100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Toegepaste Methoden en Statistiek (424532-B-6) 9 GEHAALD!! $6.47   Add to cart

Summary

Samenvatting - Toegepaste Methoden en Statistiek (424532-B-6) 9 GEHAALD!!

 25 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting is gebaseerd op alle hoorcolleges, werkcolleges, de slides en het verplichte artikel! Zelf een 9 mee behaald!!

Preview 3 out of 18  pages

  • October 16, 2023
  • 18
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Toegepaste Methoden & Statistiek samenvatting
HC1
Exploratief onderzoek: laat de data spreken
Confirmatief: toetsen of je hypothesen houdbaar zijn
Hypothese: veronderstelde relatie tussen de variabelen. Betreft 2 of meer variabelen.
Deze kunnen typisch zijn (gedrag) of maximum performance (prestatie zoals IQ).
Ook kunnen variabelen latent: niet direct observeerbaar
Of manifest (direct zichtbaar) zijn.
<—> Afhankelijk van de context van het onderzoek kan een gegeven ook een
constante zijn. Dat is wanneer de variabele geen variatie kent.




Correlatie betekent niet causatie.
Correlatie: er is een positieve/negatieve samenhang tussen variabelen. X <—> Y
Causatie: er is een oorzaak gevolg relatie, het een leidt tot het ander. X —> Y
X leidt tot Y, hierbij is X de onafhankelijke variabele en Y de afhankelijke.

Verschillend onderzoeksvragen: waarom correlatie? Zijn er alternatieve antwoorden?
Is er causaal proces? Wat zijn de schijneffecten?

!Verwar de labels van de variabele niet met aparte variabelen: rijk en arm zijn
dezelfde variabele namelijk inkomen!

Co-variantie laat de mate van samenhang zien tussen variabelen, deze kun je alleen
interpreteren op richting dus positief of negatief. Over de grootte kan nog niks gezegd
worden.

Gestandaardiseerde score ook wel z-score: hierbij is het gemiddelde altijd 0 en de
variantie en standaarddeviatie (spreidingsmaten) altijd 1. Er is geen intercept.

,Basisrelaties:
1. Direct causaal effect: oorzaak leidt direct tot gevolg (X —> Y)
2. Mediatie: x —> Z —> y ook wel indirect causaal effect. Het indirecte effect is
het product van meerdere directe effecten. Het is dus het product van de directe
padcoefficienten.
3. Schijneffect: er is een gemeenschappelijke oorzaak waardoor het lijkt alsof x en
y verband hebben terwijl dit geen echte relatie is. Ook wel confounder. Kan ook
indirect zijn.




4. Onbekend effect: er is een correlatie maar geen theoretische verwachting
hierachter of causale relatie in theorie.
5. Wederkerig: als X verandert verandert Y ook, als dat gebeurt verandert X weer.
X —> Y en hierna Y —> X

Totale causale effect = alle indirecte effecten + directe effecten

Maximaal direct effect: effect wat er is als je van de laagste naar hoogste score gaat
op X1.

HC2
Padmodellen: een hypothese over onderliggende causale processen die de
geobserveerde correlaties tussen 2+ variabelen tonen.

Opstellen padmodel:
I. Maak een lijst van alle variabelen
II. Maak voor alle een causale hypothese. Deze kun je niet bewijzen maar enkel
ontkrachten of niet (verwerpen).
III. Teken het conceptuele model
IV. Bepaal welke variabelen exogeen zijn en welke endogeen zijn. Maak een
regressievergelijking voor alles dat endogeen is. De endogene variabele is dus de
afhankelijke variabele in de regressie. Includeer alle variabele die een direct
effect hebben op deze variabele als predictor.
V. Voeg aan alle endogene variabelen de disturbance toe, ook wel de
onverklaarbare variantie / zeta / error / residu / stoor / ruis / ζ. De ζ’s correleren
niet met elkaar en zijn dus uniek.

, VI. Voeg tussen de exogene variabele een dubbele pijl (<—>) want deze kunnen
correleren met elkaar. Dit noem je multicollineariteit.

Vaak worden in praktijk de laatste 2 stappen weggelaten uit het figuur om het
padmodel overzichtelijker te laten lijken maar in werkelijkheid is het altijd aanwezig!

Gouden regel padmodellen: alle variabelen die schijnrelaties kunnen veroorzaken
tussen variabelen met een causaal verband moet meegenomen in het model. Dus alle
mogelijke confounders moet je meenemen als uitbreiders.
Het niet meenemen van eventuele confounder zou een overschatting zijn van het
directe effect.

Endogeen: minstens 1 pijl komt in deze variabele, het is dus niet alleen maar
onafhankelijk maar kan ook afhankelijk zijn.
Exogeen: deze variabelen zijn enkel een predictor en worden niet verklaard. Er gaat
alleen een pijl uit. Het is dus altijd onafhankelijk.

Bij een padmodel is het dus een analyse door meerdere regressieanalyses. Hierbij is
het aantal endogene variabelen gelijk aan het aantal analyses omdat je voor alles dat
endogeen is een aparte regressievergelijking maakt.
In deze vergelijking heb je het regressiecoefficient: dit zegt wat over de grootte én
richting van het directe effect. Dit noem je B of Beta / β (als dit gestandaardiseerd is).

Een padmodel betreft de populatie, door middel van een steekproef worden de
waarden van de populatie geschat.

Niet-gestandaardiseerde lineair verband: Y = a + B1X1 +B2X2 + ζ
Afhankelijke variabele = intercept + effect van b1 + effect van b2 + ruis

Gestandaardiseerd valt de intercept weg:
Y = β1Zx1 + β2Zx2 + ζ
!Als x1 met 1 SD omhoog gaat dan neemt Y toe/af met een eenheid β1Zx1 onder
constant houding van andere predictoren!
Dan is het effect van x1 een partieel effect.

Inhoudelijke interpretatie:
- Alle weggelaten variabelen hebben een relatief klein effect op de endogene
variabelen.
- Endogene variabelen zijn betrouwbaar gemeten en hebben weinig ruis. Hiermee
zijn ze beter te voorspellen.
- Alle schijnrelaties zijn meegenomen in het model.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elipsy. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.47  3x  sold
  • (0)
  Add to cart