Hoofdstuk 1
Het brein is een orgaan wat bestaat uit zenuwweefsel. Dit weefsel bestaat uit neuronen en
gliacellen.
Gedrag is elke vorm van observeerbare actie of reactie van een mens of een dier in reactie op
externe of interne prikkels (stimuli). De meeste vormen van gedrag bestaan uit een mix van
aangeboren en aangeleerde acties. (bijv. zuigreflex van baby is aangeboren, later eten sterk
beïnvloedt door cultuur),
Kleiner, eenvoudiger zenuwstelsel → kleiner gedragsrepertoire, simpelere gedragingen, veelal
aangeboren.
Groter, meer complex zenuwstelsel → groter gedragsrepertoire, meer complexe gedragingen,
beïnvloed door leerprocessen.
Maar: Mind-body probleem ; is er een los lichaam en een losse geest?
Mensen stammen niet af van de chimpansees, ze hebben wel een gemeenschappelijke
voorouder. De belangrijkste ontwikkeling voor de mens was de toename van het
hersenvolume. → deze kan grofweg worden berekend met Encefalisatiequotiënt (EQ)
EQ = feitelijk hersengewicht / verwacht hersengewicht (op basis van lichaamsgewicht)
(hoe hoger EQ hoe groter hersenvolume)
De moderne mens heeft het grootste brein in verhouding tot lichaamsgewicht. Dit heeft zo
groot kunnen worden door:
- Fruit eten
- Gebruik van vuur voor koken → minder verteren, meer tijd voor sociale interactie
- Efficiënte koeling van het brein
- Neotenie → vertraagde’ ontwikkeling (ten opzichte van eerdere soorten). Eigenschappen uit
juveniele fase van voorouders blijven behouden in volwassen afstammelingen.
Intelligentie gaat niet om de grootte van het brein, maar om de hoeveelheid connecties in het
brein.
,Hoofdstuk 2
Hersenen hebben het vermogen om zich aan te passen aan de omgeving, het is geen statisch
orgaan = Neurale plasticiteit
Er zijn verschillende aanduidingen van locaties in het brein:
- Brain-body orientation
- Spatial orientation = locatie van hersengebieden in relatie tot andere onderdelen van
het lichaam
- Rostraal: bek
- Superieur: boven
- Caudaal: staart
- Inferieur: onder
Let op!
Dorsaal en ventraal maken een hoek
van ~90 graden in het ruggenmerg
(zie mens in pose van hond dan is het
logisch)
, - Anatomical orientation: richting van doorsnedes of secties van het brein
vanuit het perspectief van een toeschouwer
Coronale sectie geeft vooraanzicht
Horizontale sectie geeft dorsaal
aanzicht
Saggitale sectie geeft mediaal
aanzicht
Brein is beschermd door de huid, schedel en een vliezensysteem:
- (van buiten naar binnen) Dura mater → hard hersenvlies, houdt alles bij elkaar.
- Arachnoide laag (spinnenwebvlies) → vette, dunne laag - Pia
mater → zacht hersenvlies
Ruggenmerg heeft dezelfde opbouw
Subarachnoide ruimte zit tussen pia mater en brein. Deze is
gevuld met cerebrospinale vloeistof die klappen opvangt en
voorkomt dat je brein te zwaar wordt. Ook voert het
afvalstoffen af.
het brein heeft hele goede bloedtoevoer, maar soms gaat het mis:
- Ischemisch CVA ‘herseninfarct’ ~80% afsluiting van bloedvat door bloedprop of
vernauwing (leidt tot lokaal zuurstoftekort)
- Hemorragisch CVA ‘hersenbloeding’ ~20% bloeduitstorting in de hersenen door
opengebarsten of gescheurd bloedvat
Epiduale bloeding is bloeding op dura mater
Subdurale bloeding is bloeding op arachnoid
Subarachoide bloeding is bloeding op pia mater
, Hersenstructuren:
1. Cerebrum (grote hersenen) met linker en rechter hemisfeer, meeste denkwerk, ‘nieuwste’
hersendeel.2. Cerebellum (kleine hersenen) bewegingen
3. Hersenstam vitale functies, ademhaling, hartslag etc.
Algemene gedachte: hoe hoger in het brein, hoe hoger de functie
Hersenschors bestaat uit:
- Frontaalkwab: executieve functies (hogere controlefuncties)
- Pariëtale kwab: sensorische functies
- Occipitaalkwab: visuele informatie
- 2 temporale kwabben: taal, muziek, dat wat auditief is
Cerebrale cortex bestaat uit bochten en groeven
Gyrus ≈ bocht, winding (γύρος) e.g. gyrus
temporalis superior
Sulcus = groef (Latijn)e.g. sulcus centralis (centrale
groeve)
Fissure = diepe groef
Fissura longitudinalis = verdelen hemisferen
Grijze stof = zenuwcellen
Witte stof = zenuwvezels met myeline
Reticulaire stof = netvormig (mix van vezels en cellen)
Corpus callosum = hersenbalk met veel witte stof
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isalaarhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.