Een complete samenvatting van het vak strafrecht met alle artikelen en termen die je moet kennen voor het tentamen. Voor dit tentamen heb ik door deze samenvatting een 8.8 gehaald.
Het strafrecht houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben gepleegd.
Strafbaar feit plegen -> in tegenstelling tot het civielrechtelijk rechtsgebied mag alleen de overheid straffen
opleggen. (Civiel is burger naar burger, overheid bemoeit zich hier in principe niet mee)
De enige die een verdachte van een strafbaar feit voor de rechter kan brengen is de officier van justitie ->
vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat is belast met de vervolging van verdachten ( het Openbaar
Ministerie)
Het opleggen van een straf dient voornamelijk twee doelen:
Vergelding als de dader kwaad heeft afgeroepen op de samenleving roept de samenleving kwaad af op hem
(door te straffen)
Preventie het afschrikken van mensen zodat ze niet dezelfde fout maken.
Speciale preventie voorkomen dat iemand die al eerder de fout in is gegaan, niet nog een tweede keer
een fout maakt.
De belangrijkste wetten nodig voor strafrecht:
Materieel recht welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor gestraft kunnen worden.
(Wetboek van strafrecht)
Formeel recht welke regels er gevolgd moeten worden wanneer een norm van het materieel strafrecht is
overtreden. (Wetboek van strafvordering)
Commune straffen algemene wetten die in de wettenBOEKEN zijn opgenomen (wetboek van strafrecht en
strafvordering)
Bijzondere straffen strafbepalingen in andere wetten (opiumwet e.d) (te vinden in de bijzondere strafrechten)
Opbouw wetboek van Strafrecht:
Boek 1 regelt de algemene leerstukken van materieel strafrecht, zoals strafuitsluitingsgronden en poging. Zijn
toepasbaar op alle delicten die in het wetboek van strafrecht strafbaar zijn gesteld en in beginsel ook op alle
delicten die in de bijzondere strafwetten zijn opgenomen.
Boek 2 bevat uitsluitend strafbepalingen (misdrijven)
Boek 3 bevat uitsluitend strafbepalingen (overtredingen)
Opbouw wetboek van Strafvordering:
Boek 1 de belangrijkste bevoegdheden tijdens het opsporingsonderzoek worden hier geregeld.
Boek 2 regelt de vervolgbeslissing van de officier van justitie en de hele procedure voor de berechting van een
verdachte door de rechtbank.
Boek 3 is de verdachte of het om het niet eens met de beslissing van de rechtbank dan kan in bepaalde
gevallen hoger beroep worden ingesteld. Dit is een rechtsmiddel en staan allemaal beschreven in boek 3.
Er is ook een boek 4 tm 6 maar niet belangrijk voor nu
Een strafbaar feit
is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving, die
wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.
Aan vier componenten moet voldaan worden wil er sprake zijn van een strafbaar feit:
, In het strafrecht noem je de voorwaarden bestanddelen. Hieraan moet voldaan worden anders wordt de
verdachte vrijgesproken.
Menselijke gedragingen. Je kunt alleen vervolgd worden als mens. Dit kunnen zowel natuurlijke personen
als rechtspersonen zijn ( een BV, een stichting en bijvoorbeeld gemeenten) Dit is een bestanddeel: dit
moet bewezen worden
Wettelijke delictsomschrijving. Het moet in de wet staan (legaliteitsbeginsel). Dit is een bestanddeel: dit
moet bewezen worden
Wederrechtelijkheid. In strijd met ons recht/ de wet. Dit is een element: als er sprake is van wettelijke
delictsomschrijving gaat men ervanuit dat er ook sprake is van deze elementen.
Schuld (als verwijtbaarheid). De dader moet schuld hebben en dit moet verwijtbaar zijn. Dit is een
element: als er sprake is van wettelijke delictsomschrijving gaat men ervanuit dat er ook sprake is van deze
elementen.
-Het kan soms zijn dat wederrechtelijkheid een bestanddeel is van een strafbaar feit. Dit wordt dan besproken
in het wetsartikel. Als wederrechtelijkheid in het artikel beschreven staat dan moet het bewezen worden als
voorwaarde. (art 350 Sr).
-Gedragingen kunnen ook gerechtvaardigd worden (mbt op wederrechtelijkheid). Dit noem je
rechtsvaardigheidsgronden zoals bijvoorbeeld noodweer.
-Soms worden mensen niet schuldig verklaard middels een schulduitsluitingsgrond ook wel
ontoerekeningsvatbaarheid.
Gedrag is pas strafbaar als het ten tijde van het begaan van het feit in de wet strafbaar is gesteld.
Delicten
Formele delicten staan in de wet omschreven als een handeling, een specifiek omschreven activiteit.
Bijvoorbeeld: diefstal, snelheidsovertredingen etc
Materiele delicten de wetgever heeft niet een handeling strafbaar gesteld maar het veroorzaken van het
gevolg. Het is bij materiele delicten niet van belang welke handeling heeft geleid tot het strafbare gevolg.
Bijvoorbeeld: doodslag ( Er staat niet in de wet omschreven op welke wijze de ander gedood moet zijn)
Commisiedelicten feiten die een actief handelingen veronderstellen. Bijvoorbeeld: stelen, vermoorden,
vervalsen
Ommisiedelicten het juist niet-handelen is strafbaar gesteld. Het moet duidelijk zijn wie er dan wel had
moeten handelen. Bijvoorbeeld: een man die in het water valt en niemand helpt hem.
Week 2
Doleuze delicten (opzettelijk) Willens en wetens handelen
Culpoze delicten (Als schuld een bestanddeel is.) Het niet opzettelijk, onvoorzichtig handelen.
Een wettelijke delictsomschrijving bestaat uit bestanddelen opzet en schuld zijn subjectieve
delictsbestanddelen. Het is belangrijk te weten met welke intentie de dader heeft gehandeld. De
overige bestanddelen zijn objectief (Gaat om de intentie van de dader. Bijvoorbeeld: willens en wetens
handelen)
Misdrijf er is hier altijd sprake van subjectieve delictsbestanddelen.
Overtredingen doorgaans niet van belang met welke intentie de dader gehandeld heeft.
Opzet
Opzettelijk handelen betekend willens en wetens handelen. De dader die opzettelijk handelt, weet waar hij mee
bezig is en wil het ook doen.
Omschrijving van opzet staat in de wet maar hoeft er niet letterlijk in te staan. Andere mogelijkheden
zijn: oogmerk, willens en wetens, wetende dat.
Er kan sprake zijn van ingeblikte opzet (Bijvoorbeeld art. 300 Sr in het woord mishandeling zit opzet
ingeblikt)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isharaesajas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.
