Dit is een overzicht van alles arresten die behoren gekend te worden bij het vak Inleiding Recht voor het eerste jaar van de studie rechtsgeleerdheid. Elk arrest is maximaal in een A4 uitgewerkt met de feiten, rechtsvraag, overweging, rechtsregel en de relevante artikelen.
De feiten
Uit de Verordening op de Winkelsluiting te Amsterdam volgen strikte sluitingstijden waar winkeliers zich
aan moeten houden. Bij een opticien komt na sluitingstijd een man aan die zijn bril verloren is en daarom
met spoed een nieuwe bril nodig heeft. De opticien besluit de man wegens het spoedeisende belang te
helpen, maar handelt hierdoor in strijd met de verordening en wordt hiervoor vervolgd.
Rechtsvraag
Valt noodtoestand ook onder overmacht in de zin van art. 40 Sr en kan de opticien derhalve een geslaagd
beroep op overmacht doen?
Overweging
De rechtbank stelt dat de opticien kon weten dat er sprake was van een gevaarlijk dan wel zeer
hulpbehoevende toestand wanneer hij de man niet zou helpen. De man was immers slechtziend en het zou
onverantwoord zijn geweest als hij de man zonder bril zou hebben laten rondlopen. De rechtbank oordeelt
dat er sprake was van een maatschappelijke verplichting van de opticien om de hulp die van een opticien
verwacht wordt te verlenen. In de gegeven noodtoestand had de opticien dus mogen kiezen voor het
overtreden van de verordening om zo de man te kunnen helpen. De rechtbank ontslaat de opticien
derhalve van alle rechtsvervolging. De Hoge Raad sluit zich bij het oordeel van de rechtbank aan en stelt
dat er in casu sprake is van een situatie van overmacht in de zin van art. 40 Sr.
Rechtsregel
Noodtoestand valt ook onder overmacht in de zin van art. 40 Sr.
Relevante artikelen
Artikel 40 Sr:
Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen.
Feiten
Juffrouw De Vries woont boven het pakhuis van Nijhuis te Zutphen. Door een strenge vorst springt in de
nacht van 4 op 5 januari 1909 een leiding in het pakhuis van Nijhuis. Een voorraad leer die in het pakhuis
ligt opgeslagen, wordt daardoor beschadigd. De hoofdkraan van de waterleiding bevindt zich echter in het
huis van juffrouw De Vries. Nijhuis verzoekt juffrouw De Vries om de hoofdkraan dicht te draaien om de
schade te beperken. Juffrouw De Vries weigert dit te doen, omdat ze van mening is dat Nijhuis de intentie
heeft om haar nachtrust te verstoren. Uiteindelijk geeft juffrouw De Vries toe en verleent toegang tot haar
huis aan Nijhuis. Door de vertraging is het leer ernstig beschadigd. Nijhuis wil deze schade graag vergoed
zien van juffrouw De Vries op grond van onrechtmatige daad.
Rechtsvraag
Levert de gedraging van juffrouw De Vries in casu een onrechtmatige daad op?
Overweging
In eerste instantie wordt de vordering van Nijhuis door de kantonrechter afgewezen. De rechtbank wijst
de vordering echter toe, overwegende dat:
‘(…) onrechtmatige daad en onrechtmatige nalatigheid niet zo beperkt moeten worden opgevat dat
daaronder alleen zouden vallen zulke daden of nalatigheden, welke inbreuk maken op een anders recht of in
strijd zijn met des daders rechtsplicht, maar dat er tevens onder vallen zodanige waarbij de nodige eerbied
voor een anders persoon, goederen of arbeid uit het oog wordt verloren (…).’
De Hoge Raad oordeelt echter anders (r.o. 8):
, ‘(…) O. daaromtrent, dat door zodanige daden en nalatigheden, als de Rechtbank hierbij op het oog heeft, wel
in strijd met hetgeen zakelijk en maatschappelijk betaamt, kan zijn gehandeld; dat echter de toepasselijkheid
van de artikelen 1401 en 1402 BW (oud) niet daardoor wordt bepaald, maar afhangt van de bevinding of
hetzij de daad, hetzij het verzuim of al dan niet in strijd is met des daders rechtsplicht of inbreuk maakt op
eens anders recht, (…).’
Rechtsregel
Het wetsartikel sprak expliciet van schendingen van een wettelijke plicht of het maken van een inbreuk op
rechten van een ander. Een onbetamelijke gedraging wordt hier niet genoemd en is dus ook niet
onrechtmatig. Alleen de schending van een wettelijke plicht of een inbreuk op een recht levert
onrechtmatigheid op.
Let erop dat de rechtsregel van dit artikel met de komst van HR Lindenbaum/Cohen (31 januari 1919, NJ
1919, 161) is verlaten.
Vee-arts-arrest
Onderwerpen ‐ Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid
Artikelen ‐ n.v.t.
De feiten
Een veearts brengt tijdens een epidemie van mond- en klauwzeer opzettelijk een aantal gezonde koeien in
aanraking met reeds geïnfecteerde koeien. De veearts had dit gedaan om de resterende gezonde koeien
een milde vorm van symptomen te laten doorstaan door ze te infecteren gedurende een gunstige periode,
namelijk de periode dat de koeien droog stonden. De besmetting leidt ertoe dat antistoffen worden
ontwikkeld. Door het met opzet besmetten van de koeien pleegde hij een strafbaar feit volgens de Veewet.
Volgens de veearts was de besmetting een wetenschappelijk verantwoorde manier om uiteindelijke de
gezondheid van het vee te bevorderen. De veearts werd vervolgd voor het in strijd handelen met art. 82
Veewet.
Rechtsvraag
Is het opzettelijk besmetten van vee in strijd met art. 82 Veewet wanneer door deze handeling, het doel
dat de wettelijke bepaling beoogt, beter wordt gediend?
Overweging
Het hof bevond de veearts schuldig aan overtreding van de Veewet, omdat aan de veearts door de Veewet
geen taak is toevertrouwd om de algemene gezondheidstoestand te bevorderen. De Hoge Raad besliste
echter anders en vond dat een veearts wel degelijk de taak mag hebben om de gezondheidstoestand van
het vee te bevorderen, ook al was dit in strijd met artikel 82 Veewet. Hij handelt hiermee in lijn met de
eisen voor het uitoefenen van zijn beroep. Daarom kon hij niet gestraft worden. De Hoge Raad
introduceerde derhalve in dit arrest de ongeschreven rechtvaardigingsgrond: het ontbreken van de
materiële wederrechtelijkheid. Dit houdt in dat de dader van een strafbaar feit niet strafbaar is indien door
het overtreden van het strafbare feit de doelstelling van dat feit juist beter nageleefd wordt, ook al is de
daad formeel gezien in strijd met de letter van de wet.
Rechtsregel
De dader van een strafbaar feit is niet strafbaar indien door het overtreden van de strafrechtelijke norm de
doelstelling van die norm juist beter wordt nageleefd, ook al is de daad formeel gezien wel
wederrechtelijk.
SGP-arrest
Onderwerp: Vrouwenstandpunt SGP; Passief kiesrecht vrouwen; Verplichting treffen maatregelen
Artikelen: IVDV art. 7; Gw art. 93, 94
Samenvatting
In deze zaak staat centraal de opvatting van de SGP dat de vrouw geen passief kiesrecht toekomt voor de
algemeen vertegenwoordigende overheidsorganen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller victorinehoedemaker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.