100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ontwikkelingspsychologie $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting ontwikkelingspsychologie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit vak wordt in de tweede module van het eerste jaar pedagogiek gegeven. Met deze samenvatting heb ik een voldoende gehaald. Succes met leren!

Preview 4 out of 43  pages

  • No
  • 1 tot en met 12, 14 tot en met 17
  • October 15, 2023
  • 43
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1
Psychologie wil het menselijk gedrag beschrijven en verklaren.
Biopsychologie legt nadruk op lichamelijke, biologische processen.
Sociale psychologie richt zich op de mens als groepslid.
Klinische psychologie kijkt naar afwijkend gedrag.

Ontwikkelproces = aaneenschakeling van veranderingen
Ontwikkelen is te vergelijken met ontplooien, ontvouwen en onthullen. Het
verhulde wordt pas zichtbaar als we laag voor laag verwijderen.  stapsgewijs
en in vaste volgorde.
Verandering en vooruitgang zijn twee essentiële kenmerken van ontwikkeling.

Rijping impliceert twee verandering en vooruitgang op twee niveaus:
1. Van klein naar groot (groei)
2. Van eenvoudig naar complex (differentiatie)

Leren verwijst naar het verweren van kennis en vaardigheden op basis van
ervaring. Ervaring doen we op door actief in contact te treden met de omgeving.
We leren ons op alle mogelijke manieren aan te passen aan de eisen van de
omgeving en verhogen daarmee onze competentie (ons vermogen om grip op de
omgeving te krijgen)

“ontwikkeling wordt opgevat als een reeks progressieve veranderingen die tot
hogere niveaus van differentiatie en functioneren leiden”

In de kinder- en jeugd jaren leidt de psychologische ontwikkeling voor een steeds
hoger niveau van functioneren. Het eindigt bij het bereiken van volwassenheid.

Ontwikkelingspsychologie houdt zich bezig met twee fundamentele kwesties:
1. Welke psychologische toestanden doorlopen individuen tijdens hun
ontwikkeling?
2. Welke mechanismen zijn verantwoordelijk voor de overgang van de ene
toestand naar de volgende?
We willen ontwikkelingsprocessen beschrijven en verklaren.


Babyperiode (0- Gezin, kinderopvang Groei- en
12 maanden) ontwikkelingstempo is heel
hoog. Motorisch gebied is
spectaculair. Eerste
gehechtsheidsrelatie.
Peuterperiode (1- Gezin, kinderopvang, Ondernemend en
4 jaar) peuterspeelzaal zelfbewust.
Taalontwikkeling. Snel
toenemende sociale en
communicatieve
vaardigheden.
Kleuterperiode (4- Gezin, groep 1-2 Rijke fantasie.
6 jaar) basisschool, naschoolse
opvang
Schoolperiode (6- Gezin, groep 3-8 Cognitieve ontwikkeling
12 jaar) basisschool, naschoolse neemt in deze periode een

, opvang, hobby’s en sporten belangrijke rol in.
Adolescentie (12- Gezin, voortgezet onderwijs, Veel psychologische
18 jaar) leeftijdsgenoten (peers) veranderingen.


Experimenten in de psychologie zijn bedoeld om een verband of samenhang
tussen twee factoren aan te tonen.

Dwarsdoorsnede- en longitudinaal onderzoek
Methode Definitie Voordelen Nadelen
Dwarsdoorsnede Op één tijdstip de Snel en goedkoop Bij groot
meetresultaten leeftijdsverschil
van groepen van verwarring
verschillende ontwikkelings- en
leeftijd cohorteffect; geen
vergelijken. Bijv. individuele
4 en 6 jarigen ontwikkeling
11wse te
traceren.
Longitudinaal Op meerdere Geen verwarring Langdurig en
tijdstippen één ontwikkelings- en duur; uitval
groep kinderen cohorteffect; proefpersonen
met zichzelf individuele
vergelijken. Bijv. ontwikkeling
meting van 4 zichtbaar
jarigen na 2 jaar
herhalen

,Hoofdstuk 2
Ontwikkelingspsychologen houden zich intensief bezig met de vraag of gedrag
en ontwikkeling bepaald worden door aangeboren factoren of door
ervaringsfactoren.
Aangeboren factoren / nature= aanleg
Ervaringsfactoren / nurture= omgeving
Of één van de twee belangrijker is voor de menselijke ontwikkeling blijft een punt
van discussie. Dit lijkt met tijdgeest samen te hangen.
Aanhangers van de nature kant = nativisten
Aanhangers van de nurture kant = omgevingspsychologen

Enkele bekende nativisten zijn Freud en Piaget. Zij zien ontwikkeling als een
proces dat sprongsgewijs verloopt, ze onderscheiden leeftijdsfasen en stadia.
Nativisten hechten meer belang aan algemene biologische processen.
De omgevingspsychologen zien ontwikkeling als een continu proces dat onder
invloed van verschillende omgevingsinvloeden juist tot individuele verschillen
leidt. Het zijn geen echte ontwikkelingstheorieën omdat deze processen bij
kinderen niet anders verlopen dan bij volwassenen.

Freud onderscheidt 3 aspecten van de menselijke geest
1. Es: heeft als enig doel bevrediging van (goeddeels seksuele) driften
2. Ich: ook wel Ego. Wil de driften beteugelen. Het vertegenwoordigt het
realistische element in de persoonlijkheid en buigt de driften om naar
acceptabel gedrag.
3. Über-ich: ook wel Super-Ego. Vertegenwoordigt onze innerlijke rechter,
de morele standaard of het geweten.

Ontwikkelingsstadia van Freud:
Orale fase 0-1 jaar De mond is de erogene
zone. Het Es is alom
aanwezig en er bestaat
een sterke orale
behoefte die de baby wil
bevredigen
Anale fase 1 tot 3 jaar De anus is de erogene
zone. Het Ich komt in
actie wanneer het kind
aan de wens van de
ouders om zindelijk te
worden tegemoetkomt
Fallische fase 3 tot 6 jaar Het genitale gebied is de
erogene zone.
Het Uber-ich komt tot
ontwikkeling wanneer
het kind zich
identificeert met de
ouder en diens morele
waarden
Latentie fase 6 tot 12 jaar Heet latentiefase omdat
het kind de seksualiteit
onderdrukt of
kanaliseert. Het is de

, stilte voor de storm van
de puberteit
Genitale fase Vanaf 12 jaar De genitale zone wordt
door lichamelijke
veranderingen een
centrum van erotische
genoegen. De puberteit
begint en de puber gaat
op een seksuele
ontdekkingstocht

Freud stelde dat wanneer een ontwikkelingsfase niet goed verliep, het individu
als volwassene problemen zou ondervinden die de fase weerspiegelde waarin ze
ontstaan waren.

Belangrijkste uitgangspunt van cognitieve ontwikkelingstheorieën is het denk- en
kennisniveau. Grondlegger is Jean Piaget. Hij beschouwde intelligentie als
levensfunctie die mensen in staat stelt zich aan te passen aan hun omgeving.
Bouwstenen van de intelligentie zijn: schema’s ofwel cognitieve structuren.
Eerste functie van intelligentie is het organiseren van de beschikbare schema’s
in samenhangende complexere systemen of kennisgebieden. Schema’s kunnen
verwijzen naar handelingen zowel als naar gedachten, ze zijn flexibel. Ze worden
aangepast en uitgebreid door toenemende ervaring en rijping.
Deze adaptie kan op twee, afwisselende, manieren gebeuren en wordt in gang
gezet wanneer het bestaande innerlijke evenwicht van het kind wordt verstoord:
- Assimilatie: de nieuwe ervaring wordt binnen een bestaand schema
ingepast
- Accommodatie: het schema wordt veranderd op basis van de nieuwe
ervaring

Het behaviorisme komt uit Amerika en heeft als uitgangspunt dat menselijk
gedrag vooral is aangeleerd. Leren wordt hierbij gezien als relatief blijvende
gedragsverandering als gevolg van opgedane ervaring. Ze gaan hierbij uit van
het black-box model, waarbij het interne leerproces niet wordt bestudeerd. Men
kijkt alleen naar de waarneembare zaken: het gedrag.
3 belangrijkste vertegenwoordigers van deze stroming zijn:
1. Watson: geïnspireerd door Pavlov ging hij ervanuit dat
gedragsveranderingen het gevolg waren van conditioneringsprocessen.
Met zijn beruchte experiment met peuter Albert toonde hij aan dat een
angstreactie geconditioneerd kan worden door iets dat van nature niet
angstaanjagend is. Voorbeeld van klassieke conditionering.
2. Skinner: hij werkte het principe van operante conditionering uit. Waarbij
de consequentie van het gedrag, bijvoorbeeld beloning of straf, het
uiteindelijke leerresultaat bepaalt
3. Bandura: vertegenwoordiger van de sociale leertheorie. Hij legde de
nadruk op de mens als cognitief wezen, dat kennis en inzicht gebruikt om
doelen te verwezenlijken. Hij introduceerde het begrip modeling: leren
door imitatie.

Leerprincipes van de behavioristen:
- Gewenning: het afnemen of verdwijnen van een respons na herhaaldelijk
aanbieden van een stimulus. Ook wel habituatie genoemd.
- Uitdoving: aangeleerd gedrag dat niet langer beloond wordt, zal
afzwakken en uiteindelijk verdwijnen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart