Beste IVK-studenten,
Hierbij deel ik mijn aantekeningen voor het vak Safety & Security, Integrale Veiligheidskunde duaal semester 2 leerjaar 1.
Studiejaar .
Lesweek 3
Het fysieke domein omvat ruimtelijk ordening, gebiedsontwikkeling, infrastructurele werken,
verkeersplanning, rioolbeheer, verlichting, groenvoorzieningen, bouw- en woningtoezicht,
wijkbeheer en veiligheid, wonen, werken, recreëren, vergunningverlening en dergelijke.
(Vanuit een gemeentelijk standpunt gezien).
Het begrip fysieke leefomgeving bepaalt tot waar de omgevingswet geldt.
Fysieke veiligheid is de mate waarin mensen beschermd zijn/ zich beschermd ervaren
tegen ongevallen en onheil zónder menselijke intentie. Dit is het verschil met alle overige
veiligheid binnen alle overige domeinen, en ook voor de discipline ‘Security’.
Natuurkunde of fysica is de wetenschap die de algemene eigenschappen van materie,
straling en energie bestudeert, evenals het gedrag ervan in ruimte en tijd. Fysici
onderzoeken fysische fenomenen als kracht, beweging en evenwicht, warmte, licht, geluid,
magnetisme en elektriciteit
Fysiek is een ander woord voor 'lichamelijk'. Daarnaast betekent fysiek dat iets
daadwerkelijk aanwezig is, dus tastbaar is. Fysiek slaat dus op het lichaam.
We kijken bij lichamelijk letsel naar effecten van fysische fenomenen op het lichaam (van
buitenaf)
Fysische risico’s:
• Werken in de warmte en koude, grote temperatuurverschillen en fysiek zware arbeid
• Verlichting, daglicht, uitzicht
• Ioniserende en niet-ioniserende straling
• Werken onder over- en/of onderdruk
• Lawaai op het werk
• Binnenklimaat: luchtvochtigheid, tocht, luchtverversing
• Blootstelling aan trillingen
• Blootstelling aan elektromagnetische velden
Fysieke belasting: De door een werknemer in verband met de arbeid in te nemen
werkhouding, uit te voeren bewegingen of uit te oefenen krachten, onder meer bestaande uit
het tillen, neerzetten, duwen, trekken, dragen of op een andere wijze verplaatsen of
ondersteunen van een of meer lasten.
Deze arbeid kan onder meer zwaar, repeterend en eentonig zijn. De gevolgen van fysieke
belasting kunnen acuut, chronisch, tijdelijk en blijvend zijn (en combinatie daarvan).
Getallen:
• Sturen: een proces starten om het getal te beïnvloeden
• Beslissen: een actie ondernemen op basis van een getal
• Schatten: denken over de impact van een getal
• Prioriteren: onderscheid maken tussen vergelijkbare getallen
• Aantallen: een optelsom van vergelijkbare zaken (bijvoorbeeld: ongevallen)
,Aantekeningen Safety & Security
Semester 2
• Indexcijfer: een indicatie op basis van een verhouding (bijvoorbeeld: percentages)
• Waardes: de grootte of hoogte van iets (bijvoorbeeld: temperatuur)
Persoonlijke impact:
• Emotioneel: schuld, spijt, verdriet, verwijt, etc.
• Fysiek: beperkingen, functieverlies, etc.
• Sociaaleconomisch: arbeidsongeschiktheid
Maatschappelijk impact (miljarden euro’s per jaar):
• Zorgkosten: ziekenhuisopname, chirurgie, eerste hulp, revalidatie
• Arbeidskosten: kosten arbeidsverzuim, verlies expertise en vakmanschap (menselijk
kapitaal), kosten verstoring business continuity
• Uitkeringen: WW, zorgtoeslag, bijstand
• Kracht is een natuurkundige grootheid die een voorwerp van vorm of van snelheid
kan doen veranderen.
• Energie ontstaat als een kracht een beweging veroorzaakt
• Arbeid is het vrijkomen van energie.
• Druk ontstaat als een kracht géén beweging veroorzaakt
Ezelsbruggetje: Energie kun je opslaan (batterij, hoogte e.d.), arbeid niet.
• Vermogen is Hoeveel energie er per seconde geleverd wordt of hoeveel energie er
per seconde verbruikt wordt.
• Impact (botsing, stoten, vallen, projectielen, beknelling)
• Aanraking (verbranden, snijden, elektrocutie)
• Contact (gegrepen worden, snijden, hitte, kou)
• Overbelasting (blootstelling aan straling, tillen, herhaling, zwaar werk, overdruk,
trillingen)
• Verlies of tekort (zuurstof, bewustzijn, evenwicht)
Stomp trauma: niet-zichtbare verwonding onder de huid, in de buikholte en hersenen door
zware impact.
Penetrerend trauma: een zichtbare verwonding, van buitenaf door huid- of oogweefsel heen
Definitie bouwwerk:
Een ‘bouwwerk’ is elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander
materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond
verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te
functioneren.” Een 'bouwconstructie' is elk deel van een bouwwerk dat is bestemd om
belasting (bijvoorbeeld: krachten van buitenaf en eigen gewicht) te dragen.
Lesweek 4:
Constructieprincipes
• Sterkte: De mate waarin een bouwwerk zijn samenhang niet mag verliezen (=breken).
• Stijfheid: De mate waarin een object bouwwerk is tegen (blijvende) vervorming als er
krachten op werken
• Stabiliteit: De mate waarin een bouwwerk bestand is tegen krachten die het object uit
zijn oorspronkelijke evenwichtstoestand kunnen brengen
Belastingen:
Permanent: eigen gewicht: alle bouwmaterialen die op elkaar leunen en steunen
Veranderlijk:
• Windbelasting: van aanhoudende wind tot zware rukwinden
• Draagbelasting: van personen op vloeren en sneeuw op daken
• Trillingen: van verkeerstrillingen tot aardbevingen
• Temperatuurbelasting: van seizoenen tot brand
, Aantekeningen Safety & Security
Semester 2
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB)
“Het kabinet wil dat bouwbedrijven de kwaliteit van hun werk beter controleren. Zo kan de
bouwkwaliteit van gebouwen verbeteren door minder bouwfouten en gebreken. Bijvoorbeeld
constructiefouten, brandonveilige situaties, onvoldoende isolatie of een slecht functionerende
ventilatie. Ook hoeven bouwbedrijven minder kosten te maken voor het herstel van
bouwfouten. En het werk van onafhankelijke kwaliteitscontroleurs wordt makkelijker en
sneller, omdat de bouwers zelf al veel gecontroleerd hebben.”
De Europese Verordening bouwproducten (305/2011) schrijft voor dat bedrijven moeten
aantonen welke prestaties hun bouwproducten leveren. Deze regels zijn van toepassing op
35 uiteenlopende productgebieden.
Fundamentele eisen voor bouwwerken en essentiële kenmerken van bouwproducten:
1. Mechanische weerstand en stabiliteit
2. Brandveiligheid
3. Hygiëne, gezondheid en milieu
4. Veiligheid en toegankelijkheid bij gebruik
5. Bescherming tegen geluidshinder
6. Energiebesparing en warmtebehoud
7. Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen
Brand = ‘ongewenst vuur’ of ‘onbeheerst vuur’
Voor brand zijn drie elementen nodig:
• Brandstof
• Zuurstof
• Warmte (energie)
Mechanisme: bij de reactie van zuurstof met brandbare gasdeeltjes komt
warmte vrij. Deze warmte zorgt dat er meer gasdeeltjes ontstaan. Brand houdt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller B1lal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.