MINOR BEDRIJFSRECHT
Ondernemingsrecht
Samenvatting van het vak ‘’Ondernemingsrecht’’ dat wordt gegeven tijdens de minor
Bedrijfsrecht
,Inhoudsopgave
Lesweek 1 ...................................................................................................................................................... 2
Lesweek 2 en 5 ............................................................................................................................................. 5
Lesweek 3 ...................................................................................................................................................... 9
Lesweek 4 .................................................................................................................................................... 11
Lesweek 6 en 7 ........................................................................................................................................... 13
1
, Lesweek 1
Het ondernemingsrecht behandelt alle onderdelen die van belang zijn om een basis te
leggen voor het bedrijfsrecht. Tevens behandelt het ondernemingsrecht alle risico’s en
aansprakelijkheden die met ondernemen gepaard gaan.
Het begrip onderneming heeft binnen het vermogensrecht geen vaste definitie. Als juridische
entiteit is de onderneming onbekend; het is slechts een economisch begrip. Het verschijnt
dan ook onder meerdere definities in verschillende wetten (art. 1 WOR, art. 2
Handelsregisterbesluit e.d.).
Rechtssubject: drager van rechten en plichten. Rechtssubjecten zijn als volgt te
onderscheiden:
1. Natuurlijke personen (art. 1:1 lid 1 BW)
2. Rechtspersonen (art. 2:3 BW)
In Nederland kennen wij tien ondernemingsvormen, waarvan vier natuurlijke personen
(eenmanszaak, vof, maatschap en cv) en zes rechtspersonen (zie boek 2 BW, bv, nv,
vereniging, stichting, onderlinge waarborgmaatschappij en coöperatie).
Verschillen tussen natuurlijke personen en rechtspersonen:
Bij een natuurlijk persoon is geen afgescheiden vermogen. Dit betekent dat natuurlijke
personen met hun privévermogen aansprakelijk is voor zakelijke schulden. Bij een
rechtspersoon geldt juist als uitgangspunt dat bestuurders niet met hun privévermogen
aansprakelijk zijn voor zakelijke schulden.
Er gelden geen eisen voor de oprichting van een natuurlijke persoon, terwijl voor de
oprichting van een rechtspersoon (strenge formele) eisen gelden (noteriële akte).
Bij een natuurlijk persoon word je belast via de inkomstenbelasting. Bij rechtspersonen
de belasting van een rechtspersoon (meestal) middels de vennootschapsbelasting.
Hoe kiest men de juiste ondernemingsvorm?
1. Wat is het doel dat met de onderneming getracht wordt te bereiken?
Goede doelen stichting
Winst niet uitkeren maar besteden aan de club vereniging
Wel winst uitkeren bv, nv of coöperatie
2. Hoe dient de aansprakelijkheid geregeld te zijn?
Bij natuurlijke personen wordt ervoor gekozen om altijd privé aansprakelijk te zijn.
Bij rechtspersonen wordt er juist voor gekozen om privé aansprakelijkheid uit te
sluiten.
3. Kapitaal (financiën)
Een rechtspersoon kan vaak door lidmaatschapsgelden en aandelen veel makkelijker
geld aantrekken dan een natuurlijk persoon.
4. Continuïteit
Bij een natuurlijke persoon is de continuïteit afhankelijk van de ondernemer.
Bij een rechtspersoon is de continuïteit juist niet afhankelijk van de ondernemer.
5. Fiscale motieven
Bij een fiscale winst van € 130.000 of meer is een rechtspersoon vaak fiscaal
aantrekkelijker dan een natuurlijk persoon.
2
Ondernemingsrecht
Samenvatting van het vak ‘’Ondernemingsrecht’’ dat wordt gegeven tijdens de minor
Bedrijfsrecht
,Inhoudsopgave
Lesweek 1 ...................................................................................................................................................... 2
Lesweek 2 en 5 ............................................................................................................................................. 5
Lesweek 3 ...................................................................................................................................................... 9
Lesweek 4 .................................................................................................................................................... 11
Lesweek 6 en 7 ........................................................................................................................................... 13
1
, Lesweek 1
Het ondernemingsrecht behandelt alle onderdelen die van belang zijn om een basis te
leggen voor het bedrijfsrecht. Tevens behandelt het ondernemingsrecht alle risico’s en
aansprakelijkheden die met ondernemen gepaard gaan.
Het begrip onderneming heeft binnen het vermogensrecht geen vaste definitie. Als juridische
entiteit is de onderneming onbekend; het is slechts een economisch begrip. Het verschijnt
dan ook onder meerdere definities in verschillende wetten (art. 1 WOR, art. 2
Handelsregisterbesluit e.d.).
Rechtssubject: drager van rechten en plichten. Rechtssubjecten zijn als volgt te
onderscheiden:
1. Natuurlijke personen (art. 1:1 lid 1 BW)
2. Rechtspersonen (art. 2:3 BW)
In Nederland kennen wij tien ondernemingsvormen, waarvan vier natuurlijke personen
(eenmanszaak, vof, maatschap en cv) en zes rechtspersonen (zie boek 2 BW, bv, nv,
vereniging, stichting, onderlinge waarborgmaatschappij en coöperatie).
Verschillen tussen natuurlijke personen en rechtspersonen:
Bij een natuurlijk persoon is geen afgescheiden vermogen. Dit betekent dat natuurlijke
personen met hun privévermogen aansprakelijk is voor zakelijke schulden. Bij een
rechtspersoon geldt juist als uitgangspunt dat bestuurders niet met hun privévermogen
aansprakelijk zijn voor zakelijke schulden.
Er gelden geen eisen voor de oprichting van een natuurlijke persoon, terwijl voor de
oprichting van een rechtspersoon (strenge formele) eisen gelden (noteriële akte).
Bij een natuurlijk persoon word je belast via de inkomstenbelasting. Bij rechtspersonen
de belasting van een rechtspersoon (meestal) middels de vennootschapsbelasting.
Hoe kiest men de juiste ondernemingsvorm?
1. Wat is het doel dat met de onderneming getracht wordt te bereiken?
Goede doelen stichting
Winst niet uitkeren maar besteden aan de club vereniging
Wel winst uitkeren bv, nv of coöperatie
2. Hoe dient de aansprakelijkheid geregeld te zijn?
Bij natuurlijke personen wordt ervoor gekozen om altijd privé aansprakelijk te zijn.
Bij rechtspersonen wordt er juist voor gekozen om privé aansprakelijkheid uit te
sluiten.
3. Kapitaal (financiën)
Een rechtspersoon kan vaak door lidmaatschapsgelden en aandelen veel makkelijker
geld aantrekken dan een natuurlijk persoon.
4. Continuïteit
Bij een natuurlijke persoon is de continuïteit afhankelijk van de ondernemer.
Bij een rechtspersoon is de continuïteit juist niet afhankelijk van de ondernemer.
5. Fiscale motieven
Bij een fiscale winst van € 130.000 of meer is een rechtspersoon vaak fiscaal
aantrekkelijker dan een natuurlijk persoon.
2