Een cel is de kleinste levende eenheid van het menselijk lichaam. Het menselijk lichaam
bestaat uit 50 tot 100 biljoen cellen. Daarin zit ongeveer 80% van ons totale lichaamsvocht.
Om alle cellen zit een celmembraan (plasmamembraan). Dat is een heel dun flexibel laagje
dat een grens vormt tussen de cel en de omgeving. Het bestaat uit:
- Een dubbele laag met vetachtige moleculen (fosfolipiden). Ze hebben een hydrofiele
kop en een hydrofobe staart. De koppen liggen aan de onder- en bovenkant van het
membraan. Zo grenzen ze aan de vloeistof in- en buiten de cel. De waterafstotende
staarten vormen de tussenlaag. Daardoor laat het plasmamembraan de meeste in
water oplosbare stoffen niet door.
- Cholesterol. Dit zorgt voor stabilisatie en flexibiliteit.
- Membraaneiwitten. Enkele functies: het geleiden van water via kanaaltjes, transport
van stoffen de cel in of uit, het ontvangen van signalen buiten de cel en doorgeven
aan de receptoren in de cel. Ze dienen ook als herkenningstekens voor andere cellen.
Ze zitten aan de buitenkant van het membraan of erin. Hangt af van de functie.
Er zijn niet veel stoffen die ongehinderd door het membraan kunnen. Zuurstof,
koolstofdioxide, water en sommige vetten kunnen dat wel. Het plasmamembraan is namelijk
selectief doorlaatbaar. Het laat sommige stoffen door, andere ongewenste stoffen houdt het
buiten. Waardevolle celeiwitten worden binnen gehouden en afvalstoffen verlaten de cel.
Wanneer een cel zwaar beschadigd is kan hij deze functie niet langer uitvoeren en lekker er
waardevolle eiwitten weg. Andere functies zijn:
Het binnenmilieu van de cel handhaven
Stoffen uitwisselen van cel en omgeving
Bepaalde stoffen herkennen en daarop reageren (d.m.v. eiwitreceptoren)
Stabiliteit geven aan weefsels.
De celkern kan je zien als het controlecentrum van de cel. Er is ons genetisch materiaal in de
vorm van DNA opgeslagen. Ook is een celkern nodig voor celdeling. Cellen zonder kern, zoals
rode bloedcellen, hebben een beperkte levensduur en kunnen zich niet delen.
, Cytoplasma zit ook in een cel. Het is een stroperige vloeistof waarin zich alle organellen en
andere stoffen bevinden. De vloeistof zonder de organellen heet cytosol. Organellen zijn de
organen van een cel. Ze hebben allemaal een eigen vorm en functie. De meeste worden
omgeven door een eigen membraan. Hieronder verschillende celorganellen en hun functie:
- Mitochondriën -> energiefabrieken. Ze zetten energie uit suikers, vetten en eiwitten
met behulp van zuurstof om in ATP (adenosinetrifosfaat). ATP is nodig voor veel
activiteiten in de cel.
- Ribosomen -> bestaan uit eiwitten en RNA-ketens. Ze maken eiwitten door het mRNA
(messengerRNA) te vertalen naar de opbouw van eiwitten.
- Endoplasmatisch reticulum (ER) -> Groot stuk van de cel. Netwerk van holten en
kanalen die verbonden zijn met het membraan van de celkern. Het ER heeft een glad
(GER) en een ruw gedeelte (RER). Het ruwe gedeelte heeft ribosomen op het
oppervlak waardoor het een ribbelige/ruwe structuur krijgt. Die ribosomen maken
eiwitten die in het RER worden ingepakt in kleine membraanzakjes. Die worden
transportblaasjes (vesikels) genoemd. Die blaasjes vertrekken naar het Golgiapparaat
voor verdere bewerking. GER vervult een andere taak. Namelijk het onschadelijk
maken van giftige stoffen en meehelpen bij de aanmaak en afbraak van vetten.
- Golgiapparaat -> Stapel platte zakjes, gevormd door membranen. Meestal vlak bij het
ER. De eiwitten uit het ER worden verder bewerkt, verpakt en getransporteerd naar
de plaats van bestemming, in of buiten de cel. Als het bestemd is voor buiten de cel,
reist het blaasje naar het plasmamembraan en smelt daarmee samen. Daarna wordt
de inhoud buiten de cel uitgestoten.
- Lysosomen -> geproduceerd door het Golgiapparaat. Kleine blaasjes gevuld met
krachtige verteringsenzymen. Ze verteren versleten of onbruikbare cel onderdelen en
ruimen ze op. Ze zijn veel aanwezig in de fagocyten (bepaalde witte bloedcellen).
- Peroxisomen -> kleine blaasjes met krachtige enzymen die belangrijk zijn voor
verschillende stofwisselingsprocessen in de cel. Ze breken bv. lange vetzuren af,
maken fosfolipiden en kunnen vrije radicalen die cellen kunnen beschadigen,
onschadelijk maken.
- Cytoskelet/cel skelet -> uitgebreid netwerk van vezels en buisjes van eiwitten. Geven
cel stevigheid, vorm en beweeglijkheid. (Functie als tentstokken voor tent)
- Centriool -> cilindervormig organel. 2 centriolen vormen een centrosoom
(spoellichaampje). Ligt net buiten het membraan rondom de celkern. Hebben
belangrijke rol bij celdeling
- Trilhaartjes -> Door heen en weer zwiepen kunnen ze stoffen langs het celoppervlak
verplaatsen. Vooral in de luchtwegen.
- Zweepstaart -> langer uitsteeksel. Bij mensen alleen bij de spermacel (zaadcel). Zorgt
voor voortbewegen.
- Microvilli -> kleine uitsteeksels van plasmamembraan. Vergroten celoppervlak. Vooral
op cellen die actief zijn bij opname van voedingstoffen, zoals in de dunne darm.
ATP:
ATP oftewel adenosinetrifosfaat is een molecuul dat de energie bevat voor vrijwel alle
processen in de cel. Zonder ATP liggen alle processen in de cel stil. Het wordt gemaakt in de
mitochondriën (zie hierboven). Iedere seconde worden er wel 10 miljoen ATP-moleculen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nverduijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.07. You're not tied to anything after your purchase.