden toegepast. In artikel 93 GW wordt een antwoord
gegeven op de vraag welke bepalingen uit het internationale recht
rechtstreekse toepassing hebben: “bepalingen van verdragen en van
besluiten van volkenrechtelijke organisaties die naar haar inhoud een
ieder kunnen verbinden”. Rechtstreekse werking hangt af van de tekst van
de bepaling en de bedoeling van verdragspartijen.
Europese Unie
De EU heeft haar oorsprong in organisaties die kort na WO II werden
opgericht (EGKS en EEG). Er vindt veel wetgeving plaats binnen de EU. De
twee voornaamste soorten zijn de verordening en de richtlijn.
Verordeningen
Verordeningen hebben een algemene strekking en zijn verbindend in alle
onderdelen. Zij zijn zo geformuleerd dat er geen omzetting naar nationaal
recht hoeft plaats te vinden.
Richtlijnen
Richtlijnen laten de uitwerking over aan de nationale regelgevers. De
richtlijn geeft aan wat er geregeld moet worden en welk doel daarmee
moet worden bereikt.
Hoofdstuk 3 Staten, staatsvormen en soevereiniteit
Staat
Men spreekt van een staat:
1. Als er sprake is van een territorium;
2. Als er binnen dat territorium een bevolking is;
3. Als over de bevolking effectief gezag is;
4. Als (met het oog op internationale rechtspersoonlijkheid) erkenning
heeft plaatsgevonden door andere staten.
Erkenning door andere staten is noodzakelijk voor een territoriale
organisatie om als staat in het internationale verkeerd te kunnen
optreden.
Soevereiniteit
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nilravm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.