In deze samenvatting staan alle slides van de powerpoint samengevat, hierbij ook de uitleg dat door de docent is gegeven. Indien nodig ook tabellen en afbeeldingen voor verduidelijking.
Psychologie: Inleiding
A. DOELSTELLINGEN LES 1
- Het ontstaan van de psychologie als afzonderlijke wetenschap toelichten en begrijpen
- De psychologische stromingen historisch situeren tegenover elkaar en in de tijd
- Recente stand van zaken in psychologie toelichten en begrijpen
- Verschillende studiedomeinen van de hedendaagse psychologie kunnen benoemen
- Huidige therapieaanbod kunnen situeren in een stroming
Psychologie is een wetenschap!!
A.1 WAT IS PSYCHOLOGIE?
Psychologie als wetenschap onderscheidt zich van de ‘huis- tuin- en keuken psychologie’ die we
doorgaans vinden in populaire magazines. Psychologie houdt zich niet enkel bezig met het begrijpen
van psychische problemen of abnormale processen.
Psychologie is de empirische wetenschap van gedrag en mentale processen. Empirisch= wetenschap
die zich baseert op toetsbare, bewijsbare, concrete proeven, die aan de hand van straffe afspraken
getoetst kunnen worden in verschillende omstandigheden.
Definitie: Psychologie is de wetenschappelijke (dus verschillend van volkswijsheden,…) studie van het
gedrag (wat observeerbaar is) en de mentale activiteiten (niet observeerbaar maar ook fundament
van wat psychologie wil observeren) van het individu.
A.2 WETENSCHAP EN INTUÏTIE
Psychologie betwijfelt ongefundeerde beweringen van pseudowetenschappen= Elke benadering om
fenomenen uit de werkelijkheid te verklaren die geen beroep doet op de wetenschappelijke
methode (toekomstvoorspellen, handlezen,…). Psychologie is geen speculatie over de menselijke
natuur. Hierdoor onderscheidt de psychologie zich van sommige filosofische stromingen. Het is ook
meer dan een verzameling van volkswijsheden.
Wat is nu het verschil tussen psychologie als wetenschap en onze intuïtie of buikgevoel waarmee we
het gedrag van onszelf of anderen trachten te begrijpen? Ze doen beide wel uitspraak op basis van
ervaringsgegevens. Een wetenschappelijke aanpak kenmerkt zich door de empirische manier van
werken. Maar er zijn 2 grote verschillen:
- Eerste verschil is op het vlak van het verzamelen van gegevens. In de wetenschap wordt
vertrokken van een gefundeerde dataverzameling. Bij intuïtie baseren we ons eerder op 1
geval.
- Op vlak van verwerken van gegevens zit ook een groot verschil. Bij intuïtie gaan onze
hersenen aan de slag met de info die ze verzameld hebben, maar onze hersenen zijn gevoelig
voor bepaalde denkfouten. We zien bijvoorbeeld graag oorzakelijke verbanden. Bij de
wetenschap gaat men deze denkfouten proberen vermijden door de verzamelde gegevens
systematisch te gaan analyseren, met aandacht voor alternatieve verklaringen.
1
,A.3 GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
Het is niet zo lang geleden dat het menselijk gedrag en de mentale processen op een empirische
wijze bestudeerd worden. Het boeit de mens wel al eeuwenlang om gedrag beter te begrijpen,
psychologie als wetenschap is vanuit deze eeuwenlange interesse ontstaan.
A.3.1 Galenus (129-199 n.C.)
Galenus had het over tempramenten, lichaamssappen. Niet alleen ziekte/gezondheid maar ok
persoonlijkheid werden aan deze lichaamssappen gekoppeld. Deze theorie bleef lang in stand.
Honderd jaren later voegde Galenus hier nog een element aan toe: verbinding van de vier humores
aan de vier grondkwaliteiten: warm, koud, vochtig, droog.
A.3.2 Ernst Kretschmer (1888-1964) was een Duitse psychiater die sprak
over 3 types
Leptosome type: mensen met een leptosome lichaamsbouw zijn lang en mager. Het zijn meestal
intellectuelen met een nuchtere inborst, maar heeft ook emotionele en gevoelige snaren.
Atletisch type: mensen met een atletische lichaamsbouw hebben, volgens deze man, brede
schouders maar zijn niet echt lang van postuur. Dit type is doorgaans assertief, iemand die altijd zijn
woordje klaar heeft en ad rem is, soms zelfs op het agressieve af.
Pyknische type: dit individu heeft een gedrongen lichaamsbouw, een korte nek en een rond en vaak
blozend gezicht, ze hebben veel lichaamsvet en weinig spieren. Mensen met deze bouw zijn
vriendelijk, sociaal en hebben een open karakter. De meeste mensen kunnen er goed mee overweg.
A.3.3 Frenologie
Franz Joseph Gall (1758-1828) Duits hersenonderzoeker en arts. Hij was een pionier in de studie van
het lokaliseren van psychische functies in het brein en een grondlegger van frenologie.
In de 20e eeuw zette de Belgische priester Paul Bouts het wetenschappelijk onderzoek voort. Zijn
broer doceerde deze wetenschap zelfs aan Zuid-Amerikaanse universiteiten.
Frenologie: aan de hand van de hersenbouw zou de aanleg van karakter en geestelijke vermogens
kunnen bepaald worden. Het is eigenlijk allemaal onzin maar ze namen het wel serieus.
A.3.4 Structuralisme: Wilhelm Wundt
Wundt was de eerste die zichzelf psycholoog noemde. Psychologie was nu niet meer puur theorie en
aanname, maar een wetenschappelijke discipline. Zijn doel was om de structuur van de geest te
analyseren. Op zoek naar die elementen van bewuste waarneming. Aan de hand van introspectie
(=deed een bepaalde waarneming, gewaarwording en trainde zichzelf dan om aan de hand van
zelfobservatie op zoek te gaan naar de verschillende elementen van dit proces. Bril naar binnen
draaien en zelf een beetje kijken wat er speelt, is niet objectief).
A.3.5 Functionalisme: 19e eeuw
William James was de Amerikaanse tegenreactie op structuralisme. Hij zette zich af tegen het idee
dat mentale processen moeten opgedeeld worden in verschillende structurele eenheden. Nu ligt de
focus op functie en doelen van het gedrag (<-> structuur), hoe lossen mensen problemen op?
=functionalisme. Niet enkel introspectie, maar ook meer ook meer observatie methoden. Het is niet
de structuur dat belangrijk is maar wel de functie.
- Introspectie: proefpersoon moet puzzel oplossen en zijn strategieën uitleggen
- Externe observatie: onderzoeker observeert tijdens puzzel welke fouten pp maakt
- Eerste dierenproeven: hoe zoekt een rat zijn weg in een doolhof, en hoe is dit vergelijkbaar
met hoe de mens dit doet?
2
,A.3.6 Opkomst behaviorisme: 20e eeuw
Functionalisme begon ook al een switch te maken naar observeerbaar gedrag, behaviorisme trekt dit
helemaal door. Hierbij werd afgestapt van het bestuderen van de innerlijke processen, maar kwam
de focus uitsluitend op uitwendig waarneembaar gedrag te liggen. Gedachten, emoties, motivaties,…
zijn volgens het behaviorismegeen onderwerp van de psychologie want dat is niet obeserveerbaar en
ook niet meetbaar. Dus
het is de studie van het
enkel uitwendig
waarneembaar gedrag.
De pionier van het
behaviorisme was de
Rus Ivan Pavlov.
Klassieke
conditionering (KC):
reflexmatig gedrag dat
geassocieerd wordt
met nieuwe prikkels.
We gaan hier nog
dieper op in.
A.3.7 Behaviorisme = zeer belangrijke stroming
John Watson is de grondlegger van het behaviorisme. Hij deed verder onderzoek naar klassieke
conditionering. Zijn visie is vrij radicaal, hij gelooft dat elk gedrag puur aangeleerd is, en louter het
gevolg van zo’n Stimulus-Respons verbinding als bij de hond van Pavlov. Enkel die S-R verbindingen
kunnen voor hem bestudeerd worden, alles wat ertussen ligt is een onbereikbare black box. Niet
meetbaar, dus geen onderzoek naar doen. Dus enkel studie van het uiterlijk waarneembare,
innerlijke is buiten beschouwing. Geest is de onbereikbare ‘black box’.
A.3.8 Gestaltpsychologie
Is een reactie op structuralisme van Wundt. Waar Wundt en co op zoek gingen naar de afzonderlijke
elementen die tot een perceptie leiden, gaat de Gestaltpsy er van uit dat je dit niet zomaar kan gaan
opsplitsen. Het geheel is meer dan de delen is de visie. Onze waarneming is er op gericht om gehelen
waar te nemen, en dit noemen we een Gestalt.
Naast een reactie op het structuralisme, is de Gestaltpsy ook een reactie op het strikte behaviorisme
dat we zagen bij Watson. Volgens de gestaltpsychologen komt leren niet zomaar tot stand door
dergelijke automatische stimuluskoppeling en trial and error, maar is ook denken nodig op tot
oplossingen voor problemen te komen. Leren verloopt ook inzichtelijk, van hen komt ook de term
Aha-erlebnis. We kunnen tot inzicht komen door na te denken zonder dat dit zichtbaar is in ons
gedrag. Wat we geleerd hebben heeft dan enkel effect op onze gedachten en gevoelens.
A.3.9 Neobehaviorisme / cognitieve psychologie
Nog als reactie op het strikte behaviorisme kwam rond 1930 ook het neobehaviorisme op gang. Deze
stroming vertrekt nog steeds van dezelfde basisassumptie als het neobehaviorisme -> stimulus lokt
respons uit, MAAR anders dan de behavioristen zijn zij net geïnteresseerd in de processen die tussen
S en R gebeuren.
Vandaar S-O-R, O voor organisme of black box of innerlijke, met daarin allerhande processen.
Volgens deze stroming kunnen onderzoekers wel toegang krijgen tot deze processen binnenin het
3
, organisme. O = organisme = black box = innerlijke (geheugen, aandacht, behoeftes, verlangens,
geheugen, emoties,…). Methode experimenteel opzet.
A.3.10 Psychodynamische stroming
In Duitsland ontstond in dezelfde periode de psychodynamische stroming. Met als bekende
grondlegger Sigmund Freud ( 1856-1939). Ze zochten een verklaring voor gedrag in het onbewuste.
De centrale insteek van deze stroming kan je afleiden uit de ijsberg. Volgens deze stroming zijn de
dingen waar we ons bewust van zijn slechts het topje van de ijsberg; onder het water zit er vanalles
dat ons mee stuurt en waar we ons niet bewust van zijn.
3 grote krachten:
- ID = onbewuste, allerhande onbewuste driften en motieven (seksdrift) die we in het
dagelijkse leven niet onbeperkt kunnen vervullen.
- Superego = het geweten dat door de ID optreedt, het houdt deze driften in het onbewuste.
- Ego = bewuste persoonlijkheid.
Wat er in ons onbewuste zit, probeert via allerande kanalen (dromen versprekingen,…) toch opnieuw
naar boven te komen. Dromen zijn de koninklijke weg naar het onderbewustzijn.
De grondlegger van de psychotherapie is de psychoanalyse. Mensen lopen vast door iets in het
onbewuste. De bedoeling van de psychoanaluse is om dit probleem uit het onbewuste naar het
bewuste te brengen. Methode = vrije associatie = alles wat in je opkomt zeggen zonder iets te
verzwijgen.
A.3.11 Humanisme (1950)
Het humanisme is een reactie uit alle vorige stromingen (vooral de psychodynamische stroming). Het
begrijpen van menselijk gedrag, met klemtoon op positieve thema’s. Dus een meer positief
mensbeeld.
Humanisme: de mens is van nature goed, streeft naar zelfactualisatie: hij wil steeds verbeteren en
ontwikkelen. De piramide: vanboven staat zelfrealistatie -behoefte aan sociale – veiligheid en
beneden staat voeding.
De grondleggers van deze stroming zijn:
- Abraham Maslow: ontwikkelde de behoeftepiramide. Zelfactualisatie is hoogste doel, maar
moet wel voldaan zijn aan basale behoefte zoals voeding en veiligheid.
- Carl Rogers: ontwikkelaar van de clientgerichte therapie. De client staat hier centraal.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaatvanonckelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.