Dit is een samenvatting van het vak 'Sociaal wetenschappelijk onderzoek' voor het eerste jaar sociaal werk op de Karel de Grote Hogeschool. Alles (lessen, slides en eventueel boek) is hier in verwerkt. Ik was er door in eerste zit.
Inhoud
Praktijkgericht onderzoek = vanuit een vraag uit de praktijk, handelt over vragen en problemen vanuit de
beroepspraktijk, toegepast onderzoek en gericht op de verbetering van de beroepspraktijk
(ó theoretisch onderzoek)
de vraag naar concrete resultaten wordt alsmaar groter en het gebruik van cijfermateriaal of de resultaten van
onderbouwd onderzoek zijn vaak de enige waar de buitenwereld oog voor heeft
zelfreflectie in de opleiding is belangrijk, maar ook maatschappelijke reflexie
een sociaal werker kan (cijfermatig) over ‘zijn’ probleem nadenken en gaat hierbij op zoek naar feiten. Een
sociaal werker kan zakelijk denken en schrijven
- Vereisten
o Nauwkeurigheid met aantallen en begrippen (de meeste… een groot aantal… steeds meer…)
§ De hulpverlener heeft een open houding ten aanzien van individuen en groepen in de
eigen omgeving en in de ruimere samenleving
§ De hulpverlener wil mensen en groepen tot hun recht laten komen
§ De hulpverlener werkt vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid
o Afstandelijkheid: eigen emotie is belangrijk in de omgang met de doelgroep, maar niet bij het
bestuderen van uw doelgroep
o Niet veralgemenen na 1 ervaring
§ Vb ze wou niet betalen = typisch voor een Hollandse
o Elke waarheid is voorlopig
Evidence based practice = baseren op werkmethoden waarvan effectiviteit (zoveel mogelijk) is aangetoond
Deel 1. methoden van sociaal wetenschappelijk onderzoek
1. empirisch onderzoek
1.1 empirisch onderzoek
sociaal wetenschappelijk onderzoek = empirisch onderzoek over de mens in zijn sociale omgeving
empirisch onderzoek = onderzoek dat vertrekt vanuit waarneming, maar je moet er ook bij denken
(reflectie)
- omdat er 3 belangrijke tekorten zijn aan de waarneming van de sociale realiteit
o je kan niet alle gevallen waarnemen (actoren / wie)
§ vb slaagkansen van 1e jaars à onmogelijk alle 1e jaars te observeren
§ enkele uitkiezen
o je kan niet alle kenmerken waarnemen (factoren / wat)
§ nadenken over wat je precies gaat onderzoeken
§ theoretisch concepten
§ nodig om ze te operationaliseren zodat ze meetbaar worden à variabele (een
eenduidig meetbaar kenmerk waarop elke respondent een bepaalde waarde kan
aannemen)
o elke waarnemingsmethode: eigen mogelijkheden maar ook beperkingen (methode / hoe)
§ boeken, interview, vragenlijst,…
1
,1.2 de empirische cyclus
elk empirisch onderzoek bestaat uit 4 stappen die cyclisch herhaald worden, afstand en doordachtheid voor
nodig à vereist een bewustzijn van de manier waarop je denkt
veel voorkomende denkfouten: vooroordelen en discriminatie
1.2.1 de probleemstelling
elk onderzoeksproces begint met een probleem à weten waarover het onderzoek handelt
een probleemstelling = de zo precies mogelijke geformuleerde vraag waarop de onderzoeker een antwoord
moet geven
- bedacht door de onderzoeker zelf, door de onderzoeksgroep waarin hij / zij werkt, in overleg met een
opdrachtgever
- goed geformuleerde vragen, die klaar zijn om te worden geoperationaliseerd in meetbare variabelen
o is er een verband tussen… ?
zonder een probleemstelling lopen we gevaar:
- eindeloos rond dolen (niet gericht)
- ons laten leiden door een toevallige structuur van gegevens en door ons eigen subjectieve
vooroordeel, in plaats van door vragen die voor de opdrachtgever of voor het oplossen van een
probleem van essentieel belang zijn
- met oplossing komen voor een niet bedoelt of niet relevant probleem
vereisten: vraagteken, beantwoordbaarheid, haalbaarheid, open vraag, ondubbelzinnigheid, nauwkeurigheid,
bondigheid
1.2.2 dataverzameling
de manier waarop we informatie zoeken (hoe), hang af van de probleemstelling
na deze stap beschikken we over een reeks gegevens
- vb open interviews die opgenomen worden op een dictafoon (kwalitatieve analyse)
- vb gecodeerde antwoorden op een gestandaardiseerde vragenlijst (kwantitatieve analyse)
bij voldoende data en waarnemen van vele feiten
- hypothese = een veronderstelling die je maakt, proberen gedrag te verklaren
o uit data blijkt dat… we veronderstellen dat er een verband is tussen…
o inductief denken = een algemene regel afleiden uit de waargenomen feiten
o deductief denken = afleiden van concrete feiten uit een algemene regel
o toetsen = nagaan van de voorspelling
§ kan hypothese bevestigen of ontkennen
§ zorgt voor nuancering / bijstelling
ook in sociale wetenschap durven we voorspellingen te uiten: niet als zekerheden, wel geformuleerd als
kansen
falsifiëren = goede wetenschap is niet ‘willen bewijzen’ maar wel ‘zoeken naar ontkenning’
(Popper)
2
, 1.3 elementen van wetenschappelijk denken
1.3.1 analyse van de data
meerdere technieken om data te analyseren
- kwantitatief onderzoek
o cijfergegevens à statistische technieken
o afhankelijk van het soort variabele. Gemiddelde is een eenvoudige statistische techniek
- kwalitatief onderzoek
o teksten
o diepte-interviews
§ 1 of meerdere afgenomen en uitgetypt (= tijdrovend)
§ tekst doorlopen en coderen
• codes of concepten uit een theorie waar het onderzoek van vertrekt maar de
theorie kan ook verder aangevuld / genuanceerd worden met nieuwe codes
• bij inhoudelijke analyse: ontdekken dat meerdere codes frequent
terugkomen à rode draad
1.3.2 interpreteren van de data
mens in zijn sociale omgeving is een zeer complex gebeuren. We zullen meestal uitkomen op gedeeltelijke
waarheden en vooral nieuwe vragen
cyclus van empirisch onderzoek kan opnieuw starten
geen enkel onderzoeksresultaat is definitief ‘waar’, de ‘waarheid’ is voorlopig
ons resultaat moet algemeen zijn, onze waarneming gebeurt met concrete feiten
1.4 empirisch onderzoek kan niet zonder theorie
concrete realiteit is onmiddellijk waarneembaar, abstracte zit verborgen achter veel waarneembare feiten
empirisch begrip theoretisch begrip
(waarneembaar, abstract) (beredeneerbaar, concreet)
niets doen zich vervelen?
zich ontspannen?
werkloos?
huilen van verdriet?
van geluk?
van het lachen?
laag inkomen (kans)arn?
kiezen voor soberheid?
student?
Als je abstracte begrippen niet concretiseert, weet je niet wie, wat en hoe je moet gaan observeren
Altijd theoretische begrippen in je achterhooft terwijl je bezig bent met de empirische cyclus en vice versa
Vanuit de theorie kan je inspiratie opdoen
- over wat, wie en hoe je gaat observeren
- richtingbepalend voor de empirie
- helpt de waargenomen feiten te interpreteren
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Itebal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.