Samenvatting van het gezinsrapport H7-8 voor het vak inleiding Pedagogiek voor de studie Pedagogische wetenschappen. Gaat over opvoedingspraktijken (opvoedingsdoelen/strategieën) en opvoedingsondersteuning (informeel en formeel)
Hoofdstuk 7 - De opvoedingspraktijk: doelen, beleving en strategieën van ouders
Opvoeden = ouders begeleiden kind bij ontwikkeling tot een zelfstandig participerend lid van samenleving,
door een verzorgende en beschermende omgeving en structuur te bieden + kennis, waarden en normen
overdragen.
Kinderen hebben tegenwoordig meer in te brengen dan vroeger en beslissen over veel zaken mee.
Onderscheiden 3 aspecten van opvoeding: cognitieve (welke opvoedingsdoelen en -oriëntaties), affectieve
(beleving opvoeding door ouders?) en gedragsmatige (concrete strategieën) aspecten.
Positief als vaders actief betrokken zijn bij opvoeding ondernemen andere activiteiten dan moeders
Opvoedingsoriëntaties = algemene waarden die ouders koesteren aangaande de eigenschappen die kinderen
kunnen bezitten
Opvoedingsdoelen kunnen weerslag vinden in niet-intentionele en subtiele gedragingen van ouders, zoals in
(verbale en fysieke) communicatie en meer algemene manieren van omgaan met elkaar.
5 opvoedingsoriëntaties
1. Autonomie: individuele persoonsontwikkeling van kinderen, verantwoordelijkheid en eigen mening
vormen
2. Assertiviteit: opkomen voor eigen mening, rechten, belangen of standpunten
3. Sociaal gevoel: empathie, sociale betrokkenheid (rekening houden met anderen en verdraagzaamheid)
4. Conformiteit: aanpassing van kind aan omgeving, bv goede manieren en gehoorzamen
5. Prestatie: verwerven van een maatschappelijke positie, ijverig en ambitieus
Kinderen zijn vergeleken met vroeger een individuelere positie in het gezin gaan innemen en dat blijkt ook uit
de nadruk die ouders op de opvoedingsoriëntatie autonomie leggen.
Sommige ouders wat onzeker over hun manier van opvoeden, dit zou kunnen leiden tot een afwachtende en
passieve houding van de ouders of juist een positieve eigenschap namelijk een ‘gezonde twijfel’. Moeders
hebben een minder positieve beleving van de opvoeding dan vaders. Verklaring: moeders vaker alleenstaand,
stellen hogere eisen aan zichzelf en spenderen meer tijd met het kind dus grotere verantwoordelijkheid
Opvoedingsstrategieën (;dimensies)
Ondersteuning: mate waarin ouders affectie, liefdevol gedrag en sensitieve responsiviteit (de mate
waarin ze adequaat reageren op behoeften van kind). Wel afvragen in hoeverre zij de zaken
wat positiever voorstellen dan zij in werkelijkheid zijn. Moeders laten meer
genegenheid zien naar hun kinderen toe dan vaders; nadere analyses laten zien
dat vaders wat meer gereserveerd zijn in het verschaffen van lichamelijke
nabijheid en contact. Wordt wat minder naarmate kinderen ouder worden.
Controle: reguleren van het gedrag van het kind, door het stellen van grenzen en eisen
o Autoritatief: mbv uitleg en info geven over waarom iets niet mag. Ook mbv inductie (minder
naarmate ouder) kind wijzen op gevolgen van gedrag voor anderen. Autonomie
bevorderen. Moeders maken meer gebruik van de autoritatieve strategieën
inductie en uitleggen dan vaders. Vaders moedigen autonomie en
onafhankelijkheid meer aan bij zonen dan bij dochters
o Autoritair: mbv gehoorzaamheid afdwingen door niet uit te leggen (autonomie kind beperkt).
Belonen, straffen en negeren. Weinig verschil tussen moeders en vaders. Jongere kinderen
vaker straf.
Structuur: regelmaat in het dagritme en ordelijke omgeving voor kind. Consistentie van ouders in hun
gedrag naar kind toe. Vaders van adolescenten minder aandacht aan regelmaat. Moeders en vaders
minder consistent bij adolescenten.
Combinaties van dimensies geven bepaalde opvoedingsstijlen zoals de autoritatieve opvoedingsstijl (zie
aantekeningen)
, Er zijn regressieanalyses uitgevoerd bij vaders en moeders waarin gekeken wordt in hoeverre
opvoedingsgedrag van ouders samenhangt met opvoedingsoriëntaties en de beleving van de opvoeding. In
deze analyses is gecontroleerd voor relevante achtergrondkenmerken, zoals geslacht van het kind, leeftijd van
het kind, sociaaleconomische positie van de ouders (opleidingsniveau, inkomen, arbeidsparticipatie), en de
gezins- situatie.
Uitkomst: beide ouders beleving hetzelfde als opvoedingsstrategie die ze zeggen te hanteren. Ouders met
opvoedingsstress minder geduldig, minder complimenten en uitleg.
Ouders zijn meer geneigd streng op te treden wanneer zij hun kinderen conformistisch willen opvoeden.
De opvoedingsoriëntaties van vaders blijken wat minder samen te hangen met opvoedingsgedrag dan de
oriëntaties van moeders. Overigens kunnen aanpassingen in opvoedingsgedragingen van ouders natuurlijk ook
leiden tot veranderingen in hun opvoedingsoriëntaties.
Arbeidssituatie
Minder tijd doorbrengen met kinderen is niet het geval. Wel mogelijk het geval is ouders minder direct
beschikbaar voor hun kinderen en mogelijk ook emotioneel minder betrokken zijn door werk. Vooral aan de
orde als ouders niet tevreden zijn met of geen controle hebben over hun arbeidssituatie. Als ouders juist in erg
gewenste arbeidssituatie zijn kan dit juist positieve invloed hebben op functioneren.
Opvoedingsoriëntaties blijken nauwelijks te verschillen afhankelijk van de arbeidsparticipatie van ouders.
Blijkbaar wordt door hedendaagse ouders een verdeling waarin beide ouders buitenshuis werkzaam zijn juist
als prettiger en minder belastend voor de opvoeding van de kinderen ervaren dan een situatie met 1
kostwinnaar. Combinatie van werken en zorg juist erg positief, misschien wel kennis opdoen bij werk wat
gebruikt kan worden thuis. Kan ook zijn dat de opvoedingssituatie zelf ertoe leidt dat ouders beide gewoon
kunnen gaan werken.
Moeders met een grote deeltijdbaan zeggen wel meer genegenheid aan hun kind te laten zien dan moeders
met een kleine deeltijdbaan (kan door schuldgevoelens of tevredenheid), ook nadat rekening gehouden is met
verschillen in opleidings- niveau en inkomen; voor vaders vinden we dergelijke verbanden niet. Vaders en
moeders met een grote deeltijdbaan minder vaak inductie toepassen dan vaders en moeders zonder baan
(want vaker die situaties tegenkomen waarbij kinderen zoiets doen).
Een groter gezin brengt meer zorgverantwoordelijkheden met zich mee en kan daarmee ook een grotere
opvoedingsbelasting vormen. Kan extra belasting geven bij moeder (vader niet).
Kwetsbare groepen en situaties
Een alleenstaande ouder kan werk niet delen met een partner, emotioneel alleen en minder inkomen, wat
grotere taakbelasting met zich meebrengt en kan leiden tot opvoedingsproblemen. In stief- of samengestelde
gezinnen kunnen de nieuwe relaties tot conflicten leiden, bv doordat opvoedingsstijlen verschillen of
onderlinge relatie kind en stiefouder/kinderen lastig.
Een laag inkomen (door bv laag opgeleid) kan emotionele veerkracht beïnvloeden invloed op opvoeding. Als
lage opleiding van generatie wordt overgedragen kan sprake zijn van een cultuur van lage verwachtingen,
minder consistente opvoedingspatronen en meer fysieke vormen van disciplinering.
Moeders en vaders die een hoger opleidingsniveau hebben bereikt, vinden autonomie,
assertiviteit en sociaal gevoel belangrijk; aanpassing aan de eisen van de samenleving
(conformiteit) wordt door ouders met een lagere opleiding juist meer gewaardeerd.
Kohn’s theorie: ouders met hoger sociaaleconomische positie hechten meer belang aan
autonomie en assertiviteit, omdat dergelijke eigenschappen van pas komen in hun
werksituatie (met veel vrijheid). Ouders met een lager sociaaleconomische positie zijn
meer gericht op conformiteit, omdat dit een eigenschap is die relevant is in hun
werksituatie.
Laagopgeleide (ook bij laag inkomen) ouders hebben minder positieve beleving van
opvoeding dan hoogopgeleide ouders (door stress bevorderende omstandigheden).
Alleenstaande ouders hebben een negatievere beleving van de opvoeding dan ouders
in tweeoudergezinnen. Bij samengestelde gezinnen geen bewijs van echt negatieve
beleving.
Laagopgeleide moeders laten minder genegenheid zien dan hoogopgeleide moeders (bv
door die stress of doordat ze op jongere leeftijd moeder worden minder bewust
gekozen voor ouderschap).
Relaties tussen stiefouders en stiefkinderen zijn vaak complex. Mogelijk stiefvaders meer
aarzelend met affectie en genegenheid stiefkinderen verzetten hiertegen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nienkemjansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.92. You're not tied to anything after your purchase.