H1 t/m 12 (met uitzondering van 5 en 7)
October 24, 2017
23
2017/2018
Summary
Subjects
sportpsychologie
psychologie
frank bakker
bewegingswetenschappen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Bewegingswetenschappen
Sportpsychologie
All documents for this subject (27)
31
reviews
By: petrajanssenvandoorn • 4 year ago
By: antonschoonewil • 4 year ago
By: bobwijlens95 • 4 year ago
By: Jhordy • 5 year ago
By: dinesh_badrie • 5 year ago
By: Wenn93 • 5 year ago
By: nickabbink1 • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
Loekenieuwenhuis
Reviews received
Content preview
Samenvatting sportpsychologie
HOOFDSTUK 1 INLEIDING EN VOORUITBLIK
1.1
Sportpsychologie: deelgebied van psychologie waarin het gedrag in sportsituaties wordt bestudeerd (
sport in elk verband; iedereen die er bij komt kijken)
Mentale processen/ cognitief
Biologische factoren
Sociale processen
Belang van sportpsychologie:
1. Niet alle modellen uit de psychologie kunnen zomaar toegepast worden op sport
2. Veel methoden en meetinstrumenten moeten speciaal voor de sport ontwikkeld worden
1955 -> ontstaan van sportpsychologie als echt onderdeel in de psychologie (voor die tijd minder
ontwikkelde onderzoeken), stelselmatig onderzoek vanaf dit moment naar sportpsychologie
Sociale facilitatie: het verschijnsel dat er betere prestaties geleverd worden wanneer er
publiek is, dit is te verklaren door de arousal (opwinding) -> Zajoncs model
1965 -> oprichten van de ISSP en FEPSAC (verenigingen van sportpsychologie)
Exercise psychology tak van de sportpsychologie, vragen omtrent fysieke activiteit, actieve
leeftstijl en lichamelijke inspanningen staan hierin centraal
1985 -> kentering omtrent sportpsychologie( niet meer “alleen voor kneuzen” ) trad op in nederland
(VSPN)
HOOFDSTUK 2 MOTIVATIE
Waarom gaan mensen aan de slag met juist die activiteit?
Waarom investeren mensen in juist die activiteit en waarom gaan ze er mee door ?
2.1 Motief Motivatie Behoefte en Drijfveer
Motieven of beweegredenen zijn betrekkelijk stabiele eigenschappen van mensen die hen
aanzetten tot bepaalde gedragingen of activiteiten; hebben te maken met wat mensen willen
en wat zij waardevol achten; eigenschappen waarin mensen onderling verschillen
Motieven komen niet permanent tot uitdrukking in het gedrag, alleen wanneer de omstandigheden
ernaar zijn. Na langere tijd zal de motieven ook leiden tot gedragingen zonder prikkel.
(v.b. motief om gezond te leven: direct = trap ipv lift, zonder prikkel= naar de gym als er lang niet is
gesport)
Motivatie heeft betrekking op de toestand waarin iemand op een bepaald moment verkeert,
een toestand die aanzet tot bepaald gedrag op dát moment.
, Neiging tot handelen/motivatie:
prikkel motief vaardigheden mogelijkheden gewoonten gedrag (theorie van McClelland)
Motieven zijn nauw verbonden met doelen
prestatiemotief uitblinken, de beste zijn, jezelf verbeteren
De betrokkene zal ook verwachtingen hebben over de resultaten van de inspanningen
Avoidance motieven – een activiteit levert eerder een mislukking op dan succes
Approach motieven – positieve verwachting, waarschijnlijk succes als uitkomst
o Doelen die men belangrijk acht en waarbij een positieve uitkomst verwacht kan
worden vormen de basis van een motief; als gevolg van leerprocessen
Een behoefte ( voorkomend uit een tekort) vormt de drijfveer voor de persoon tot gedrag dat
gericht is op het opheffen van het tekort/ het bevredigen van de behoefte
Het merendeel van gemotiveerd gedrag is terug te voeren op motieven, afgeleid van psychologie
behoeften, in plaats van biologische behoeften.
2.2 Waarom mensen sporten
1. De activiteiten hebben voor de personen intrinsieke waarde ( plezier )
2. De activiteiten worden gedaan omdat het goed is voor de gezondheid
3. De activiteiten bieden de mogelijkheid zichzelf competent te voelen
4. De activiteiten bieden de mogelijkheid sociale contacten te onderhouden
Model voor de keuze om wel of niet te sporten (Wan, 1997):
Erfelijke eigenschappen
De subcultuur waarin zij opgroeien en de daarbij horende socialisatie processen; normen en
waarden ; beschikbare faciliteiten; voorwaarden; regels
Motieven om te sporten
wel / niet sporten
Het geboortemaandeffect ( relative age effect) wordt gedoeld op het verschijnsel dat in een
jaargroep de relatief oudere sporters het beter doen.
Artikel Dudink, p.44
Wat: Publicatie over de opvallende ongelijke verdeling van de verjaardagen van Nederlandse
profvoetballers over de 12 maanden van het jaar.
Resultaat: Meeste voetballers jarig in de maanden Aug – Okt, minste jarig Mei - jun
Verklaring: te verklaren door de peildatum waarop een jongetje wordt ingedeeld bij een oudere
leeftijdsklasse. Peildatum was 1 aug. Dan ga je als je jarig bent eind juli naar een hogere
leeftijdsklasse, waar je waarschijnlijk jongste bent. Ben je begin Augustus jarig dan wordt je derhalve
in die groep ingedeeld waarin je de oudste bent. Leeftijd heeft in de jeugd veel invloed op hoe goed
je bent. Dit is later terug te zien in de eredivisie. ( grote invloed van regelgeving)
Verder onderzoek: 10000 deelnemers, van jeugdopleidingen van betaalde voetbalorganisaties, voor
opnieuw onderzoek in 1999/2000, peildatum toen naar 1 januari. De voetballers uit de
geboortemaan januari werden meer geselecteerd voor jeugdopleiding
2.3 Sportcommitment
Commitment staat voor geëngageerdheid, betrokkenheid, toewijding, verbondenheid en
vasthoudendheid
Sportcommitment geeft de verschillen op het gebied van fanatisme goed weer ( antwoord op de
vraag waarom gaan mensen door met de specifieke activiteit?, 2.1)
SportCommitmentModel (SCM) van Scanlan
, Gebaseerd op de theorie van Rusbult; commitment zou gevolg zijn van tevredenheid, investeringen en
beperkende factoren
opbrengsten Sociale druk
sociale steun plezier
gepleegde sport andere
investering commitment prioriteiten
1. Gepleegde investering: middelen (o.a. tijd, geld en inzet) die een persoon in de activiteit stopt
en die niet kunnen worden teruggekregen nadat de activiteit wordt beëindigt.
2. Sociale steun: aanmoediging en steun van ouders, teamgenoten of coach kunnen. Vooral
bepalend op momenten van tegenslag
3. Opbrengsten: waardevolle ervaringen en positieve opbrengsten die er alleen zijn bij
continuering van deelname; vriendschappen, carrière, erkenning etc.
4. Sociale druk: sociale verwachtingen of normen die plichtgevoelens oproepen om te blijven
deelname (kan ook negatief effect hebben)
5. Plezier: hoe meer plezier je eruit haalt hoe meer je je wilt inzetten voor een activiteit
6. Andere prioriteiten: de aantrekkelijkheid om andere dingen te doen met je tijd
*De determinanten van het SCM wordt door verschillende onderzoeken gesteund, alleen sociale druk
heeft alleen een positief effect op SC onder specifieke omstandigheden
Topsporters leven niet alleen voor maar ook van de sport (werk). Daardoor kan sport commitment
enigszins vergeleken worden met commitment in arbeidssituaties.
continuerings
commitment Alle drie de componenten van
(calculerend) het model zijn veranderlijk in de
affectief nadelen stoppen
commitment vermijden tijd en dragen bij aan het totale
normatief
(value-bound)
kosten/baten
commitment organisatiecommitment.
identificatie plichtsgevoel Componenten kunnen voor
emotionele hechting
elkaar compenseren
organisatie
commitment
2.4 intrinsieke en extrinsieke motivatie
intrinsiek gedrag de waarde van het gedrag ligt in het gedrag zelf; een activiteit wordt
uitgevoerd om geen andere reden dan de gevoelens van voldoening en tevredenheid die de
uitvoering van de activiteit oproept
extrinsiek gedrag het gedrag wordt uitgevoerd omwille van de opbrengsten die ermee
worden verworven, zoals prijzen, geld of erkenning en waardering van anderen
De Self-Determination Theory (STD) word de achtergrond van intrinsieke en extrinsieke motivatie en
de onderlinge relatie uitgewerkt.
1. Behoeften aan gevoelens van competentie (kundigheid) gevoel van bekwaamheid willen
ervaren en je eigen gedrag als effectief en geslaagd willen zien
2. Behoeften bij anderen te horen (verbondenheid) veilig gevoel willen hebben van het bij
anderen horen en ook veilige relaties op willen bouwen
3. Behoefte zelf initiatieven te nemen (autonomie) willen ervaren dat je zelf je eigen gedrag
stuurt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Loekenieuwenhuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.