Hfst 1: Plaatsbepaling en uitgangspunten van het gezondheidsrecht
§1.1 plaatsbepaling
§1.1.1 Ontwikkeling van het gezondheidsrecht
Sinds de jaren 50 van de 20 ste eeuw is het gezondheidsrecht als apart rechtsgebied tot
ontwikkeling gekomen. Het heeft zich ontwikkelt tot een horizontaal specialisme dat wordt
bestudeerd vanuit het civiel-, straf-, bestuurs- en internationaalrechtelijk perspectief. De gedachte
om voor het gezondheidsrecht een nationale groepering te vormen ontstond op het eerste
Wereldcongres voor Medisch Recht in 1967. Dit was het begin van de Vereniging voor
Gezondheidsrecht.
Gezondheidsrecht kwam voort uit de vele rechtsvragen die zich aandienden door een steeds
complexer wordende en dieper ingrijpende gezondheidszorg.
De term ‘medisch recht’ is ouder dan de term gezondheidsrecht. Hierbij gaat het vaak om een
andere achtergrond en referentiekader.
Over medisch recht wordt vaak gesproken als het kind van Themis en Aesculapius.
De oorzaken van de publieke regulering van de gezondheidszorg:
- Groeiende behoefte in samenleving om gezondheidszorg onder de invloedsfeer van het
openbaar bestuur te brengen.
- Wens om normen en waarden van de samenleving tot uitdrukking brengen binnen de
gezondheidszorg.
- Ontwikkeling van de rechten van de patiënt.
- Noodzaak tot beheersing van de kosten van de gezondheidszorg, vraag naar de grenzen
van de gezondheidszorg en rechtvaardige verdeling van de schaarse middelen.
- Snelle evolutie van de geneeskunde, en daarmee de mogelijkheid om dieper in te grijpen in
lichaam en geest.
- De specialisatie en arbeidsverdeling: hierdoor werd hulpverlening meer een zaak van
samenwerking.
- Behoefte om de veiligheid en kwaliteit van de gezondheidszorg juridisch te waarborgen.
Uitwerking van de rechten van de mens speelde bij de ontwikkeling van het gezondheidsrecht een
rol.
In het kader van bescherming van de patiënt, die in een afhankelijke positie verkeert.
(Grondrechten en rechten van de patiënt) Het recht is een van de middelen om te zorgen
dat de patiënt de positie heeft die hem toekomt.
In het kader van kunnen delen in de mogelijkheden van de gezondheidszorg. (Sociale
grondrechten, recht op zorg voor de gezondheid). De erkenning van het recht op zorg
speelt hierbij een grote rol. Dit kan worden onderverdeeld in:
o Het recht op gezondheidszorg
o Het recht op gezondheidsbescherming
o Het recht op gezondheidsbevordering
Iedereen moet toegang hebben tot voor de gezondheid noodzakelijke zorg en deze moet aan
kwaliteitseisen voldoen:
- Toegankelijkheid
- Beschikbaarheid
- Financiële bereikbaarheid
,Doel van het gezondheidsrecht: rechten van mensen in de gezondheidszorg te beschermen en
evenwichtige verhoudingen in en ten aanzien van de zorg scheppen.
Het gezondheidsrecht geeft het kader aan waarbinnen de hulpverlening zich moet voltrekken en
omlijnt de posities van patiënt en hulpverlener.
§1.1.2 Omschrijving van het gezondheidsrecht
Omschrijving gezondheidsrecht: het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de zorg
voor de gezondheid en de toepassing van overig burgerlijk-, bestuurs- en strafrecht in dat
verband.
Hiermee wordt dus niet alleen het geschreven positieve recht bedoeld.
Zelfregulering valt ook onder het ‘geheel van rechtsregels’. Dit wordt autonoom recht
genoemd. Daarnaast wordt het van buitenaf opgelegde recht heteronoom recht genoemd.
Het object van het gezondheidsrecht is het geheel aan rechtsregels dat op de gezondheid is
gericht.
Het gezondheidsrecht is een horizontaal specialisme en dus niet toe te schrijven aan een
vakgebied.
De kern van het gezondheidsrecht wordt primair bepaald door specifiek op de gezondheidszorg
betrekking hebbende regels.
§1.1.3 Gezondheidsrecht en gezondheidsethiek
Ethische en juridische overwegingen hagen vaak met elkaar samen.
Bij gezondheidsrecht spelen ook fundamentele beginselen, individuele en maatschappelijke
waarden en de onderlinge verhouding een rol. (De ethiek dus)
De beginselen die in de gezondheidsethiek gelden zijn; respect voor autonomie, rechtvaardigheid,
niet-schaden en weldoen. Voor een belangrijk deel zijn deze in het recht geïncorporeerd.
Verschillen tussen gezondheidsrecht en gezondheidsethiek:
- Het gezondheidsrecht houdt zich (in tegenstelling tot de ethiek) bezig met wettelijke en
andere juridische regelingen, rechten en plichten, contractuele verhoudingen enz. De
gezondheidsjurist kan zich namelijk niet tot waarden en normen beperken.
- Ethische opvattingen verschillen terwijl het de taak van het recht is ethische verschillen in
een rechtssysteem te plaatsen.
Bij verschil van ethische opvattingen mag het recht zich niet met 1 van visies identificeren.
- Ethiek normeert gedrag, maar die norm is niet direct juridisch bindend. Ethische normen
kunnen echter wel doorwerking krijgen in het recht.
Waar de rechter ‘blanket’ termen heeft gebruikt: redelijkheid, billijkheid, goede trouw.
Ook kunnen ethische opvattingen via gewoonterecht en rechtspraak juridische gelding
krijgen.
Een ethische opvatting betekent niet dat er zomaar in strijd met het recht mag worden gehandeld.
Hier zijn wel uitzonderingen op: wanneer er een zodanig spanningsveld is ontstaan tussen wet
en ethiek dat een wettelijke regel dwingt of dringt tot gedrag dat strijdig is met fundamentele
waarden of beginselen.
Bij zo’n spanning kan de wet haar legitimatie verliezen en de ethiek prevaleren.
Ruimte voor ethiek is er voorts waar het recht niet regelt. Recht moet niet proberen alle
aspecten van de samenleving te omvatten, zeker als ethische opvattingen uiteenlopen.
Terughoudendheid van de wetgever is aangewezen -> hij mag geen ethisch standpunt via
de wet opleggen.
§1.2 Bronnen van het recht in de gezondheidszorg
Belangrijkste rechtsbronnen: internationale verdragen, wetgeving, rechtspraak en gewoonte. Als
vierde rechtsbron binnen het gezondheidsrecht speelt zelfregulering een grotere rol dan de
gewoonte.
,§1.2.1 Bovennationale rechtsbronnen
De twee belangrijkste: internationale mensenrechtenverdragen en het supranationale recht van de
Europese Unie.
De relevantie voor mensenrechten binnen de gezondheidszorg ligt besloten in het feit dat zorg
een belangrijke bestaansvoorziening is en daarom wordt toegang tot noodzakelijke zorg als
mensenrecht beschouwd.
Omdat patiënt in lichaam of geest onderworpen is aan de bemoeienis van artsen of andere
hulpverleners kunnen mensenrechten in het geding komen.
Internationale verdragen zijn alleen van belang wanneer zij zijn geratificeerd. Nederlandse burgers
kunnen op deze bepalingen dan namelijk een beroep doen bij de rechter.
Dit volgt uit de artikelen 93 en 94 van de GW.
Art. 93 Gw: spreekt in dit verband van bepalingen die naar hun inhoud eenieder kunnen
verbinden.
Art. 94 Gw: nationale wetgeving moet voor die bepalingen wijken.
Voor het gezondheidsrecht komen de belangrijkste bepalingen van de VN:
- Universele verklaring van de rechten van de mens (UVRM)
- Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR)
- Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR)
- Internationaal verdrag inzake de rechten van het Kind (IVRK)
- VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
Van het grootste belang voor de gezondheidszorg in algemene zin is het EVRM. De Nederlandse
rechter moet verdragsbepalingen rechtstreeks toepassen.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) houdt toezicht op de naleving van het
EVRM en kan ook door klachten van particulieren in werking worden gesteld.
Naarmate nationale wetgeving beter beschermd zullen klachten over schending van het verdrag
minder vaak voorkomen.
In het kader van de raad van Europa is ook het Europees Sociaal Handvest tot stand gekomen.
Hiervan is vooral art. 11 van belang: dit is het recht op gezondheidszorg.
Daarnaast is voor de gezondheidszorg van belang het Biogeneeskundeverdrag. Hierin zijn een
aantal algemene rechten opgenomen.
Nederland heeft dit verdrag ondertekend maar nog niet geratificeerd.
De Tweede Kamer wil daar ook van afzien omdat:
o De algemene bepalingen in het verdrag te onbestemd zijn
o De meer toegespitste bepalingen zijn te gedetailleerd.
o Ook zou Nederland te veel voorbehouden bij het verdrag moeten maken.
Het Biogeneeskundeverdrag is aangevuld met 4 Protocollen:
- Het verbod van klonen van menselijke wezens
- Orgaan en weefseltransplantatie
- Inzake biomedisch onderzoek
- Inzake genetisch testen voor gezondheidsdoeleinden
Het belang van het EU recht voor de gezondheidszorg vindt echter vooral zijn basis in de EU-
verdragen: Het verdrag betreffende de Europese Unie (EU-verdrag) en Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie (VWEU).
De organen van de EU (raad van ministers, Europese Commissie, Europees Parlement) kunnen
gezamenlijk bindende regels stellen. Aan de nationale instanties wordt dan de bevoegdheid
gegeven om vorm en middelen te kiezen die zij voor implementatie in het nationale recht het
meest geschikt achtten.
Het Hof van Justitie zich toe op naleving van de verdragen.
, Het heeft de exclusieve bevoegdheid om verdragsbepalingen uit te leggen. Nationale
rechters kunnen het HvJ daarvoor benaderen voor een zogenaamde prejudiciële
beslissing.
Het HvJ heeft aangegeven dat de rechtsorde van de EU prevaleert boven het nationaal recht:
lidstaten hebben een deel van hun soevereiniteit prijsgegeven.
Naast algemene bepalingen zijn er ook richtlijnen die specifiek op de gezondheidszorg betrekking
hebben. Deze staan in direct verband met het vrij verkeer van goederen.
Het primaire doel van deze richtlijnen is economisch van aard.
Tegelijkertijd beogen zij een hoog niveau van gemeenschappelijke veiligheid en
gezondheidsbescherming te realiseren.
De gezondheidszorg is in de eerste plaats een aangelegenheid van lidstaten. Het is dus niet
primair een zaak van EU-recht. Ook het subsidiariteitsbeginsel: de organen van de EU treden
pas op als de desbetreffende doelstelling niet op nationaal niveau kan worden bereikt, speelt een
belangrijke rol.
§1.2.2 Wetgeving in de gezondheidszorg
Het beginsel rechtsstaat houdt in dat de overheid in haar optreden gebonden is aan het recht.
Het recht waarborgt enerzijds dat op zorgvuldige wijze moet worden omgegaan met de
belangen van individuen en maatschappelijke organisaties.
Anderzijds is recht een instrument van de overheid om beleid te realiseren.
In een democratische rechtsstaat zijn het primair de formele wetten die vastleggen wat als recht
dient te gelden.
In de jaren 60 en 70 nam het overheidsbeleid op de gezondheidszorg enorm toe. In de jaren 80
werden vervolgens de grenzen van de wetgeving zichtbaar. Toen kwam men tot de ontdekking dat
onbeperkt gebruik van het wetgevingsinstrument problemen met zich mee kan brengen:
- Gebrek aan kenbaarheid en toegankelijkheid
- Afwezigheid van voldoende samenhang tussen verschillende weten
- Verlies aan flexibiliteit
- Spanningen tussen wet en praktijk
- Bureaucratisering
- Hoge uitvoeringslasten
Voorgaande leidde tot een roep om deregulering. Dit heeft geleid tot aangepaste vormen
van wetgeving.
De wetgever zou zich overigens niet moeten bezighouden met het wettelijk regelen van de inhoud
van het medisch handelen. Dit moet over worden gelaten aan de medische professie.
Redenen om wel gebruik te maken van een wettelijke regeling:
- Het vastleggen van de structuur en het functioneren van de gezondheidszorg met het oog
op beschikbaarheid en bereikbaarheid voor alle burgers
- Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit door instelling van overheidstoezicht,
veiligheidseisen ten aanzien van genees- en hulpmiddelen. En kwaliteitswetgeving voor
instellingen en individuele beroepsbeoefenaren.
- Garanderen van de financiële toegankelijkheid van als noodzakelijk te beschouwen zorg.
- De bescherming van de patiënt in diens afhankelijkheid van de hulpverlener.
- Bescherming van individuen waar belangen van derden een rol gaan spelen.
- Bescherming van de volksgezondheid op collectief niveau.
Ondanks dat er de laatste jaren sprake was van veel nieuwe wetgeving op het gebied van de
gezondheidszorg, is dit niet in strijd met het voorgaande besproken deregulering.
Er was sprake van veel onder regulering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daantergems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.50. You're not tied to anything after your purchase.