Samenvatting studieboek Campbell Biology AP Edition van Lisa A. Urry, Michael Lee Cain, Steven Alexander Wasserman, Peter V. Minorsky, Jane B. Reece, Neil A. Campbell (29) - ISBN: 9780134433691 (-)
Complete Test Bank Campbell Biology 11 edition Questions & Answers with rationales (Chapter 1-56)
All for this textbook (16)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
leraren opleiding biologie
Plantkunde - Campbell samenvattingen
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
annestarmans
Reviews received
Content preview
Plant samenvatting Campbell hoofdstuk 29
Hoofdstuk 29
29.1
Plants evolved from green alge
Groene algen, ook wel charofyten genoemd zijn de meest naast verwante van planten.
Groene alg is de gemeenschappelijke voorouder van alle planten
Evidence of algal ancestry (bewijs van voorouders van algen)
Kenmerken van planten:
- Meercellig
- Eucaryotisch
- Fotosynthese
- Autotroof
- Celwanden
- Celluose
Veel kenmerken van landplanten komen overeen in een verscheidenheid aan pritistiche clades,
voornamelijk algen.
Landplanten delen drie belangrijke eigenschappen met alleen charofyten (algen)(wss toetsvraag!!):
Rings of cellulose-synthesizing complexes (ringen van celluosesynthetiserende complexen
Structure of flagellated sperm (structuur van sperma met flagellen)
Close relationship because of resembling DNA in nucleus, chloroplast and mitochondrion
(nieuwe relatie vanwege gelijkenis met DNA in de kern, chloroplast en mitochondrion)
Chrophyten zijn de dichtste naaste levende familieleden van landplanten. Onthoud dat landplanten
niet afstammen van de charophyten maar een gemeenschappelijke voorouder hebben met de
moderne charofyten.
Adaptions enabling the move to land
In charofyten kom een laag van een duurzaam polymeer voor genaamd sporolleninene dat
voorkomt dat blootgestelde zygoten uitsterven. Een polymeer = een molecuul dat bestaat uit een
reeks van opeenvolgende identieke delen. Sporollenine is ook gevonden in muren van
plantensporen. De verplaatsing naar land door de voorouders van charophyten zorgden voor
ongefilterde zon, meer CO2, voedselrijke grond en weinig herbivoren en ziekteverwekkers. Het
leven op land bracht wel een aantal uitdagingen met zich mee. Namelijk waterschaarste en een
gebrek aan structurele ondersteuning.
In de afbeelding hiernaast zijn 3 mogelijke planten
rijken, de clades Viridiplantae, Streptophyta en
Plantea.
, Derived traits of plants (afgeleidde eigenschappen van planten)
Planten met embryo’s worden gedefinieerd als embryofyten.
Vier belangrijke eigenschappen die bijna alle ‘’echte’’ landplanten hebben, maar die afwezig zijn in
charophyten(wss toetsvraag!):
Alternation of generations (afwisseling van generaties). Dit type levenscyclus bestaat uit
multicelluaire vormen die op hun beurt aanleiding geven tot elkaar.
Walled spores produced in sporangia (ommuurde sporen geproduceerd in het sporangia).
Het polymere sporoplolline maakt de wanden van deze sporen bestand tegen ruwe
omgevingen, waardoor plantensporen zonder schade door droge lucht verspreid kunnen
worden.
Apical meristems (apicale meristemen). Planten verschillen ook van hun algenverwant
doordat ze apicale meristemen hebben. Gelokaliseerde regio’s van celdeling aan de
uiteinden van wortels en scheuten. Apicale meristeemcellen kunnen hun hele leven door
zichzelf delen, hierdoor kunnen de wortels en scheuten langer worden, waardoor de planten
worden blootgesteld aan milieubronnen.
Multicellular dependent embryos (meercellige afhankelijke embryo’s)
De meeste planten hebben ook gespecialiseerde poriën. Deze worden huidmondjes (Stomata)
genoemd. Deze huidmondjes ondersteunen de fotosynthese door de uitwisseling van CO2 en O2
tussen de buitenlucht en de plant mogelijk te maken. Huidmondjes zijn ook de belangrijkste
toegangswegen waardoor water uit de plant verdampt; in warme, droge omstandigheden sluiten de
huidmondjes, waardoor waterverlies wordt geminimaliseerd.
1.De gametofyt produceert haploïde gameten
doormiddel van mitose
2.Twee gameten komen samen (samensmelting) en
vormen een diploïde zygote
3.De zygote ontwikkeld zich in een Multi cellulaire
diploïde sporofyt
4.De sporofyt produceert unicellaire haploïde
sporen doormiddel van meiose
5.de sporen ontwikkelen zich in Multi cellulaire
haploïde gametofyten
Landplanten heten embryofyten omdat ze
afhankelijk zijn van het embryo van de ouder
plant.
The origin and diversification of plants (de
oorsprong en versnijding van planten)
Ongeveer 470 miljoen jaar geleden is het
uiterlijk van het leven op het land dramatisch
veranderd met het verschijnen van sporen van vroege
planten. Wat onderscheid deze sporen van deze algen
of schimmels?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annestarmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.67. You're not tied to anything after your purchase.