100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Biologische en Cognitieve Psychologie (P_BBIOCOG) Physiology of Behavior - 2022 $8.28   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Biologische en Cognitieve Psychologie (P_BBIOCOG) Physiology of Behavior - 2022

 20 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staan mijn hoorcollege aantekeningen van BioCog, Biologische en cognitieve psychologie. Ik heb de boeken niet gelezen, en alleen deze aantekeningen geleerd voor de tentamen. Daarmee heb ik 2x ongeveer een 9 gehaald. Hier staat dus alle stof in om een mooi cijfer te halen voor je Bio...

[Show more]

Preview 4 out of 75  pages

  • October 16, 2023
  • 75
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Dennis van 't ent en richard godijn
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges cognitieve psychologie
Hoorcollege 1: 31-10-2022
Cognitieve psychologe: studie van the mind
• Functionele uitleg: proces modellen
• Hoe interacten de processen met elkaar

Biologische psychologie: studie van de biologische basis van the mind
• Focus op breinprocessen: structurele modellen
• Hoe interacten breingebieden?

Cognitieve neurowetenschap: integratie van cognitieve en biologische psychologie, fMRI en PET. De
mind is wat het brein doet.

19e eeuw
Fysiologische chronometrie
Johannes Muller (eerste helft 1850)
• Zenuwgeleiding is oneindig snel → spiritual lebenskraft
• Von Helmholtz (1850): zenuwgeleiding = 30 m/s (kikker) en 60 m/s (mens)
• Baant de weg voor mentale chronometrie
o Mentale processen kosten tijd
o We kunnen die tijd meten

1860: Weber / Fechner’s law
• Psychofysica
• Relatie fysieke energie en sensatie

1867: Hermann von Helmholtz stelt perceptie voor als proces van onderbewuste gevolgtrekkingen
over de wereld.

1879: Wundt opent eerste psychologielab

1885: Ebbinghaus’ geheugen onderzoek:
• Studiefase: leer een lijst met onzin lettergrepen (bijv. DAX, ZUG, YOP, ...) naar perfectie.
Registreer de tijd die dit kost.
• Wacht een bepaalde tijd (minuten, dag, meerdere dagen)
• Testfase: Registreer hoe lang het duurt om de lijst opnieuw te leren.
• Bereken het besparingspercentage

Donder’s substraction method:
Doel: gemiddelde duur schatten van gepostuleerde mentale processen, X
Methode:
• 2 identieke taken creëren, behalve voor de betrokkenheid van X
• RT meten in beide taken
• Substract RTs
• → duration van X

Go/no-go task: niet altijd reageren, prikkeldiscriminatie
Simple RT task: altijd respons
Prikkel discriminatie tijd = RT (go-nogo) – RT (simpel)



1

,Problemen van Donder’s substraction method:
1. Hangt af van aannames over stages
2. Sterke aanname dat stages onafhankelijk zijn

Eeuw van behaviorisme:
John B Watson (1913). “behaviorist manifesto’’
• De geest weggooien: exclusieve focus op gedrag
• Stimulus – Response psychologie
• Focus op leren
Dominante paradigma’s:
• Klassieke conditionering (Pavlov) → conditioned reflex
• Operante conditionering (Skinner) → reinforcement leren
Interpretatie is hedendaagse anders: S – O - R

Richting een cognitieve interpretatie:
Tolman: wat de rat leert is:
• Niet een gedragsrespons (gaat naar rechts voor eten)
• Maar een cognitieve map → S – O – R

Cognitieve psychologie:




Het brein: van stimulus naar respons
• Van de retina (via de thalamus) naar de occipitale kwab.
• Dorsale (acties: waar/hoe, pariëtaal) stroom en ventrale (concepten/wat, temporaal)
stroom.
• Interacties met gedragsdoelen en motivaties (frontale kwab) (in het voorbeeld: de taakregel)
• Premotor cortex / aanvullende motor area → primaire motor cortex → ruggengraat → spinal
column → effector (rechter index vinger)

Het brein: hoe weten we dingen erover?


2

, • Neuropsychologische studies met patiënten (beroertes/ongelukken) → enkele/dubbele
dissociatie.
• Brein imaging technieken
o Electroencephalography (EEG): elektroden registreren elektrische activiteit op de
schedel, geproduceerd door het brein.
▪ Hoge temporale resolutie (accuraat in laten zien wanneer iets gebeurd)
▪ Lage spatiale resolutie (inaccuraat in laten zien waar de activiteit vandaan
komt)
o Magnetoencephalography (MEG): registreert magnetische activiteit geproduceerd
door het brein
▪ Uit beide technieken kan je event related potentials (ERPs) afleiden. Dan
time-lock je de EEG of MEG signalen met een event in de buitenwereld (een
prikkel of een response)
▪ Beide technieken meten neurale activiteit direct
o Positron emission tomography (PET)
o Functional magnetic resonance imaging (fMRI)
▪ Actieve breingebieden trekken bloed aan (want die hebben zuurstof nodig)
▪ Door een zuurstofvermindering in hemoglobine veranderen magnetische
eigenschappen
▪ fMRI detectoren pakken de
veranderende magnetische
eigenschappen op.
▪ Lage temporale resolutie
(inaccuraat in laten zien
wanneer iets gebeurd)
▪ Hoge spatiale resolutie
(accuraat in laten zien waar de
activiteit vandaan komt)
▪ fMRI en PET meten neurale activiteit indirect via verschillen in lokale
bloedtoevoer.
• Single cell opnames. Meten activatie van een paar neuronen in behaving dieren of patiënten
tijdens een operatie. (hoogste spatiale en temporale resolutie!!!)

Representatie door neuronen:
• Er zijn misschien meerdere neuronen gevoelig voor Jennifer Aniston
• Een neuron die sensitief is voor Jennifer Aniston is misschien ook sensitief voor andere
afbeeldingen
• Je hebt meerdere neuronen nodig om gezichten te coderen
• Sensorisch coderen:
o Specificiteit codering: 1 neuron codeert 1 persoon (grootmoeder cell). Kwetsbaar en
inefficiënt (want je hebt heel veel neuronen nodig).
o Populatie coding: een groot aantal van neuronen coderen voor elk persoon. Elk
uniek persoon wordt gerepresenteerd door een patroon van activatie. Niet zo
kwetsbaar en meer efficiënt.
o Sparse coding: een kleine groep van neuronen representeren elk persoon. Lijkt op
population coding, maar is efficiënter (maar ook iets kwetsbaarder).

Eigenschappen, zoals vorm, kleur, geluid, beweging hoort misschien bij een enkel object of
evenement. Toch activeren ze andere hersengebieden. De hersenen zijn een gedistribueerd neuraal
netwerk, zoals een orkest met verschillende instrumenten die in perfecte harmonie spelen.



3

, Enkele versus dubbel dissociatie:
• Broca (1861): normaal spraakbegrip maar een gebrekkige spraakproductie. Tonno.
• Wernicke (1879): vloeiende spraakproductie (woordsalade) maar gebrekkig spraakbegrip
• Autopsie laat zien dat verschillende breingebieden beschadigd waren, dus door dubbele
dissociatie weten we dat spraak door verschillende gebieden komt.

Dubbele dissociatie:
• Schade aan een breingebied beinvloed functie A maar niet functie B
• Schade aan een ander breingebied beinvloed functie B maar niet functie A.

Deze vindingen gecombineerd vormen de dubbele dissociatie: bewijs voor lokalisatie van functie:
functies A en B worden uitgevoerd door verschillende breingebieden.

Hoorcollege 2: perceptie
Perceptie: ervaring resulterend uit stimulatie van de receptoren
Perceptie: ervaring dat ons toelaat om aangepast te handelen naar de omgeving.
• Perceptie dient het organisme door vast te stellen wat en waar iets gebeurt in de
buitenwereld (maar ook in onze innerlijke wereld).
• Perceptie is aanpassend geëvolueerd: perceptie is afgestemd op een soort in zijn natuurlijke
habitat.

Ervaring: de subjectieve perceptie
Een boom heeft geen perceptie, alleen sensatie.

Zeeschede heeft 2 stages van leven:
• Als larf zwemt het vrij en heeft een zenuwstelsel, heeft perceptie
• Als volwassene gaat het vastzitten en verliest het zijn zenuwstelsel, alleen nog sensatie

Een vleermuis gebruikt echolocatie. Echolocatie activeert de occipitale kwab (want de functie van
echolocatie is: visualiseren waar alles is).

Dorsale(action) route: waar/hoe (pariëtale) (is iets
automatischer)
Ventrale(perception) route: wat (temporale)

Als de ventrale route beschadigd is en de dorsale route niet:
kan geen plaatje tekenen vanaf voorbeeld, maar wel vanuit
geheugen. Visuele agnosie!

In menselijke visuele perceptie stellen we vast wat waar is door informatie gereflecteerd door licht.
• Hoe?
• Wat zijn de
problemen en
limitaties die het brein
moet overwinnen om
ons deze ervaring te
geven?


Limieten van het oog:


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller radijs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82191 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.28
  • (0)
  Add to cart