samenvatting gedragsproblemen J.D Van der Ploeg ontwikkelingen en risico's 8e editie
8 views 0 purchase
Course
Pedagogische Relatie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Gedragsproblemen
Dit is een complete samenvatting van het boek gedragsproblemen van J.D. Van der Ploeg. Ik heb het boek zelf samengevat, hierbij heb ik gebruik gemaakt van stof die behandeld is in de colleges van Pedagogische Relatie. Deze samenvatting gaat over wanneer je iets kan beschouwen als probleemgedrag, cl...
Belangrijke afkortingen:
ODD: Oppositional Defiant Disorder
Hinderlijke manier van verzetten. Prikkelbaar en opvliegend gedrag. Weinig incasseringvermogen
CD: Conduct Disorder
Agressief en antisociaal gedrag. Rechten van anderen overschreden. Geen rekening houden met
anderen
ADHD: Attention Deficit Hyperactivity Disorder
Aandacht te kort, problemen met concentratie, hyperactiviteit en impulsiviteit
ASS: Autisme Spectrum Stoornis
2 dimensies: 1 is tekort aan sociale communicatie. 2 is herhalende gedragspatronen, bewegingen,
beperkte interesse en sterk gefixeerd.
ASPD: Anti Social Personality Disorder
Diepgaand patroon van gebrek aan respect voor en schending van de rechten van anderen
Hoofdstuk 1 Probleemgedrag
Wat is gezond gedrag? Positieve houding, zelf ontwikkeling, autonoom, omgang met omgeving en
integratie in de samenleving.
Wat is probleemgedrag? Alle opvoeders kijken vanuit persoonlijke normen naar jeugdigen. Is een
jeugdige ongehoorzaam, onbetrouwbaar, onberekenbaar ect. dan valt dit onder probleemgedrag.
Probleemgedrag is een subjectief en normatief begrip.
Psychische gezondheid: emotioneel, psychisch en sociaal welzijn.
Kenmerken van psychosociale problematiek 2 tot 35% (blz 30)
- Lijden
- Disfunctioneren
- Onvoorspelbaar gedrag
- Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
- Onconventioneel gedrag
- Aantasting van de geldende moraal
Oorzaken probleemgedrag
- Ontbreken van sociale relaties
- Ontbreken van eigen identiteit
- Mispercepties van de realiteit
- Onvermogen om met problemen om te gaan
- Stress
Prevalentie: hoe vaak iets voorkomt. Gedragsproblemen: 10 tot 20%
Meisjes tonen meer internaliserend gedag. Jongens meer externaliserend.
Mensen met internaliserend gedrag kunnen o.a. last hebben van: concentratieproblemen, laag
zelfbeeld, moeite met sociale contacten, lusteloosheid, somberheid, overmatige angst en stress, over-
kritisch zijn.
Comorbiditeit: last hebben van meerdere klachten tegelijk.
2
,Hoofdstuk 2 classificaties van probleemgedrag
Classificeren is het systematisch ordenen van probleemgedragingen op basis van gelijke
eigenschappen en onderlinge relaties. Is ontstaan vanaf de 19 e eeuw. Het doel is om verwarring te
voorkomen. ! Classificeren is onderdeel van diagnostiek!
Diagnosticeren is specifiek
Classificeren is algemeen
Er zijn 2 vormen van classificeren:
- Medische/klinische benadering, waarbij het gaat om het identificeren van bepaalde typen
stoornissen. Klinisch betekend afwijkend van de norm
- Empirische aanpak, waarbij gemeenschappelijke factoren de basis vormen van de
classificatie. Is meer wetenschappelijk dan klinisch. Grotere variabelen waarmee
probleemgedrag wordt beschreven. Statische analyses-vragenlijsten.
Probleemgedrag is moeilijk vast te stellen. Het is belangrijk om te kijken naar de omvang, duurtijd,
hoeveelheid, gevolgen, context, interpretatie van de waarnemer, ontwikkeling van de persoon.
Klinische benadering
- GAP systeem (1966): globale clusters en klinische beschrijvingen van de stoornis, verdeelt in
10 categorieën.
- DSM (1952): meer-assig stelsel. Rekening houden met meerdere factoren (comorbiditeit). Er
zijn 5 assen: klinisch syndromen, persoonlijkheidsstoornissen, lichamelijke stoornissen,
psychosociale stressfactoren, niveau van functioneren afgelopen jaar. DSM-onderscheid cd,
odd, adhd, ass enz.
- ICD-10: werkt ook met assen, maar de assen zijn eigenlijk beschrijvingen van categorieën.
- CAP-J: Classificatie Aard Problematiek Jeugdzorg is ervoor om ook de omgevingsfactoren mee
te nemen en geeft een breder beeld waardoor het jeugdzorgmedewerkers meer inzicht geeft.
Richt zich op lichtere gezins-en omgevingsproblemen. Is aanvulling op DSM en ICD.
Empirische benadering
Kwantitatief: aantal kwalitatief: type probleem
Gedragsdimensies
- Broad-band dimensies: algemene gedragingen zoals agressief en angstig, gedragsproblemen
en persoonlijkheidsproblemen
- Narrow-band dimensies: verdere verfijning
Vragenlijsten ter bepaling van probleemgedrag eisen: toegankelijkheid, toepasbaarheid,
afnameprocedure, betrouwbaarheid en validiteit.
Meest voorkomende vragenlijsten:
- Child behavour checklist CBCL: 120 vragen is voor 6-12 jaar
- Strength and difficulties questionnaire SDQ: kortere vragenlijst, 5 schalen is voor 4-16 jaar
- Sociaal emotionele vragenlijst SEV: 72 vragen is voor 4-18 jaar
2
, Hoofdstuk 3 modellen en interventies
Model een theoretische stroming om probleemgedrag te verklaren
Psychodynamisch model:
In deze stroming is emotie heel belangrijk (difensie)
- Freud als grondlegger, daarna door volgende wetenschappers
aanpassingen gedaan.
- De mens als een asociaal wezen met driften, dat via opvoeding
en socialisatie zichzelf leert te beheersen en rekening leert
houden (ego) met omgevingseisen (superego)
- Van lustprincipe naar realiteitsprincipe
- Erikson; het kind wordt niet zozeer door driften als wel door behoeften gedreven.
- Elk kind bezit een aantal basisbehoeften (veiligheid, liefde, erbij horen en meetellen). Wil het
kind zich tot een gezonde persoonlijkheid ontwikkelen, dan moet er aan deze behoeften
tegemoet gekomen worden.
- Emotionele groei in goede banen leiden, emotie is van groot belang voor de ontwikkeling
- Stadia van emotionele ontwikkeling die een kind moet doorlopen; groot belang van
emotionele relaties met belangrijke personen. (Hechtingsgedrag/ attachment)
- Interne psychische processen; deel bewust, maar groot deel onbewust (probleemgedrag als
weerspiegeling van interne psychische problemen door biologische en omgevingsinvloeden)
Gedragsmodel:
Gaat uit van aan en afleren van gedrag. Leren vindt plaats via klassieke processen en
conditioneringsprocessen.
• Pavlov; fysiologische respons op een gebeurtenis.
• Skinner; operante conditionering; consequent belonen van gewenst gedrag.
In tegenstelling tot de experimenten vinden de leerprocessen in de dagelijkse werkelijkheid
gecompliceerder plaats. (Imitatie, identificatie, invloed van waarden en normen). Algemeenheid
binnen leertheorie; geleerd (probleem)gedrag blijft bestaan zolang dit gedrag door de omgeving
“beloond” of wel bevestigd wordt.
Humanistisch model:
- De mens wordt vanuit deze visie vooral gezien als
iemand die een groeibevorderend vermogen bezit om
positieve kwaliteiten tot ontwikkeling te brengen. Ieder
mens bezit de kracht om zich te ontwikkelen tot een
volledige persoonlijkheid.
- Maslow ziet deze kwaliteiten als eigen innerlijke
positieve kracht.
- De mens wordt als een fundamenteel goed wezen beschouwd, dat door een destructieve
maatschappij in ontwikkeling bedreigd kan worden.
- Probleemgedrag wordt verklaard vanuit falende omgeving, waardoor het kind onvoldoende
in gelegenheid gesteld is om positieve kwaliteiten te ontwikkelen.
Rogers over het humanistisch model: geen onaangepast kind meer, alleen maar ongezonde
omgevingen. Zelfconcept staat centraal. Probleemgedrag ontstaat als je je vervreemdt van het
zelfconcept
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkespalink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.24. You're not tied to anything after your purchase.