Samenvatting inleiding tot rechtswetenschap deeltentamen A
Onder de term recht wordt het geheel van geldende rechtsregels verstaan. Deze zin kun je
ook vervangen door de term positief recht. Positief recht wordt ook wel objectief recht
genoemd. Het positieve en objectieve recht beschrijven de nu algemeen geldende
rechtsregels. Het positief recht is een door mensen gemaakt recht. Op het moment dat
iemand een bevoegdheid krijgt bij een bepaald geval (kiesrecht) noemen we dit subjectief
recht.
Recht kan een individuele bevoegdheid en een algemene rechtsregel zijn. Dit is makkelijk te
onderscheiden met een ezelsbruggetje vanuit het Engels. Als je het recht met law kunt
benoemen is het een objectief recht. Als je het recht met right kunt benoemen is dit een
subjectief recht.
Er zijn ook voorschriften die vanuit het moraal of het fatsoen gelden, deze staan nergens in
de rechtsregels vastgelegd. Deze voorschriften zijn dus ook geen positief recht.
We kennen ook het natuurrecht, dit is een recht dat voor iedereen geldt ongeacht plaats of
tijd. dit recht is door de ‘natuur’ gegeven. In begin 1900 is de mensheid begonnen met het
vastleggen van de natuurrechten in rechtsregels.
Je kunt jezelf afvragen wanneer is een regel nou een rechtsregel? Een regel is een rechtsregel
wanneer deze voortvloeit uit een rechtsbron. Er zijn verschillende rechtsbronnen:
De wet
De jurisprudentie
De gewoonte
Verdragen en sommige besluiten van internationale organisaties
Algemene rechtsbeginselen
Gepubliceerde beleidsregels
Elk land mag zelf zijn eigen nationale regels opstellen, dit heet ook wel de soevereiniteit. De
overheid bezit de exclusieve bevoegdheid tot wetgeving, bestuur en rechtsspraak. Het
nationaal recht heeft alleen binnen een nationale staat kracht. Het verdrag is echter in
Nederland ook een van de rechtsbronnen. Het nationale recht bevat dus ook een aantal
nationale regels met internationale oorsprong. Het deel van het internationale recht dat
rechtsregels bevat over het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties heet
volkenrecht. Dit bestaat voornamelijk uit verdragen, gewoonterecht en besluiten van
bolkenrechtelijke organisaties.
Een verdrag is een bindende schriftelijke bindende regeling tussen verschillende staten.
Sommige verdragen hebben rechtstreekse werking, dat wil zeggen dat elke burger zich kan
beroepen op zo een soort verdrag.
De raad van Europa is een groep van Europese landen die samen verdragen sluiten zoals het
EVRM. De reden dat regels uit een verdrag rechtstreeks doorwerken in de nationale
regelgeving heeft te maken met dat Nederland heeft gekozen voor een monistisch systeem.
Er is niet eerst een omzetting naar een nationale rechtsregel nodig. Heb je dit wel nodig, dan
, heet dit systeem een dualistisch systeem. Het geheel van rechtsregels die afkomstig zijn van
de Europese Unie wordt het unierecht genoemd. In art.94 GW is bepaald dat internationale
regels altijd voor nationale regels. Dit zodat de nationale regels de internationale regels niet
kunnen ondergraven.
Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun onderling
verkeer, worden rechtsregels van materieel recht genoemd. Regels over het procederen bij
de rechtbank heeft het formeel recht. Het materieel recht verteld je dat je gelijk hebt en
formeel recht verteld je hoe je dit kunt krijgen.
Er zijn twee verschillende soorten recht, het privaat en publiek recht. Het publiekrecht
verteld ons de inrichting van de staat, de bevoegdheden van organen en de uitvoering van
overheidstaken. Het privaatrecht gaat over onderlinge verhoudingen tussen natuurlijke
personen. Het publiek recht is verticaal opgesteld het gaat tussen de verhouding van
overheid naar burger. Het privaatrecht is daarentegen horizontaal ingericht. Dit gaat namelijk
over de verhouding van burger tot burger.
De triaspolitica is een systeem ontworpen door Montesquieu een lange tijd geleden, we
gebruiken dit systeem nog altijd om de machten van de overheid te scheiden. Dit systeem
wordt gebruikt om de vrijheid van de burger te beschermen. Onder macht verstaan we een
bevoegdheid die aan een orgaan is toebedeeld. De staatsmacht wordt verdeeld over 3
machten: de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. In deze verschillende
machten mag niet dezelfde persoon zitten. Door de staat op deze manier in te richten wordt
machtsmisbruik voorkomen.
De wetgevende macht De regering en het parlement
De uitvoerende macht De regering
De rechtsprekende macht De rechters en het openbaar ministerie.
Volgens de leer van de trias politica is een scheiding van de machten niet genoeg. Er hoort in
een staatsbestel een systeem van checks and balances te zijn. Bij checks gaat het om het
houden van toezicht. Met balances wordt bedoeld dat er tussen staatsorganen een
machtsevenwicht moet zijn.
Rousseau was van mening dat wetgevende macht door het volk dient te worden gekozen. Er
ontstaat langzaam ene codificatie gedachte, dit wil zeggen dat het recht op systematische
wijze in wetboeken moet worden opgenomen.
Als de regering zijn bestuurlijke bevoegdheid gebruikt heet dat een beschikking. Dit is een
rechtsvaststelling ten aanzien van een individueel persoon. Bijvoorbeeld het benoemen van
Schutgens tot burgemeester van de gemeente Nijmegen. Als de regering in het kader van
een wet verder regels maakt heet dit een algemene maatregel van bestuur (AMvB) dit stukje
ging helemaal over de uitvoerende macht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milantielens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.83. You're not tied to anything after your purchase.