In deze samenvatting worden alle hoofdstukken voor periode 1 jaar 1 sociaal werk (SPH, MWD) samengevat namelijk: Hs. 3 tm 3.4, hs 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, hs 5, hs 6, hs 9 tm 9.3, hs 10, hs 12.
Boek: Diversiteit in de Samenleving
Auteur: Lucho Rubio Reparaz, Siela Ardjosemito-Jethoe, Kathinka Rijk
(red.)
,3.1 Migratieprocessen 20e eeuw
-Natiestaat: “ sense of belonging” burgers horen bij elkaar en delen normen en waarden die
voortvloeien uit een gezamenlijke geschiedenis.
Microniveau= individueel niveau
Mesoniveau= organisatieniveau
Macroniveau= maatschappelijk niveau
3 benaderingen die helpen migratie te verklaren:
1) Klassieke economische ontwikkelingstheorie: deze theorie verklaart migratie van
landen met een laag inkomen naar landen met een hoger inkomen. Push factoren
zijn de redenen dat ze weggaan uit land van oorsprong, Pull factoren zijn positieve
aspecten van het land waar ze heen gaan;
2) Historisch-structurele benadering: De mobilisatie van goedkope arbeiders naar rijke
landen;
3) Migratiesysteemtheorie: benadert migratie op micro- meso- en macroniveau. De
migratie wordt systematisch benaderd a.d.h.v. gedeelde geschiedenis van landen
(bijvoorbeeld slavernij).
Migratie naar NL vanaf 1945;
Na de tweede wereldoorlog tot het eind van de 20e eeuw wordt er in NL onderscheid
gemaakt tussen 3 groepen migranten: De migranten afkomstig uit oude koloniën,
arbeidsmigranten uit Mediterraan gebied en asielzoekers en vluchtelingen. Dit maakt van NL
een migratieland dwz. Meer immigratie dan emigratie.
Migranten uit oude koloniën:
Als gevolg van de koloniale oorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 kwamen ca
300.000-350.000 mensen tussen 1946 en 1962 naar NL. Dit waren Indonesische
Nederlanders; afstammelingen van Nederlanders die zich in Indonesië hadden gevestigd en
daarmee gerechtigd waren naar NL te komen. Cultureel kwamen ze sterk overeen met NL
samenleving. Begin van de 21e eeuw woonden er 405.000 mensen met Indische afkomst in
NL. 2e groep migranten uit de Indonesische koloniën waren Molukkers. Na de oorlog met
Indonesië mochten zij die aan de NL kant vochten met hun gezin naar NL. In 1950 waren dit
ca. 12.500 mensen. Suriname bleef een NL kolonie tot 1975, vanaf 1965 kwamen
laagopgeleide migranten vanwege de slechte economische situatie in Suriname. Vooral
tussen ’73 en ’75 veel migratie totdat visumplicht werd ingevoerd. Tussen ’70 en ’79
kwamen ca. 300.000 naar NL. De laatste groep migranten uit koloniën waren Antillianen en
Arubanen, daarvan wonen er nu ca. 150.000 in NL.
Arbeidsmigranten uit Mediterraan gebied:
Sinds midden 1950 was er in NL een tekort aan laaggeschoolde arbeiders, dit kwam doordat
de wederopbouw na wo2 zo voortvarend ging dat er een tekort kwam. De “tijdelijke”
oplossing vanuit de overheid waren gastarbeiders. In 1960 kwam er een wervingscontract
met Mediterrane landen. Hierna kwamen ook illegale werknemers.
Overheid had weinig over voor deze mannen, ook qua taal en inburgering. Veel migranten
uit Italië, Spanje en Griekenland zijn teruggekeerd. Vooral veel Turkse en Marokkaanse o.a.
bleven ondanks de crisis. Er werden aanvragen voor gezinsherenigingen gedaan. De eerste
, gezinsherenigingen gebeurden na 1970. Daarnaast na 1970 ook de eerste gezinsvorming: in
Nederland opgegroeide allochtone jongeren trouwden met een partner uit bijvoorbeeld
Marokko dus via die weg komen tot vandaag de dag veel nieuwkomers. Eind 2015 ca.
3.665.000 mensen met migratieachtergrond in NL, grootste groepen zijn Turks en
Marokkaans.
Migratiebeleid in NL en Multiculturele samenleving na jaren 80:
In de jaren 80 begint het debat over integratie. 1983 kwam de regering met de eerste
maatregelen; echter werd in 1989 vastgesteld dat deze niet hielpen. Toen werd belangrijk
dat er ondersteuning van de overheid moest komen voor het vinden van werk en
integratiehulp/ educatieve programma’s. Als gevolg hiervan kwam er in 1996 het
inburgeringsprogramma. Het migratiebeleid van de jaren 80 en 90 stond in het kader van
multiculturele samenleving: een plek met ruimte en respect voor ieders normen, waarden
en tradities.
1992: verdrag van Schengen: een overeenkomst tussen EU landen voor vrij verkeer van
personen, goederen en kapitaal. Vanaf dat jaar zijn burgers uit eu landen vrij zich in NL te
vestigen. Ook een groep ongedocumenteerde mensen die in NL verblijven bijv.
uitgeprocedeerde asielzoekers zijn aanwezig. Zij krijgen geen sociale voorzieningen maar
worden wel vaak via vrijwilligersinstanties of door de kerk gesteund.
Het verdrag van Geneve; aka het vluchtelingenverdrag. In 1951 is dit verdrag door 100
landen ondertekend. Het was gericht op vluchtelingen als gevolg van wo2. In 1967 werden
er aanpassingen gedaan en waren er 150 landen aangesloten.
Vluchteling= iemand met gegronde vrees voor vervolging wegens ras, religie, nationaliteit,
politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep in een land.
Iemand die vlucht en asiel aanvraagt in NL is in de 1e instantie asielzoeker, pas daarna kan na
onderzoek de term vluchteling worden toegekend.
Diversiteit in de 21e eeuw
1 op de 5 inwoners van NL heeft een migratieachtergrond.
- Jaren 80 en 90 en begin 2000 worden getypeerd door 3e generatie allochtonen die in
NL zijn geboren, “nieuwe Nederlanders” of bv “Surinaamse Nederlanders”.
- Uitbreiding van de EU in 2004 en 2007; grote toename van vooral goed geschoolde
arbeiders uit Bulgarije, Polen, Roemenië en Hongarije.
- Financiële crisis in 2008 zorgde voor jonge hoger opgeleide zuid- Europeanen uit
Italië, Spanje en Griekenland die naar NL kwamen.
Globalisering= “ de toenemende internationale vervlechting van economische en sociale
relaties”. Een proces van economische, politieke en culturele integratie waarin producten
goederen en mensen zich steeds makkelijker kunnen verplaatsen. Dit fenomeen zorgt ervoor
dat grenzen vervagen en de samenlevingen gevoeliger worden voor gebeurtenissen in het
buitenland.
Nieuwe informatietechnologie = door internet wordt communicatie toegankelijker.
Transnationaliteit= door de interconnectiviteit van migranten met hun geboorteland (denk
aan internet) kunnen steeds meer mensen niet langer gedefinieerd worden door 1
nationaliteit of identiteit. Men is betrokken met meerdere landen/culturen.
Transmigratie= het verhuizen van een bevolkingsgroep als geheel (het trekken door landen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EstherEva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.