Alle relevante hoofdstukken en paragrafen voor het tentamen zijn opgenomen in de samenvatting. Daarnaast zijn alle begrippen los uitgelegd en is de samenvatting zo opgemaakt, dat begrippen ook makkelijk geleerd kunnen worden.
INLEIDING IN DE PSYCHISCHE GEZONDHEIDSZORG
Hoofdstuk 1-1.10
Psychische problemen= problemen, verstoringen in de ontwikkeling of de realisatie van
psychische functies (gevoelens niet makkelijk veranderbaar, maar zijn
snel op te lossen niet zoals een stoornis)
Psychische stoornis= tijdelijke, maar meestal duurzame afwijking of verstoring van het
psychisch functioneren
Psychisch functioneren= de manier waarop hersenen werken en hoe dat tot uitdrukking komt
in het gedrag
Kenmerken stoornis:
- Het is een ziekte
- Langdurig, voortdurend, ingrijpend en belemmerend in het dagelijks functioneren
- Is iets anders dan een psychisch probleem
- Genezing is niet mogelijk maar herstel wel
Het onderscheid tussen psychische functies en andere hersenprocessen is dat psychische functies zich
kunnen ontwikkelen door ervaring op te doen en te leren.
DSM-5= classificatiesysteem van alle symptomen, duur ervan, frequentie van allerlei bekende
psychische stoornissen
Catalogus waarin systematisch alle stoornissen worden ingedeeld:
- De symptomen:
- De duur ervan;
- De frequentie
Kritiek op de DSM door van der Stel:
- Iedereen is anders
- Niet betrouwbaar als meting
- Geen behandeling beschreven
- Stigmatiserend
Symptomen van depressie volgens DSM-5:
- Sombere stemming
- Beleving van plezier wordt minder
- Gewichtsverandering
- Inslaapproblemen
- Moe, geen energie
- Concentratiegebrek
Begeleiding van depressie: acceptatie, empathie, transparantie, echtheid, activering, aansluiten,
onderliggende problematiek.
Psychopathologie= inzicht in de kenmerken van stoornissen
Bij psychische aandoeningen heeft de persoon behalve de behandelaar ook eigen initiatief nodig voor het
herstelproces.
Klinische herstel= verminderen van symptomen of ziekteverschijnselen
Niet-valide= niet overeenkomen met de werkelijkheid
Dementie= verliezen van het vermogen om nieuwe herinneringen op te slaan of
oude herinneringen actief op te halen
Mensen met een lagere sociaal-economische status en langere tijd stresservaringen hebben, hebben
grotere kans op een psychische stoornis.
Schizofrenie: ontstaat onder invloed van bepaalde groepen genen, interactie met de
omgeving en gebeurtenissen in de levensloop
Erfelijke factoren kunnen kwetsbaarheid voor stoornissen verhogen en/of een beschermend werken.
Kwetsbaarheden/verklaringen ontstaan psychische problemen aan de hand van het biopsychosociale
model:
1
, - Biologische kwetsbaarheden: erfelijke kenmerken
- Psychosociale kwetsbaarheden: psychische stress, traumatische ervaringen, opvoedingsklimaat
- Sociale kwetsbaarheden: lage opleiding, weinig inkomen, sociaal isolement
Culturele kwetsbaarheden: denkwijze van een bepaalde cultuur over psychische stoornissen,
cultuur bepaalt identiteit en d kaders waarmee iets wordt bepaald
Mechanismen= zorgen voor de processen in een systeem (de hersenen,plant, oorzaak)
Determinanten= omstandigheden waarbinnen, waaronder een systeem functioneert
Hoofdstuk 3
Behandelindicatie: anamnese, diagnose en prognose
Anamnese= kijken naar de achtergrond van de aandoening en de persoon en zijn
leven en leefomstandigheden
Diagnose= typering van de aandoening (code uit DSM-5), oorzaken en relatie met
functioneren van persoon
Prognose= kans op herstel, wat er kan/ moet worden gedaan om dat te bereiken
Remissie= tijdelijke afname van symptomen of ziekteverschijnselen, de aandoening of
ziekte blijft wel bestaan
De kwaliteit van leven staat bij herstel voorop. Herstel is in principe altijd mogelijk. Het
belangrijkst is dat met de term herstel er minder nadruk is komen te liggen op het
streven naar genezing (klinisch herstel) maar meer nadruk op maatschappelijke
integratie, persoonlijke ontwikkeling en focus op de ontwikkeling van de psychische
functies die in het bijzonder nodig zijn om zich in het dagelijks leven staande te
houden, doelen te bereiken en met andere mensen te kunnen samenwerken. 4
componenten herstel:
- Klinisch herstel= verminderen van symptomen en zo
mogelijk genezing dmv medicijnen
- Maatschappelijk herstel= weer meekomen in de
samenleving, verbetering bij werk,
inkomen, wonen, sociale relaties
- Functioneel herstel= executieve/psychische functies
herstellen die door de aandoening
zijn aangetast of verminderd
(invloed hebben op je eigen
gedrag, emoties, gevoelens)
- Persoonlijk herstel= eigen wil tot herstel en het zelf
doelen stellen, zelf betekenis kunnen geven aan het verleden en meer grip
krijgen op het eigen leven en de toekomst (motor andere vormen van herstel)
Executieve functies= hogere psychische functies waarmee die je gedrag,
impulsen, motivatie beïnvloeden
Onderdelen die belangrijk zijn bij persoonlijk herstel:
⁃ Zelfregulatie, zingeving aan het herstelproces
⁃ Ervaringsdeskundigheid (veel mensen halen kracht uit onderlinge steun,
herstellen doe je samen)
⁃ Preventie en vroegtijdig handelen
Zelfredzaamheid= in staat zijn zelf problemen op te lossen (zelfregulatieve vermogen)
Kwartiermakers: helpen samen met een ervaringsdeskundige met het creëren van een
maatschappelijk steunsysteem dat mensen in een kwetsbare positie helpt bij
hun zelfredzaamheid
Zorg op maat= precies werken, afstemmen op het individu en zijn achtergrond, empathie
hebben voor de cliënt
2
, ICF= International Classification of Functioning, Disability and Health,
classificatiesysteem voor het beoordelen van het functioneren van mensen en
het in kaart brengen van herstel
ICF helpt bij het beschrijven van het menselijk functioneren in 3 perspectieven:
1. Het menselijk organisme (psychische, sociale functies en anatomische eigenschappen)
2. Het menselijk handelen
3. De mens als deelnemer in het maatschappelijk leven
Menselijk functioneren= functies, anatomie, activiteiten en participatie (in relatie tot een
gezondheidsprobleem)
Functioneringsprobleem= stoornissen (afwijking of verlies anatomische eigenschap), beperkingen,
participatieproblemen
Er zijn externe en persoonlijke factoren in het ICF. Met ICF wordt gekeken naar wat mensen in het dagelijks
leven nog kunnen doen ondanks de symptomen en heeft betrekking op alle mensen, ook als er geen
functioneringsproblemen zijn. Met ICF kunnen de obstakels in herstel in kaart worden gebracht en worden
gewerkt aan verbetering van de kwaliteit van leven en sociale participatie door sociaal werkers.
Hoofdstuk 4
4 aspecten herstel in de psychische gezondheidszorg:
1. Klinisch herstel= verminderen van de klachten en symptomen, gericht op genezing
2. Functionele herstel= herstellen van de vitale functies die door de aandoening zijn verstoord
of niet goed zijn ontwikkeld
3. Maatschappelijk herstel= verbeteren van de sociale positie van de betrokkene op de gebieden
participatie, wonen, werken en relaties
4. Persoonlijke herstel= betrokkenen gaan op zoek naar de voor hen belangrijke waarden, wie
ze zijn of willen zijn (identiteit) en zingeving
De aandacht voor deze 4 aspecten verschilt per sector.
Executieve functies= hogere, psychische functies waarmee mensen invloed kunnen
uitoefenen op hun emoties, cognities, motivaties en gedrag
De overheid roept op tot zelfredzaamheid (voor zichzelf kunnen zorgen), eigen regie en zelfzorg.
Zelfregulatie= psychische processen die eigen regie of zelfzorg mogelijk maken:
reguleren van zichzelf, emoties, cognities, motivaties en gedrag
Zingeving en daarmee samenhangend zelfreflectie zijn processen van zelfregulatie. Bij zingeving stel je het
‘’ doel ‘’ en bij zelfregulatie leef je dat doel na.
Zingeving= zin van het leven, betekenis geven aan iets komt voort uit motivatie.
Zelfregulatie= denkvermogen, hoe zie jij of hoe wil jij je leven zien?
Effectieve zelfregulatie is een belangrijk aspect van functioneel herstel en hangt samen met de
ontwikkeling van de executieve functies. Problemen in de ontwikkeling van zelfregulatie hebben bij
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterrelob. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.