Vragen fysiopathologie en ziekteleer (75 vragen)
Topics:
1. Atherosclerose (6)
i. Beschrijf het verloop van atherosclerose
ii. Hoe gaat een atheroomplaque over van een stabiele naar een vulnerabele fase en wat
zijn hiervan de mogelijke klinische gevolgen
iii. Beschrijf de endotheliale controle van de vaattonus. Welke rol speelt het endotheel in de
pathogenese van de atherosclerose
iv. Welke fysiopathologiesche rol spelen monocyten, macrofagen, T- lymfocyten en
dendritische cellen en stamcellen in de proces van atherosclerose
v. Welke fysiopathologisch rol spelen bloedplatjes en de hemostasecascade in het proces
van atherosclerose? Kader hierbij ook de belangrijkste antithrombotische behandelingen
zoals gebruikt bij atehrosclerose
vi. Beschrijf de belangrijkste risicofactoren voor atherosclerose bij de mens, en kader hun
fysiopathologisch aangrijpingspunt.
2. Coronair hartlijden (5)
i. Beschrijf de fysiopathologie, kliniek en prognose van stabiele angor pectoris.
ii. Beschrijf de fysiopathologie, kliniek en prognose van onstabiele angor pectoris
iii. Beschrijf de fysiopathologie, kliniek en prognose van een acuut myocardinfarct
iv. Beschrijf de belangrijkste complicaties en hun fysiopathologisch mechanisme van een
acuut myocardinfarct
v. Beschrijf de belangrijkste therapeutische aangrijpingspunten ( medicamenteus en niet
medicamenteus) van coronair ischemisch hartlijden
3. Vaatziekten (3)
- Bespreek de belangrijkste oorzaken en klinische presentatie van een aorta aneurysma en
een aortadissectie
- Wat is de fysiopathologische basis van varices en bespreek de belangrijkste complicaties
- Bespreek de belangrijkste risicofactoren voor een diep veneuze thrombose en de
belangrijkste complicaties van deze aandoening
4. Pneumologie (4) (op het einde)
- Noem 5 risicofactoren voor het ontwikkelen van longkanker
- Leg uit hoe natuurlijke selectie een rol speelt in de behandeling van niet-kleincellige
longkanker
1
, - Welke families/categorieën van astmageneesmiddelen bestaan er en beschrijf kort hun
werking (niet lang vs kortwerkend maar type van geneesmiddel)
- Op welke manieren kunnen we een astma diagnose stellen?
5. Obesitas (gastles) (1)
- Beschrijf de pathologische consequenties van obesitas op minstens 3 orgaansystemen
6. Diabetes mellitus I (6)
- Wat is type 1 diabetes
- Beschrijf de diagnostische criteria en de verschillen van type 1 en type 2 diabetes en leg
de pathogenese van beide types uit?
- Bespreek de risicofactoren van diabetes die bijdragen tot chronische
diabetesverwikkelingen en welke chronische complicaties komen er voor
- Wat zijn DPP-4 inhibitoren, incretinemimetica en SGLT2-inhibitoren, hoe werken ze?
Verklaar hun werking in fysiopathologie type II diabetes.
- Hoe wordt insuline gesecreteerd?
- Beschrijf alle acties van insuline en van glucagon
7. Bijnierpathologie (3)
- Welke hormonen maken de bijnieren aan, waar worden ze exact geproduceerd, en wat
is hun fysiologische functie?
- Bespreek ziekte van Addison: definitie, oorzaken, symptomen, behandeling (voor- en
nadelen van onder- versus overbehandeling)
- Bespreek syndroom van Cushing: definitie, etiologie, waarom screenen, welke 3
eerstelijns screeningstesten?
8. Schildklierpathologie (4)
- Beschrijf de fysiologische acties van schildklierhormoon.
- Bespreek de ziekte van Graves (definitie en etiologie, symptomen en tekenen,
diagnostiek, behandeling)
- Bespreek de ziekte van Hashimoto (definitie en etiologie, symptomen en tekenen,
diagnostiek, behandeling)
- TSH speelt een belangrijke rol in de schildklierhormoonsynthese. Leg uit welke stappen
in de hormoonsynthese beïnvloed worden.
9. Valvulopathiën (7)
- Beschrijf de etiologie, fysiopathologie, kliniek en prognose van een aortaklepstenose.
- Beschrijf de belangrijkste fysiopathologische en klinische verschillen tussen een acute en
een chronische aortaklepinsufficiëntie.
- Beschrijf de etiologie, fysiopathologie en kliniek van een mitralisstenose.
- Beschrijf de belangrijkste fysiopathologische en klinische verschillen tussen een acute en
een chronische mitralisklepinsufficiëntie.
- Bespreek druk- en volumeoverbelasting, en de voornaamste compensatiemechanismen
bij valvulopathieën.
2
, - Beschrijf de fysiopathologie en het klinisch beeld van endocarditis.
- Bespreek de belangrijkste ziektebeelden van het pericard.
10. Hartfalen / Cardiomyopathie (7)
- Wat is een gedilateerde cardiomyopathie? Beschrijf de fysiopathologie van deze
aandoening.
- Wat zijn de belangrijkste oorzaken van een gedilateerde cardiomyopathie, en verklaar
het klinisch ziektebeeld.
- Wat is een hypertrofe obstructieve cardiomyopathie? Beschrijf de fysiopathologie van
de hypertrofe obstructieve cardiomyopathie.
- Wat is een restrictieve cardiomyopathie? Beschrijf de fysiopathologie van deze
aandoening.
- Bespreek de multi-orgaanfysiopathologie van hartfalen.
- Op welke wijze speelt het RAAS-systeem (Renine-Angiotensine – Aldosterone) een
fysiopathologische rol bij hartfalen?
- Beschrijf de verschillende farmacologische behandelingsvormen voor hartfalen, en
plaats ze tegenover hun aangrijpingspunt in de fysiopathologie van deze aandoening
11. Nierinsufficiëntie (12)
- Beschrijf het begrip klaring door de nieren. Hoe kun je dit begrip toepassen om de
glomerulaire filtratie te berekenen? Beschrijf de belangrijkste klinische
laboratoriumtesten ter evaluatie van de nierfunctie bij de mens.
- Bespreek de belangrijkste nierfuncties bij de gezonde mens.
- Bespreek de voornaamste oorzaken en tevens de fysiopathologische gevolgen van acute
nierinsufficiëntie? Bespreek ook de symptomatologie.
- Bespreek de belangrijkste glomerulopathieën.
- Welke zijn de voornaamste oorzaken van prerenale nierinsufficiëntie?
- Welke zijn de voornaamste oorzaken van renale nierinsufficiëntie?
- Bespreek de voornaamste oorzaken van postrenale nierinsufficiëntie.
- Hoe ontstaat nefrolithiase? Bespreek de klinische symptomatologie en de belangrijkste
klinische complicaties.
- Welke zijn de voornaamste oorzaken van chronische nierinsufficiëntie? Beschrijf de
symptomen en tekens van chronische nierinsufficiëntie.
- Beschrijf het metabolisme van calcium, fosfor en vitamine-D bij chronische
nierinsufficiëntie. Bespreek ook de hieruit voortvloeiende klinische symptomatologie.
- Bespreek renale osteodystrophie
- Beschrijf de belangrijkste verschillen tussen acute en chronische nierinsufficiëntie
12.Gastro-enterologie (7)
- Bespreek de normale motiliteit van de slokdarm en de afwijkingen die optreden bij
achalasia en bij tertiaire slokdarmspasmen.
- Beschrijf de etiologie, de fysiopathologie en de voornaamste complicaties van
refluxoesofagitis.
- Welke rol speelt Helicobacter pylori in de peptische syndromen? Hoe kan de diagnose
van een Helicobacter infectie gesteld worden?
3
, - Beschrijf de klinische symptomatologie en de voornaamste complicaties van een
maagulcus en een duodenumulcus
- Bespreek de voornaamste inflammatoire darmziekten bij de mens
- Bespreek de fysiopathologie van de anemie, zoals ide ontstaat door chronisch gastro-
intestinaal bloedverlies
- Bespreeek de fysiopathologie van slikstoornissen zoals die ontstaan na een
cerebrovasculair accident (beroerte)
13.Hepatologie/ leverziekten (11)
- Bespreek de belangrijkste leverfuncties bij de normale mens.
- Bespreek het mogelijke verloop van hepatitis.
- Wat weet U over de nierfunctie bij portale hypertensie?
- Beschrijf de fysiopathologie van levercirrose.
- Bespreek de fysiopathologie van de hepatische bloedsomloop bij levercirrose.
- Waarom kan bij levercirrose een encephalopathie optreden?
- Deel de symptomen van levercirrose in in diegenen die aan levercellijden en aan portale
hypertensie te wijten zijn.
- Bespreek het ontstaan en de mogelijke complicaties van slokdarmvarices.
- Bespreek de fysiopathologie en het klinisch beeld van galstenen, evenals de mogelijke
verwikkelingen.
- Bespreek de belangrijkste laboratoriumafwijkingen bij diverse locaties van
galsteenpathologie.
- Beschrijf de belangrijkste klinische laboratoriumtesten ter evaluatie van de leverfunctie
bij de mens
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ietjebmw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.44. You're not tied to anything after your purchase.