Business 5
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur
Vaste kosten of constante kosten veranderen niet als de productie toe- of afneemt.
Omdat de omvang van de capaciteit bepalend is voor het niveau van de vaste kosten, worden ze ook
wel capaciteitskosten genoemd. Bij een daling van de productie kan de capaciteit niet onmiddellijk
aan de geringe behoefte worden aangepast, waardoor de kosten op hetzelfde niveau blijven.
Kosten die voor de komende maand niet beïnvloedbaar zijn, kunnen dat wel zijn als we het komende
jaar niet in de beschouwing betrekken. Bij gewenste inkrimping van de capaciteit zal het zo kunnen
zijn dat door de wettelijke opzegtermijnen die gelden voor werknemers in vaste dienst, het bedrag
van de vaste loonkosten de komende maand niet, maar het komende jaar wel teruggebracht kan
worden. Door lange levertijden van machines is het mogelijk dat uitbreiding van de capaciteit op
korte termijn niet kan plaatsvinden.
Variabele kosten veranderen als de productie varieert. Er zijn verschillende soorten:
- Als kosten evenredig variëren met de omvang van de productie is er sprake van proportioneel
variabele kosten. Per eenheid blijven de variabele kosten dan steeds gelijk
- Bij degressief variabele kosten nemen de kosten verhoudingsgewijs minder sterk toe dan de
productie. De kosten per eenheid hebben vertonen dus een dalend verloop.
- Progressief variabele kosten: de totale variabele kosten stijgen relatief sneller dan de
geproduceerde hoeveelheid, waardoor de kosten per eenheid zullen toenemen.
Afschrijvingskosten zijn vaste kosten als de slijtage van het duurzame productiemiddel ontstaan door
tijdsverloop. Het is ook mogelijk dat ze variabel zijn; dat is het geval als de slijtage van het
productiemiddel vooral bepaald wordt door het gebruik dat ervan gemaakt wordt en niet zozeer door
tijdsverloop.
Naast de genoemde typen van kostengedrag bestaan ook trapsgewijs variabele kosten. Hiervan is
sprake als productiemiddelen slechts beperkt deelbaar zijn, maar op korte termijn in de benodigde
hoeveelheid kunnen worden ingezet. De kosten zijn dan in een beperkt productie-interval vast en
stijgen boven dat interval naar een nieuw niveau, waardoor een discontinu verloop ontstaat binnen
het relevante productie-interval.
Gemengde kosten: zijn gedeeltelijk vast en gedeeltelijk variabel. Een voorbeeld hiervan zijn de
energiekosten: een ‘vast recht’ per jaar en een tarief per kilowattuur of m3.
Break-evenpunt: het punt waarbij de onderneming ‘quitte’ speelt. De totale opbrengsten zijn dan
precies gelijk aan de totale kosten, waardoor er winst noch verlies gemaakt wordt.
1
, Bij een productie en afzet van 0 eenheden is het verlies gelijk aan de hoogte van de vaste kosten. Elke
eenheid die wordt geproduceerd en verkocht verkleint het verlies met het verschil tussen de
verkoopprijs en de variabele kosten per eenheid. Dit verschil staat bekend als de dekkingsbijdrage.
Break-evenafzet: vaste kosten : (verkoopprijs – variabele kosten per eenheid)
Het onderzoek naar de relatie van omzet, totale kosten en winst met de productieomvang / afzet en
het bepalen van het break-evenpunt heet break-evenanalyse. Daarbij is het verschil tussen variabele
en vaste kosten van essentieel belang.
Voor het op eenvoudige wijze kunnen uitvoeren van een
break-evenanalyse dient aan 3 uitgangspunten voldaan te
worden:
1) Lineariteit van kosten en opbrengsten. Wanneer er
niet-linearire kosten en opbrengsten zijn (door
degressief of progressief) zijn er 2 break-
evenpunten (zie figuur 11.8).
2) Eén soort product. Als de onderneming niet één
soort product vervaardigt verschilt de
dekkingsbijdrage per product en is het break-
evenpunt mede afhankelijk van de samenstelling
van de productie.
3) Productie = afzet. Er wordt bij break-evenanalyses vanuit gegaan dat de productie gelijk is
aan de afzet. Indien er wel sprake is van een verschil tussen productie en afzet, kan er verschil
van opvatting zijn over de vraag wanneer er sprake is van een winst bij nihil.
De afstand tussen de huidige afzet en de break-evenafzet komt tot uitdrukking in de
veiligheidsmarge. De veiligheidsmarge geeft het percentage aan waarmee de afzet maximaal mag
afnemen om niet onder het break-evenniveau te komen. Formule:
Veiligheidsmarge = (huidige afzet – break-evenafzet) : huidige afzet
We kunnen een grafische presentatie ‘in één oogopslag’ geven van de samenhang tussen winst en
bedrijfsdrukte: de profitvolumechart, die geen afzonderlijke
opbrengsten- en kostenlijn laat zien, maar een winstlijn. De
winstlijn begint bij een verlies ter grootte van de vaste
kosten. De helling van de winstlijn wordt bepaald door de
dekkingsbijdrage per eenheid. Elke toename van de afzet
met één product levert een vermindering van het verlies
dan wel een toename van de winst op met het bedrag van
de dekkingsbijdrage.
De helling van de winstlijn geeft een indicatie van de
hefboomwerking van de kostenstructuur. Hoe steiler de
winstlijn, hoe groter de invloed van een afzetverandering op
de winst en hoe risicovoller de onderneming is. Een
voorbeeld is te zien in figuur 11.9.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller QuintyDijkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.