100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfskunde MER Bedrijfseconomie P2 $3.75   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfskunde MER Bedrijfseconomie P2

1 review
 116 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Bedrijfskunde MER P2 - Hoofdstuk 10-11-12

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • H10, h11, h12
  • October 19, 2017
  • 17
  • 2016/2017
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: haisvanbeers • 6 year ago

avatar-seller
Bedrijfseconomie P2

Hoofstuk 10 Vormen van eigen vermogen
10.1 Behoefte aan eigen vermogen Figuur 10.1
Wanneer trek je eigen vermogen aan? Bij een sterk groeiende onderneming, grote investeringsprojecten,
overnemen van een andere onderneming etc. De aanschaf van activa kan worden voorzien door het inhouden
van winsten (interne financiering) of door eigen of vreemd vermogen (externe financiering).

Primaire geldstroom = geldstromen die direct voortvloeien uit het primaire proces (bv. betaling van grondstoffen,
loon, belasting en subsidies) Secundaire geldstroom = geldstromen van en naar de vermogensmarkt (ontvangst
van interest, aflossing en dividend)

Uitschrijvingsrechten = Voorkeurrecht voor bestaande aandeelhouders om bij een kapitaalverhoging in te
schrijven op nieuwe aandelen.
Uitgifteprijs = prijs die bij uitgifte van de nieuwe aandelen per nieuw aandeel moet worden betaald
(=emissieprijs)
Nominale waarde EUR 0,10 = de nominale waarde van een aandeel is de waarde van de aandelen die in de
statuten van de nv staat vermeld. Het verschil tussen emissieprijs en nominale waarden noemen we agio.
Underwriter = Het kan gebeuren dat een aantal houders van de inschrijvingsrechten van hun recht om nieuwe
aandelen te kopen geen gebruik wensen te maken. Om dat te voorkomen heeft een aantal grootaandeelhouders
zich bereid verklaard de aandelen te kopen waarvoor geen claims worden uitgeoefend. Zij garanderen op die
manier het slag van de emissie. De instantie (persoon) wordt underwriter genoemd.

10.2 Eigen vermogen (ook wel ondernemend of risicodragend vermogen)
= vermogen dat permanent aan de onderneming beschikbaar is gesteld. Zolang de onderneming niet
geliquideerd wordt, is de onderneming niet verplicht dit eigen vermogen aan de verschaffers van het eigen
vermogen terug te betalen.
Het eigen vermogen van relatief kleine ondernemingen wordt veelal door de ondernemers zelf of door familie
en/of goede relaties van de ondernemers ingebracht. Dit neemt toe als de onderneming winst maakt of als er
nieuwe stortingen door eigenaren plaatsvinden. Grote ondernemingen doen voor het aantrekken van eigen
vermogen in de regel een beroep op een grote groep beleggers door het uitgeven van aandelen.

Eigen vermogen is eigendom van:
 de onderneming als deze rechtspersoon is (nv of bv)
 de eigenaar of eigenaren van de onderneming als deze geen rechtspersoon is (eenmanszak, maatschap,
vof of commanditaire vennootschap)

Voor verschaffers van vreemd vermogen vervult het eigenvermogen een bufferfunctie. Dit betekent dat
eventuele verliezen in eerste instantie ten koste gaan van de omvang van het eigen vermogen. De terugbetaling
van het vreemde vermogen komt pas in gevaar als door aanhoudende verliezen het eigen vermogen geheel is
verdwenen.

Bij een nv of bv wordt het eigen vermogen ingebracht door de aandeelhouders. Dit eigen vermogen kan
toenemen door winstinhoudingen (winstreserve), waardestijging van de activa (herwaarderingsreserve) of door
nieuwe stortingen door de aandeelhouders. Omdat het eigen vermogen van een nv of bv eigendom is van de

,onderneming, is een nv of bv niet verplicht de aandelen van de aandeelhouders terug te kopen. Een
aandeelhouder kan zijn aandeel via de effectenbeurs aan een andere belegger verkopen.

Bij een bv worden de namen van de aandeelhouders en het aantal aandelen dat zij bezit in een register
vastgelegd. De aandelen staan op naam en zijn daardoor niet vrij verhandelbaar.
Bij een nv kunnen aandelen worden uitgegeven, die gekocht kunnen worden door een grote groep
aandeelhouders. Deze aandelen staan niet op naam en zijn in het algemeen vrij verhandelbaar.
Dividend = de aan de aandeelhouders uitgekeerde winst.

10.3 Aandelenkapitaal
In de grondregels van een nv of bv wordt de omvang van haar maatschappelijke kapitaal vastgesteld.
Maatschappelijk kapitaal = het maximale bedrag (gemeten in nominale waarde) waarvoor aandelen kunnen
worden uitgegeven door de nv of bv zonder dat een statutenwijziging noodzakelijk is. Dit is meestal een rond
bedrag (€1, €100, €1000).

Geplaatst aandelenkapitaal = slechts een gedeelte van het maatschappelijk kapitaal is geplaatst.
Gestorte aandelenkapitaal = het gedeelte van het geplaatste aandelenkapitaal dat door de aandeelhouders
reeds is gestort. Het maatschappelijk kapitaal van een nv moet ten minste 20% worden geplaatst, met een
minimum van €45.000. Bij oprichting van bv is geen minimumkapitaal vereist.

Agio = als bij de uitgifte (emissie) van aandelen de uitgiftekoers (emissiekoers) meer bedraagt dan 100%.
Aandeel = een gedeelte van het maatschappelijk kapitaal van een nv of bv; een schriftelijk bewijs van aandeel.

Niet-volgestorte aandelen moeten op naam staan omdat de nv moet kunnen vaststellen welke personen bij een
eventuele volstorting moeten worden aangesproken. Wordt door de nv geen aandeelhoudersregister
bijgehouden, dan luiden de aandelen onvermijdelijk aan toonder. Dat wil zeggen dat degene die het
aandeelbewijs in zijn bezit heeft (en kan tonen), als aandeelhouder wordt beschouwd.

10.5 Waarde van een aandeel
De schommelingen in de beurswaarde van aandelen tonen aan dat de waarde van een aandeel geen vaststaand
gegeven is.

10.5.1 Nominale waarde
De nominale waarde van een aandeel is van belang in de volgende gevallen:
- Bij de balanswaardering. Het aandelenkapitaal wordt op de balans van een nv of bv gewaardeerd tegen
de nominale waarde
- Bij de niet-volgestorte aandelen. Houders kunnen worden verplicht hun aandeel vol te storten tot de
nominale waarde
- Bij een dividenduitkering. Percentage van dividenduitkering wordt berekend over de nominale waarde
van het geplaatste en gestorte nominale aandelenvermogen. Tegenwoordig maken de meeste
ondernemingen het dividend bekend als een bedrag per aandeel.
10.5.2 Boekwaarde van het eigen vermogen
Boekwaarde EV = nominaal eigen vermogen + reserves
= boekwaarde van de activa – boekwaarde vreemd vermogen.

10.5.4 Beurswaarde
De intrinsieke waarde en rentabiliteitswaarde zijn theoretische waarden. De werkelijke waarde komt vrij wel
dagelijks tot stand op de effectenbeurs.

, 10.6 Preferente aandelen
= aandelen waaraan voor de houder bepaalde voorrechten zijn verbonden
De voorrechten kunnen betrekking hebben op:
- Het beheer (zeggenschap)
- De verdeling van een eventueel overschot in geval van liquidatie van de onderneming
- De winstverdeling

De preferente aandelen die betrekking hebben op het beheer van de nv of bv, worden prioriteitsaandelen
genoemd. De houders van deze aandelen hebben extra zeggenschap bij belangrijke beslissingen. Het kan ook
voorkomen dat aan bepaalde aandelen voorrechten zijn verleend bij de verdeling van en positief liquidatiesaldo.
Deze aandelen zijn veelal uitgereikt aan personen die in het verleden een bijzondere prestatie voor de
onderneming hebben geleverd.

Aandelen die voorrechten geven bij de winstverdeling worden winstpreferente aandelen genoemd.
Winstpreferente aandelen kunnen onderscheiden worden in:
1. Preferente aandelen – bij de winstverdeling wordt een vastgelegd dividendpercentage uitgekeerd
voordat het dividend aan de houders van gewone aandelen wordt toegekend.
2. Cumulatief preferente aandelen – als naast het preferente dividend ook het achterstallige preferent
dividend moet worden uitgekeerd vóórdat op de gewone aandelen dividend wordt uitgekeerd.
3. Preferente, winstdelende aandelen – aandelen die na uitkering van het preferent dividend en het
dividend op de gewone aandelen ook nog delen in een eventueel daarna resterende overwinst.
4. Cumulatief preferente, winstdelende aandelen – geven recht op (achterstallige) preferent dividend en
delen ook in de overwinst.

10.7 Dividendbetalingen
Interim-dividend = tijdens een lopend boekjaar kan, vooruitlopend op de definitieve winstuitkering, aan de
aandeelhouders dividend worden uitgekeerd.
Slotdividend = na afloop van het boekjaar wordt het definitieve dividend vastgesteld en het verschil tussen het
definitieve dividend en het interim-dividend uitbetaald. Het verschil noemen we slotdividend.

Stockdividend is een dividenduitkering in de vorm van aandelen. De aandeelhouders kunnen dan kiezen tussen
uitkering tussen uitkering in aandelen (stockdividend) en uitbetaling in contanten (cashdividend). Er is dan sprake
van een keuzedividend.

10.8 Emissie van aandelen
Een emissie van aandelen is de uitgifte van nieuw gecreëerde aandelen, waardoor extra eigen vermogen door de
nv of bv wordt aangetrokken. Ondernemingen waarvan de aandelen niet op de beurs genoteerd staan, zullen de
aandelen bij een kleine groep van belanghebbenden moeten plaatsen. In dat geval is er sprake van een
onderhandse uitgifte van aandelen. Een openbare emissie houdt in dat de aandelen van een nv door iedere
willekeurige belegger kunnen worden gekocht.

Emissiesyndicaat of consortium = groep van banken en/of commissionairs die de onderneming van advies dienen
en de emissie begeleiden. Het prospectus bevat naast naast de emissievoorwaarden, informatie over de
emitterende onderneming. Guichet-emissie = emissie waarbij een consortium van banken zijn kantoren
(loketten) beschikbaar stelt voor de verkoop van aandelen. Het consortium draagt bij een guichet-emissie niet
het risico van het mislukken van de emissie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xlieke. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  3x  sold
  • (1)
  Add to cart