100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - VZOM: Geestelijke gezondheidszorg $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting - VZOM: Geestelijke gezondheidszorg

 11 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak 'VZOM: Geestelijke gezondheidszorg'

Preview 4 out of 63  pages

  • October 16, 2023
  • 63
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting


Verlenen van zorg op maat: Geestelijke gezondheidszorg
Psychiatrie in de verpleegkunde
Pathologie
1. Introductie in de GGZ
GGZ = lang proces -> wachtlijsten, praten, te kort aan middelen, medicatie, 0-99+

1.1 Hoe definiëren we ‘afwijkend’?
1.1.1 Criteria voor abnormaliteit
 Uitzonderlijk: iets dat weinig voorkom = afwijkend beschouwen
=> zeldzaamheid/statistische afwijking alleen niet genoeg om iets als afwijkend de beschouwen
 Sociaal afwijkend: gedrag kan in ene cultuur normaal zijn & in andere culturen afwijkend (ook // generaties)
=> beslissing wat normaal/afwijkend is: gebaseerd op sociale normen
-> gedrag op zich wel normaal, maar kunnen er verward/beledigd door voelen
 Foute perceptie interpretatie van realiteit: hallucinaties = zintuigen nemen geen accurate weergave
=> grote alarmbel: zo afwijkend dat dit wijkt op psychopathologie
 Aanzienlijk emotioneel lijden van persoon: context belangrijk om te stellen of emoties afwijkend zijn
=> psychisch lijden door problematische emoties kan afwijkend zijn, als ze lang aanhouden zonder reden
 Ongepast/contraproductief gedrag: gedrag dat onprettige gevoelens oproept ipv bevrediging
=> gedrag dat beperkt in vermogen om bepaalde rollen in leven te vervullen/weerhoudt om aan te passen
 Gevaar: gedrag dat gevaar voor betrokkene/andere uitlokt -> context van groot belang
=> elke vorm van extremisme kan worden beschouwd als abnormaal
--> meestal combinatie van criteria => uitdaging = objectief zijn
=> feiten beschrijven zonder normatief te zijn, zonder te vergelijken met eigen mening
=> afwijkend gedrag ≠ persoon in geheel afwijkend -> afwijkend ≠ altijd slecht
-> situatie = belangrijk om te begrijpen/bekijken of iets afwijkend is of niet

1.1.2 Culturele aspecten van afwijkend gedrag
Concepten van ziekte & gezondheid -> versch. in versch. culturen
=> bv. Indianen: ‘ziekten van de blanke man’ (alcohol, drugs) -> ‘geneeskunst van de blanke man’
-> ziekten die er zijn sinds de westerse mensen tot bij hen komen & rekenen dan op onze gezondheidszorg
=> bv. Indianen: ‘indiaanse ziekten’ -> traditionele genezers = sjamanen & medicijnmannen & vrouwen
-> ziekten die er al generaties zijn en op hun manier iets aan doen
Omgekeerde -> schizofrenie presenteert tamelijk stabiel in symptomen & in aantal in alle culturen
DSM 5 -> houdt meer rekening met cultuur dan voorgangers
=> meer gedetailleerde info over relatie // cultuur & psychologische nood

2. Classificatie en beoordeling van afwijkende emoties, gedachten en gedrag
ICF = internationale classification of functioning -> functioneren van mensen (& problemen) beschrijven
=> geeft beschrijving van factoren die op functioneren van invloed zijn
Classificeren, beoordelen, diagnosticeren -> door psychiaters & klinisch psychologen
=> psychiaters & psychologen richten primair op behandeling van stoornis
=> vpk richten zich op gevolgen die stoornis heeft & daaruit voortvloeiende zorgbehoeften
--> observaties vpk wordt ook gebruikt voor helpen te classificeren
Afwijkend gedrag classificeren = belangrijk:
 Beslissingen nemen: behandelmethode
 Voorspellen: beloop van ziekte voorspellen
 Samenwerking: bevindingen met elkaar bespreken & kennis vergroten & in bepaalde richting denken
 Onderzoek: populaties met gelijksoortige patronen afwijkend gedrag & emoties & cognities onderscheiden
=> groepen classificeren: op zoek naar gemeenschappelijke factoren & nieuw licht werpen
1

,Samenvatting


2.1 Hoe worden psychiatrische stoornissen geclassificeerd?
ICD = international classification of deseases -> meest gebruikt => psychische & fysische stoornissen
Sprake van psychische stoornis als er sprake is van:
 Emotioneel lijden
 Ernstige belemmeringen in functioneren
 Gedrag dat kan lijden tot persoonlijk lijden, pijn, invaliditeit, zelfverminking, dood
 Langere tijd aanhoudende belemmering die niet meer past in normale reactie binnen bepaalde context

2.1.1 De DSM-5 en modellen van afwijkend gedrag
DSM -> beschouwt afwijkende gedragingen als uitingen/symptomen van onderliggende stoornissen/ziekten
=> gebaseerd: afwijkend gedrag niet per def. veroorzaakt door biologische oorzaken/defecten
-> komt voor uit complexe interactie van (genetische) aanlegfactoren & overlevingsfactoren
--> classificeert stoornissen ≠ mensen + beschrijft ≠ verklaren
==> beschrijving van diagnostische kenmerken & symptomen van afwijkend gedrag, emoties, gedachten
Oorzaken stoornissen = onbekend -> soms biologisch, soms psychologisch, soms multifactorieel
Diagnose -> min. aantal symptomen/kenmerken aanwezig
=> stressoren betrokken (psychisch functioneren beïnvloeden) & belemmeringen (rekening houden: meeste geschikte bekomen)
DSM = categoriaal classificatiemodel -> clinici moeten per categorie beoordelen
DSM-5 -> dimensies => toevoegen bij beoordeling van diagnose => mogelijk om gradaties aan te geven
=> sprake van stoornis: licht, matig, ernstig, zeer ernstig
Voordelen DSM -> duidelijk taal & omschrijving van symptomen = specifieke diagnostische criteria
Nadelen DSM -> veel focus op wat binnen speelt, weinig aandacht voor externe invloeden op gedrag
=> moeilijk voor patiënt = etiket wordt geplakt met bijhorende problemen

3. Mensen met aan een middel gerelateerde stoornissen op verslaving verplegen
Verslaving -> kijk afhankelijk van cultuur => soms vage klachten – soms opvallend gedrag
=> symptomen herkennen & adequate zorg kunnen verlenen
Gecontroleerd gebruik -> nog iets kunnen doen => weet de limiet
Abstinentie -> volledig stoppen met iets => vaak makkelijker dan gecontroleerd gebruik
=> stoppen na geproefd te hebben -> AA gaat voor volledige abstinentie

3.1 Classificatie van aan middelen en verslaving gerelateerde stoornissen
 Stoornissen door middel teweeggebracht: afwijkend gedragspatroon door psychoaffectieve middelen
 Intoxicatie: herhaalde ep. van dronkenschap/high zijn
=> kenmerken = afh. middel, dosis, biologische kwetsbaarheid, hoogte van verwachtingen
-> verwarring, strijdlustigheid, belemmerd beoordelingsvermogen, concentratieverlies
-> belemmering van motorische & ruimtelijke vaardigheden
Extreme intoxicatie: gevolg van alcohol, cocaïne, opiaten, PCP -> kan leiden tot dood
=> biochemische effecten van stof/belemmering in beoordelingsvermogen = gevaarlijk gedrag
 Onttrekkingssyndroom: stoornis door middel – combo van symptomen als iemand abrupt stopt
=> alcohol, opiaten, stimulantia, kalmerings- & slaapmiddelen, weed, tabak
=> versch. middelen hebben versch. effecten -> sommige stoornissen door / alle middelen
 Stoornissen in gebruik van middel: vrij algemeen -> onderverdeling = duidelijker
Tolerantie -> toestand van fysieke gewenning aan middel door frequent gebruik = hogere dosissen nodig




2

,Samenvatting


3.1.1 Gebruik en misbruik
Grens voor DSM-5 -> belemmering in dagdagelijkse functioneren:
 Problemen met nakomen van verantwoordelijkheden
 Riskant gedrag in fysieke zin
 Frequente sociale/interpersoonlijke problemen
=> gaat om en voortduren van patroon in gebruik ondanks problemen die zich meebrengen
Lichamelijke, fysieke, chemische, fysiologische afhankelijkheid -> regulier gebruik = lichamelijke veranderingen
=> grotere hoeveelheden nodig voor zelfde effect (=tolerantie) & onttrekkingsverschijnselen bij stoppen
Lichamelijke afhankelijkheid ≠ verslaving – dwangmatig gebruik & verschijnselen van lichamelijk afh.
=> verlies van controle, ondanks besef van schadelijke gevolgen
--> kan lichamelijk afhankelijk zijn & niet verslaafd
Psychische afhankelijkheid -> gebruiken middel op hun psychologische behoeften tegenmoet te komen
=> kan fysiek afhankelijk zijn & verslaafd of niet
Experimenten -> regelmatig gebruik -> verslaving of afhankelijkheid
=> verslaving begint met experimenteren (incidenteel gebruik) – denken controle te hebben & kunnen stoppen
=> regelmatig gebruik: leven begint vorm te geven rond verkrijgen & gebruiken van middel
-> ontkenning = belangrijke rol => verbergen neg. gevolgen van gedrag & waarden veranderen
-> problemen stapelen op & geven meer werk uit & liegen en manipuleren
=> verslaving/afhankelijkheid: geen weerstand tegen middel -> effecten blijven ervaren

4. Verslavende middelen
4.1 Verslavende middelen: algemeen
Verdovende middelen -> vertraagt/remt activiteit van CZS af, angst & spanning nemen af, beweging vertraagt
=> hoge dosis: vitale functies remmen = dood
Stimulantia -> psychoactieve stoffen die activiteit van zenuwstelsel verhogen
=> effecten = verschillend: gevoelens van euforie & zelfvertrouwen/verhogen beschikbaarheid NT in hersenen
Hallucinogene middelen -> bewustzijnveranderende middelen => zintuigelijke vertekeningen/hallucinaties
=> soms ook euforie & ontspanning / paniek
Verdovende middelen: alcohol/ethanol
=> ziektemodel: aanname van alcoholisme = medische aandoening/ziekte
-> gevolg van biomedische effecten op hersenen onweerstaanbare lichamelijke hunkering naar meer
--> permanente/chronische aandoening – komt in alle lagen tegen
Risicofactoren -> geslacht, leeftijd, antisociale persoonlijkheidsstoornis, familiegeschiedenis, sociodemogr. fact.
=> meer mannen dan vrouwen, jongvolwassenheid voor 40 e, drinkende rolmodellen, meer bij lagere klasse
Psychische effecten -> varieert => interactie van fysiologische effecten & lich. gevoeligheid + interpretatie
=> fysiologisch niveau: verhoogt gevoeligheid van receptoren voor GABA (remmende NT)
= activiteit van ZS neemt af als werking van GABA wordt versterkt
-> drinken: ontspanningsgevoel, waarneming door zintuigen vertroebelen, evenwicht & coördinatie achteruit
=> hogere dosissen: werken op delen van hersenen die onwillekeurige vitale functies reguleren
--> beoordelings- & inschattingsstoornissen & ontremming op voorgrond
Chronisch alcoholgebruik -> cognitieve vermogens belemmeren + uitwerking op alle organen
=> meer kans op ernstige somatische ziekten
Leverziekten -> alcohol gerelateerd:
 Levercirrose: mogelijke dodelijke ziekte waarbij gezonde levercellen door littekenweefsel wordt vervangen
 Alcoholistische hepatitis: ernstige & mogelijks levensbedreigende ontsteking van lever
Gewoontedrinkers = ondervoed -> risico op complicaties door tekorten in voeding

3

, Samenvatting


Stoornis in het alcoholgebruik
Stoornis = beperkt functioneren & persoonlijk lijden 2/meer specifieke kenmerken/symptomen aanwezig
=> moeten jaar/langer aanwezig
 Hoeveelheid tijd ifv middel  Tolerantie/onttrekkingssyndroom
 Verminderen/stoppen: wel wens maar lukt niet  Risico voor persoonlijke veiligheid/anderen
 Meer drinken dan bedoeld  Aanhoudend verlangen
 Problemen met taken in normale rollen  Sociale impact
 Doorgaan met gebruik ondanks weten van gevolgen
Onttrekkingssyndroom door alcohol
=> zweten, snelle pols, tremor aan hand, droge mond, verzwakking, hoofdpijn, verhoogde BD, slapeloosheid, …
Delirium tremens -> intense autonome hyperactiviteit + delier
=> mentale verwarring gekenmerkt door incoherente spraak, desoriëntatie & extreme rusteloosheid
=> hallucinaties kunnen optreden – vaak angstig
Ontwenningsinsult -> epileptische aanval zonder epilepsie te hebben => kan gevaarlijk zijn in bepaalde context
Verdovende middelen: Barbituraten
=> sedativa (oudere generatie) -> angst, spanning, pijn, epilepsie, hoge BD => GABA agonist
Gebruik -> snel psychologische & fysiologische afhankelijkheid: tolerantie & ontstaan van ontwenning
=> ontspannend & lichte euforie/kick
--> stoppen = onder medisch toezicht
Effecten hoge dosis -> vergelijkbaar met alcohol: duizelig, onduidelijk spreken, bewegingsstoornis, prikkelbaar, …
Alcohol & barbituraten combineren -> synergetisch effect => 4x zo sterk als beide middelen op zichzelf
Verdovende middelen: Benzodiazepinen
=> axiolytica & hypnotica -> kalmeermiddelen, nieuwere generatie dan barbituraten
-> kalmerend, angstremmend, slaapverwekkend, spierontspannend
GABA-receptoren -> aan medicatie gebonden => versterken remmende werking van GABA
Bijwerkingen anxiolytica = zelfde als hypnotica
Gebruik -> kortdurend voor hardnekkige slapeloosheid => wordt slaperig, maar moet over zijn bij opstaan
= spierverslappende werking: kan gevaarlijk zijn -> vaak ook gebruikt ij status epileptus om stil te leggen
Verdovende middelen: Opiaten
=> narcotica -> verlichten pijn & wekken slaap op => brengen euforie & intens gevoel van genot
--> genotscentra in hersenen direct gestimuleerd -> bootsen werking van endorfine na (natuurlijk genot)
Medische toepassing -> pijnbestrijding => gereguleerd – overdosis = coma/dood
Ontwenning -> griepachtige symptomen & angst, rusteloos, prikkelbaar, craving
=> niet opgevangen: hartslag versneld, BD stijgt, spierkrampen & tremor, koud & warm, koorts, braken, …
 Morfine: pijnbestrijding = verslavend, bewustzijnsverlagend middel & gevoel van welbehagen
=> acute pijnstilling: parenteraal toegepast => onderhoudsdosering: zetpillen & drank
 Heroïne: veroorzaak eufore roes = zeer sterk verslavend – IV direct pos. effecten
=> alle pos. driften lijken bevredigd
 Codeïne: zwakke pijnstiller & krachtige kriebelhoestonderdrukker + sederend & obstiperend

4.2 Stimulantia
=> psychoactieve stoffen – verhogen activiteit van ZS -> effecten = verschillend per middel
-> geven euforie & zelfvertrouwen / verhogen beschikbaarheid van NT noradrenaline & dopamine
=> hoge concentraties NT in synapsspleet // neuronen = ZS actief & alert




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller martegeysen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47  1x  sold
  • (0)
  Add to cart