Dit is een samenvatting van het vak Staatsrecht van het academiejaar 2022/2023. Het is een combinatie van mijn notities in de les en het boek Bovendien is mijn samenvatting ingedeeld volgens hoofdstuken en (onder)afdelingen met titels en subtitels.
Recht = middel om de samenleving te ordenen en vorm te geven
Elementen van de definitie
- Rationeel opgebouwd geheel van
- Door de overheid uitgevaardigde en via sancties afdwingbare normen die dienen tot
- Organisatie, handhaving of herstel van de orde in de samenleving
Publiekrecht en privaatrecht
Rechtsregels verdeeld in twee groepen
1) Publiekrecht
- Regelt relaties tussen overheid en particulieren personen
- Regelt relaties tussen overheden onderling
- Behoren tot de publieke zaak
- Bv: grondwettelijk recht, bestuursrecht, belastingrecht, …
2) Privaatrecht
- Regelt relaties tussen particuliere personen onderling
- Deze situaties zijn privaat
- Bv: verbintenissenrecht, familierecht, goederenrecht, …
à Onderscheid tussen de publiek- en privaatrecht is niet altijd duidelijk
1
,DEEL I: KRACHTLIJNEN
!! Kernboodschap -> België is een meergelaagde, democratische rechtsstaat in Europa
1. De Belgische staat
1.1. Het ontstaan van België
Staten kunnen op verschillende manier ontstaan
Historisch: uit het niets, op een grondgebied waar er daarvoor nog geen staten bestonden
20e eeuw:
1) Dekolonisatie = zelfbeschikking
Bv: Belgische kolonie Congo
2) Secessie = deel van een staat onttrekt zich aan het gezag van een bestaande staat en
vormt een nieuwe staat
Bv: Kosovo onttrokken aan Servië in 2008
3) Disembratio = een staat valt uit een en vormt meerdere staten
Bv: vroeger Tsjechië-Slowakije en nu zijn het twee verschillende landen
4) Fusie = het één worden van verschillende staten
Bv: West en Oost-Duitsland worden terug één land, namelijk Duitsland)
België is ontstaan door recessie -> we hebben ons afgescheurd van het Koninkrijk der
Nederlanden
Congres van Wenen (1814)
- Grote leider van Europa komen samen
- Proberen stabiliteit van Europa te herstellen na de periode van Napoleon
- Doel: bufferstaat creëren om Franse macht onder controle te krijgen
à 1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (huidig België en huidig Nederland)
Nieuw land kreeg grondwet in 1815
- Niet democratisch
- Parlement had weinig macht en de koning had veel macht
- Relatief autoritaire grondwet
- Vrij meningsuiting en persvrijheid bestond amper/niet
2
,Zuidelijke provincies waren snel ontevreden
1) Economische verschillen
Noorden -> handel
Zuiden -> industrie
Men had dus andere belangen
2) Politieke onvertegenwoordiging
Zuiden was onvertegenwoordigd in het parlement en de regering & financieel
benadeeld
3) Beknotting van de persvrijheid
Vooral de stedelijke elite ergerde zich daaraan -> ideeën van de Franse Revolutie
over gelijkheid waren daar meer ingesijpeld
4) Overheidsinmenging in het werk van de kerk
In het bijzonder wat betreft het onderwijs
Noorden: protestants
Zuiden: katholiek
5) Taalstrijd
Willem I koos voor Nederlands als de taal van het bestuur en naar mate de tijd
minder plaats voor het Frans
à Monsterverbond: alle groepen die tegen het beleid van Willem waren
1 doel: verzet tegen het Nederlandse bewind
Ontstaan voorlopig bewind: voorlopige Belgische regering die na de Belgische Revolutie in
september 1830 tot stand kwam
à 4 oktober 1830: Belgische onafhankelijkheidsverklaring -> begin van een juridisch verhaal:
nieuwe staat, nieuwe grondwet, enz.
1.2. België als staat
Vereisten om te spreken over een staat
1) Permanente bevolking
- Groep personen die de nationaliteit van personen deelt
- Kunnen verschillen op andere vlakken (bv: taal, godsdienst, …)
- Ook gezag op personen van verschillende nationaliteit die zich op het
grondgebied bevinden
2) Afgebakend grondgebied
- Gezag uitoefenen op een afgebakend territoriaal gebied
- Grenzen nodig: Belgische grenzen vastgelegd in het Verdrag van Maastricht
(1843)
- Grenzen kunnen heel af en toe wijzigen -> kan enkel door de wet
3
, 3) Effectieve overheid
- Er moet iemand zijn die de functies van een overheid gaat uitvoeren
- Instanties die besturen, recht uitspreken, wetten maakt, …
- België heeft verschillende overheden (nationaal, lokaal, deelstatelijk)
4) Onafhankelijkheid
- In staat zijn om autonoom relaties aan te gaan met andere staten
- Om op eigen gezag betrekkingen te onderhouden met andere staten
- België heeft een uitgebreid diplomatiek netwerk
- Lid van de VN, talloze verdragen gesloten, ambassadeurs, …
5) Internationale erkenning
- Bevestigen van het bestaan van een nieuwe staat
- In de praktijk heel belangrijk om relaties te kunnen aangaan met andere
staten
- Erkenning is eenzijdig en niet verplicht
- Declaratieve handeling: erkenning is bevestiging van een bestaande realiteit
- Eens je een staat gaat erkennen kun je die beslissing niet meer terugtrekken
- Staten erkennen ander staten, niet de regeringen van die staten
1830 Conferentie van Londen -> grote Europese mogelijkheden erkennen de Belgische
onafhankelijkheid
MAAR: koninkrijk der Nederlanden weigerde -> België was nog in oorlog met dat land ->
1839 verdrag van Londen: Nederlanden erkennen de Belgische onafhankelijkheid
1.3. Gevolgen van kwalificatie als staat
1) Rechtspersoonlijkheid
- Staat kan houder zijn van rechten en plichten
- Belgische staat is een rechtssubject
Extern = optreden tegenover andere staten (bv: verdragen sluiten)
Intern = optreden binnen de staat (bv: in eigen naam belastingen opleggen)
2) Soevereiniteit
- Zelfbeschikking van staten
- Soevereine gelijkheid onder de staten, alle staten zijn soeverein en gelijk
Extern = geen enkele andere staat mag iets opleggen aan de Belgische staat (= non-
interventiebeginsel)
Intern = staat heeft zelf in handen hoe het zijn nationale rechtsorde vormgeeft,
staten mogen zelf beslissen welke wetten ze maken, hoe ze wordt bestuurd, enz.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ugentrechten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.90. You're not tied to anything after your purchase.