Hierbij een samenvatting van het boek Bestuursrecht 1.
De samenvatting kent alle verplichte literatuur voor het vak bestuursrecht; besluitvorming, aan de Rijksuniversiteit Groningen 2023/2024.
,Hoofdstuk 1 – Inleiding
1.2 Fundamentele beginselen en uitgangspunten
1.2.1 Inleiding
Nederland is een democratische rechtsstaat. Dit brengt een aantal eisen voor de
organisatie en het functioneren van de Nederlandse overheid mee. Hierbij voorziet het
bestuursrecht in allerlei instrumenten, zoals de bevoegdheden en de bijbehorende macht
die het bestuur nodig heeft om zijn taken uit te kunnen oefenen. In het bestuursrecht
moeten waarborgen zijn opgenomen die voorkomen dat het bestuur zijn macht misbruikt.
De Nederlandse overheid bestuurt de samenleving dus volgens de eisen van een
democratie, met zeggenschap voor de burgers. Hierbij is de Nederlandse overheid
gebonden aan algemene en specifieke rechtsnormen (rule of law). Er wordt dus nooit
gehandeld in een rechtsvrije ruimte.
1.2.2 Democratie
De eerste pijler wordt gevormd door de gedachte dat de grondslag van de overheidsmacht
bij de burgers ligt; de volkssoevereiniteit.
Het democratische aspect komt in de norm dat de belangrijkste overheidsbesluiten
(formele wetten) slechts gezamenlijk kunnen worden genomen door de regering en de
gekozen volksvertegenwoordiging. Op het niveau van de decentrale overheden komt dit
tot uiting doordat de regelgevende organen direct door de burgers worden gekozen.
Het democratische aspect wordt ook zichtbaar in de leer van de machtenscheiding. Om
machtsmisbruik te voorkomen worden bevoegdheden verdeeld over verschillende
machten;
· De wetgevende macht
Houdt zich bezig met het normeren van het gedrag van overheid en burgers.
· De uitvoerende macht
Voert de besluiten van de wetgevende macht uit.
· De rechtsprekende macht
Beschermt de burgers tegen onrechtmatige handelingen van de overheid, maar ook van
andere burgers, en controleert daarmee ook of de uitvoerende macht zich aan het recht
houdt.
Dit wordt zo onderverdeeld omdat er niet te veel macht in één hand geconcentreerd moet
worden.
Het democratische aspect van het overheidsbestuur komt voorts aan de orde in de leer van
de verantwoordelijkheid. De belangrijkste bestuursorganen zijn direct of indirect
verantwoording verschuldigd aan een vertegenwoordigend lichaam. Door deze
verantwoordingsplicht kunnen de volksvertegenwoordigingen controlerende invloed
uitoefenen op de handelingen van de uitvoerende macht, op zowel de verantwoordelijke
politici als hun ondergeschikten.
Verder komt het democratische aspect nog naar voren bij de openbaarheid van bestuur.
Bestuursorganen zijn verplicht tegenover burgers een zekere mate van openbaarheid te
betrachten.
,1.2.3 Legaliteit
Het legaliteitsbeginsel of het wetmatigheidsbeginsel houdt in de klassieke opvatting in dat
het overheidsoptreden een grondslag in de wet behoeft voor zover een bestuursorgaan de
burgers gebiedend of verbiedend in de hun vrijheid of eigendom beperkt. De Grondwet
bevat veel van dit soort bepalingen met een taakbeschrijving voor de wetgever in formele
zin. De Grondwet bevat ook veel grondwettelijke voorbehouden en het strafrechtelijk
legaliteitsbeginsel. Ook bevat de Grondwet het fiscale legaliteitsbeginsel voor belastingen
en andere heffingen van het Rijk. Er is sprake van een gedeeltelijke codificatie van het
legaliteitsbeginsel; het ‘Vorbehalt des Gesetzes’, de eis van de wettelijke grondslag. Het
legaliteitsbeginsel vormt in dat opzicht ongeschreven constitutioneel recht.
Wanneer het legaliteitsbeginsel wordt opgevat als een beginsel dat geldt voor een
overheid die ingrijpt in de vrijheidssfeer van de burger via verbod of gebod, via negatief
overheidsoptreden, dan zou voor een belangrijk deel van de uitvoering van
overheidstaken de eis van een wettelijke grondslag niet gelden. Positief overheidsoptreden
zou dan geen uitdrukkelijke machtiging van de wetgever behoeven
Hierdoor wordt er voorgesteld om het legaliteitsbeginsel in de zin aan te passen dat het
ook voor sommige vormen van Leistungsverwaltung (= presterend bestuur) een wettelijke
grondslag nodig is. Deze zal nodig zijn wanneer het leidt tot ingrijpen in vrijheid of
eigendom (Eingriffsverwaltung).
In de jurisprudentie is het legaliteitsbeginsel ook benadrukt dat voor besluiten van
bestuursorganen waardoor eenzijdig belangen van burgers worden beïnvloed of bepaald,
in het algemeen een titel in het geschreven recht vereist is.[1]
1.2.4 Specialiteit, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, stelselmatigheid en individuele
rechtsbedeling
· Het specialiteitsbeginsel
De overheid moet het algemeen belang behartigen. Het bestuur heeft hierbij geen eigen
belangen. Dit blijkt ook uit artikel 1:2 lid 2 Awb. De overheid is er voor de burgers en het
is aan de burgers om via de gekozen vertegenwoordigende lichamen uit te spreken welke
algemene belangen door de overheid moeten worden behartigd en welke bevoegdheden
en rechten het bestuur daarvoor krijgt toegekend. Deze bevoegdheid mag vervolgens niet
voor een ander doel gebruikt worden (= verbod van détournement depouvoir).[2] Artikel
3:4 lid 1 Awb bepaalt vervolgens wat juist wel in de weegschaal mag worden gelegd.[3]
· Het rechtszekerheidsbeginsel
Het formele rechtszekerheidsbeginsel ziet op een duidelijke begrenzing van de
bestuursbevoegdheid en op ondubbelzinnigheid in de bepaling van de rechtspositie van de
burger. Het materiële rechtszekerheidsbeginsel houdt n dat het geldende recht ook
werkelijk toepassing vindt en voorts dat besluiten in beginsel niet met terugwerkende
kracht aan burgers mogen worden tegengeworpen.
· Het (rechts)gelijkheidsbeginsel
, Geeft in het algemeen aan dat gelijke gevallen gelijk en ongelijke gevallen ongelijk moeten
worden behandeld. Hierbij a=maken objectieve en redelijke rechtvaardigingsgronden
onderscheid en op die basis moeten evenwichtige belangenafwegingen worden gemaakt.
Hierbij moeten algemene beslissingscriteria worden ontwikkeld, anders is de toetsing aan
de eis van gelijke behandeling niet mogelijk. Een bestuursorgaan zou vervolgens moeten
kunnen aantonen dat het die algemene criteria consistent en consequent toepast.
· De eis van stelselmatigheid en individuele rechtsbedeling
Een bestuursorgaan moet echter ook letten op de bijzondere en individuele
omstandigheden waarin de burger verkeert, en het is onjuist om een blind beroep op de
algemene beslissing te doen op die het heeft ontwikkeld en een beslissing te nemen ten
nadele van de burger, terwijl het individuele belang van die burger uit een oogpunt van
evenwichtige belangenafweging had moeten leiden tot een van de algemene criteria
afwijkende beslissing. Hiermee is het zorgvuldigheidsbeginsel in het geding; de overheid
moet er primair voor de burgers zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demimatena2dm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.37. You're not tied to anything after your purchase.