Samenvatting van boek Stangor: Social Groups in Action and Interaction. Toegevoegd aan de samenvatting zijn college aantekeningen van de colleges van Bert-Jan Doosje (2017).
Naast het boek van Stangor was ook Brewer verplichte literatuur. Deze samenvatting staat ook online.
Er zijn veel verschillende soorten groepen, verschillend in grootte en doel. Stangor
onderscheidt zes basiscategorieën:
1. Reference group
een groep individuen waar we
o tegen opkijken
o ons mee identificeren
Bijvoorbeeld: onze vrienden, collega’s, basketbalspelers van ons favoriete team of
een clique van je school.
2. Dyads
bestaat uit twee individuen die in een hechte relatie zijn, zoals in een sterke
vriendschap of huwelijk.
3. Working groups
groepen bestaande uit 3 tot 12 individuen die actief proberen een specifiek doel
te behalen.
- Dit kan een tijdelijke groep zijn om zo een korte termijn doel te behalen
- maar ook een permanente groep.
Bijvoorbeeld een jury, een studiegroep, groepstherapiesessies of sportteam.
4. Social categories
zijn grote en relatief permanente sociale groepen, zoals mensen die geslacht
delen, een geloof, een nationaliteit of een lichamelijke handicap. De leden zijn niet
verbonden omdat ze een taak of doel hebben, maar omdat ze een eigenschap
delen. Leden van een sociale categorie kiezen meestal niet om deel te nemen aan
de groep.
Bijvoorbeeld; vrouwen, Nederlanders
5. Culture
een grote sociale groep bestaande uit individuen die normaal gesproken in
geografische nabijheid zijn met elkaar en een gemeenschappelijke set sociale
normen delen, zoals:
- Taal
- Religie
- Familiepraktijken
Culturen kunnen bij één sociale categorie horen, maar ook bij meerdere.
Bijvoorbeeld; Noord-Europeanen, Afro-Amerikanen
6. Crowd
een tijdelijke groep individuen die samen komen op een algemene plek voor een
algemeen doel, zoals het zien van een voetbalwedstrijd of het bezoeken van een
rockconcert.
Bijvoorbeeld; demonstraties, winkelend publiek, rellen.
Groepen sluiten elkaar niet uit.
,Het individu de sociale groep
Deindividuation is een staat die optreedt wanneer de normale beperkingen op gedrag
vervagen en mensen zich op een impulsieve of deviante manier gedragen (met vaak
negatieve uitkomsten).
Volgens de groepslevel benadering zorgen crowds voor het ontwikkelen
van een group mind, die verschilt van alle afzonderlijke geesten van
de individuen. Zodra Deïndividualisatie ontstaat, verliezen de crowds
het vermogen om te redeneren, worden ze gedreven door emotie en
verliezen ze de beperkingen die normaal gesteld worden door de
maatschappij.
De individual-level benadering toonde echter door middel van een
experiment aan dat mensen in een kostuum meer Deïndividualisatie
lieten zien dan mensen zonder kostuum.
The group dynamics approach
Interactionisme is de aanname dat sociaal gedrag deels wordt bepaald door het individu
en deels door de relatie tussen het individu en de groep. Hieronder worden twee
interactionistische benaderingen besproken.
Groupdynamics
Groupdynamics is een interactionistische benadering om groepen te bestuderen,
ontwikkeld door de sociaal psycholoog Kurt Lewin. Het is gebaseerd op het idee dat
groepsgedrag een systeem is van wederkerige interacties tussen groepen en individuen.
Gedrag van het individu is afhankelijk van zijn persoonlijkheid en zijn sociale omgeving.
Gedrag=f ( persoon x omgeving).
Lewin vond dat je mensen niet kon begrijpen zonder hun groepen te begrijpen, en dat je
groepen niet kon begrijpen zonder zijn individuen te begrijpen.
Een belangrijk aspect in zijn benadering is social perception (sociale perceptie): het
proces van denken over anderen met het doel om hen te begrijpen en over hen te leren.
Hij vond sociale perceptie even belangrijk om te bestuderen als het bestuderen van
sociaal gedrag zelf. Zijn theorie is erg invloedrijk geweest.
Self-categorization theory
Deze theorie focust ook op het proces van sociale perceptie. Zelf-categorisatie focust
echter ook evenveel op hoe individuen zichzelf zien als deel van de groep. De self-
categorization theory stelt dat wanneer we interacteren met andere mensen, we ons
soms gedragen als individu en soms als lid van een groep.
Sociale categorisatie is een flexibel proces, het hangt van het moment af of we ons als
individu of groep categoriseren en in welke groep we onszelf categoriseren (op het ene
moment vind je je studentenvereniging belangrijker, op het andere moment tennissen).
,Volgens de self-categorization theory kunnen we, als we ons categoriseren als
groepsleden, onze eigen groep vergelijken met een andere groep. We maken dan een
vergelijking tussen de in-group (de groep waartoe we behoren) met de out-group (de
groep waar we niet toe horen).
Eigenschappen van groepen
Er zijn veel verschillende definities van sociale groepen. Toch zijn er bepaalde
eigenschappen die een groep definieren:
1. Similarity (mate van overeenkomst)
Similariteit houdt in dat de leden van een groep iets gemeen moeten hebben,
bijvoorbeeld een interesse. Gelijkenis is belangrijk in groepen, omdat we mensen
mogen die op ons lijken.
- De perceptie van gelijkheid is even belangrijk als het echt gelijk zijn.
- Door het benadrukken van gelijkheid kan groepslidmaatschap duidelijk
worden gemaakt, bijvoorbeeld door het dragen van kleren van je groep.
2. Interaction en interdependence (mate van interactie en afhankelijkheid)
Interactie is communicatie tussen groepsleden. Interactie is met name belangrijk
als het wordt vergezeld door interdependence – de mate waarin groepsleden
afhankelijk zijn van elkaar om een bepaald doel te bereiken.
- Bijvoorbeeld in een werkgroep, basketbalteam, of bij leden van een sociale
categorie zoals vrouwen of joden die afhankelijk zijn, omdat ze een breder doel
willen bereiken: verbeteren van hun sociale status.
3. Groepsstructuur (normen, waarden, rollen en status)
Anderen hebben groepen gedefinieerd in termen van groepsstructuur – de regels
die groepsnormen, rollen, en status definiëren.
- Een norm is een manier van denken, voelen, of gedragen dat door de
groepsleden wordt gezien als geschikt.
o Voorbeelden zijn gewoontes, tradities, standaarden, regels en waarden.
- Sociale rollen zijn groepsnormen die de gedragingen specificeren die worden
verwacht van de individuele groepsleden. Deze rollen kunnen heel specifiek
zijn, zoals het zijn van secretaris van de groep, of abstracter, zoals de persoon
die nieuwe ideeën presenteert.
- Status is de hoeveelheid autoriteit, prestige of reputatie die een groepslid
heeft in de groep. Groepen lijken meer ‘groepig’ naarmate ze een meer
gedefinieerde statushiërarchie hebben. Deze eigenschappen zijn niet allemaal
noodzakelijk om een groep te zijn, en ook niet genoeg
4. Essentie (social aggregate)
Een groep mensen die op dezelfde locatie zijn, maar die niet betekenisvol aan
elkaar gerelateerd zijn, en dus niet een sociale groep lijken op te maken, wordt
een social aggregate genoemd.
Bijvoorbeeld mensen die naar dezelfde film kijken in de bioscoop
Wat maakt een groep een groep?
Entitativiteit kan worden gebruikt om groepsvorming te omschrijven.
Entitativiteit: het gevoel of de perceptie dat een aantal individuen een sociale groep is.
, Des te meer waargenomen kenmerken, des te sterker de entitativiteit. Bij een
groep die sterk entatief is, worden ook andere leden van een groep
verantwoordelijk gehouden.
Deel zijn van een groep: Groepscohesie en Sociale Identiteit
Groepsuitkomsten zijn:
Group cohesion: de positieve emotionele hechting die groepsleden hebben met andere
leden van de groep.
- Een groep is cohesief als leden de andere groepsleden mogen, in de groep
willen blijven en de groep belangrijk vinden.
- De eigenschappen die we verwachten bij te dragen aan het creëren van een
groep relateren aan groepscohesie.
Groepen die hoger zijn in groepscohesie zijn meer tevreden en hebben betere
communicatie.
Groepscohesie zou kunnen zorgen voor betere prestaties, maar ook juist voor slechtere
prestaties. Er is data die beide hypothesen ondersteunt.
- Een mogelijke verklaring hiervoor is dat groepscohesie conformiteit aan
groepsnormen verhoogt. Of cohesie vervolgens zorgt voor betere of slechtere
prestatie hangt af van de norm.
Social Identity is het deel van het zelfconcept dat resulteert uit ons lidmaatschap in
sociale groepen, in relatie tot de groep als geheel
- Totale identiteit = persoonlijke identiteit + sociale identiteit
Er is een wederkerige relatie tussen groepskarakteristieken (similariteit, interactie,
interdependentie en groepsstructuur) en groepsuitkomsten (groepscohesie,
entitativiteit en sociale identiteit).
Vijf componenten van identificatie (Leach et al., 2008)
1. Zelf-stereotypering
- Ik lijk veel op de gemiddelde student ψ aan de UvA
2. In-group homogeniteit
- Alle studenten ψ lijken veel op elkaar
3. Tevredenheid
- De groep ψ heeft veel om trots op te zijn
4. Centraliteit
- Ik denk vaak aan het feit dat ik een ψ student ben
5. Binding
- Ik voel mij verbonden met andere groepsleden
2. Wetenschappelijk bestuderen van groepen
Er zijn verschillende levels om groepen te bestuderen.
1. Er kan gefocust worden op de groep als geheel en niet op de individuen waaruit
de groep bestaat (group-level approach)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller blackbirdtje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.