In dit document heb ik alle artikelen die je moest weten voor het tentamen Sociale Psychologie in het studiejaar 2022/2023 samengevat. De belangrijke begrippen staan erin, evenals de hoofdlijnen van elk onderzoek. Samen met mijn andere document (hoorcollege aantekeningen) en dit document is een 9.8...
Artikelen Sociale Psychologie en bijbehorende vragen literatuur
Artikel 1: Ostracisme (Williams, 2007)
Vragen artikel:
1. Welke theorieën over ostracisme bestaan er en wat stellen deze theorieën voor?
a. Reflexieve fase, reflectieve fase en acceptatie fase
b. Social monitoring system en sociometer theorie
i. Wanneer erbij horen bedreigd wordt, gaat een individu meer letten op de
social cues, om succes te behalen in sociale interacties.
ii. Reguleert de optimale mate van saamhorigheid.
c. Cognitieve deconstructie en zelf-regulatie theorie
i. Sociale uitsluiting leidt tot een temporele toestand van cognitieve
deconstructie. Dit remt het vermogen om cognitieve/motiverende middelen
te gebruiken om impulsief gedrag te voorkomen. Dus je gaat je impulsiever
gedragen want rem is verslechterd.
2. Williams maakt onderscheidt tussen 3 verschillende stages na een ostracisme ervaring.
Welke zijn dat, en wat houden deze stages in, en wat zijn de meest belangrijke inzichten die
blijken uit die stages?
a. Reflexieve fase
i. In deze fase gaat het om de directe impact van ostracisme. Cholesterol level
en bloeddruk wordt bijvoorbeeld verhoogd. Meer stress wordt ervaren.
Toenemende activatie van de dorsal anterior cingulate cortex, hetzelfde
gebied dat wordt geactiveerd bij fysieke pijn.
ii. Iedereen ervaart de reflexieve reactie (pijn).
b. Reflectieve fase
i. Dit stadium gaat over de verschillende reacties op ostracisme. Mensen
verschillen in hoeverre ze gevoelig zijn voor ostracisme, en dat heeft voor
bepaalde tijd invloed op de reactie.
1. Fight: je gaat de persoon die je heeft buitengesloten benadelen.
Bijvoorbeeld de silent treatment terugdoen.
2. Flight: persoon gaat sociale situaties vermijden.
3. Freeze: de persoon kan dan een tijdje ‘bevriezen’.
4. Tend-and-befriend: iemand gaat zijn sociale gedrag verbeteren, en
meer zijn best doen.
c. Acceptatie fase
i. Deze fase komt na ostracisme op lange termijn.
ii. Mensen die langer worden buitengesloten zijn hypersensitief voor signalen
van sociaal gevaar en geven signalen af waarin zij duidelijk maken niet
buitengesloten te willen worden. Uiteindelijk verdwijnt de motivatie om
gedwarsboomde belangen te versterken, dit leidt tot acceptatie en
hulpeloosheid.
iii. De acceptatiefase wordt dus niet altijd bereikt, alleen bij langdurige
blootstelling.
3. In hoeverre beïnvloeden individuele verschillen reflexieve en reflectieve reacties op
ostracisme?
a. Reflexieve reacties worden niet beinvloed door individuele verschillen. Iedereen
ervaart de reflexieve reactie (pijn).
b. Reflectieve reacties verschillen per persoon, het ligt eraan hoe erg je gevoelig bent
voor ostracisme.
4. Welke psychologische behoeften worden bedreigd door ostracisme?
a. Need to belong
b. Zelfvertrouwen
1
, c. Controle hebben
d. Betekenisvol bestaan
5. Welke verschillende reacties op ostracisme bestaan er?
a. Je gaat je prosociaal gedragen omdat je weer wilt worden toegelaten tot de groep.
i. Gedragingen die de wens weerspiegelen om aardig gevonden te worden en
opnieuw opgenomen te worden.
b. Je gaat je antisociaal gedragen (schoolshootings), bijvoorbeeld agressief gedrag.
Vragen literatuur:
6. Kan je alle aspecten van small group processes beschreven in hoofdstuk 11 van Myers
herkennen en beschrijven?
a. Hoorcollege 2
7. Wat zijn de 3 basisaannames van sociale psychologie? (Hoorcollege 1)
a. Menselijke cognitie, emotie en gedrag = f(persoon x situatie)
b. Mensen construeren hun eigen realiteit
c. Mensen zijn sociale dieren.
Artikel 2: Narcissme (Twenge et al., 2008)
Vragen artikel:
1. Hoe verklaar je de bevindingen van Twenge et al.?
a. De wereld is individueler geworden.
2. Wat is narcisme precies, en wat zijn de beschrijvende eigenschappen (defining features)?
a. Narcisme: een zelf-reguleringssysteem, waarbij zelfvertrouwen en zelfverbetering
gezocht worden d.m.v. een grote range van sociale middelen, maar met weinig
aandacht voor de gevolgen daarvan op anderen.
i. Positieve en opgeblazen kijk op het zelf, vooral op agentische eigenschappen
(zoals: power, belangrijkheid, fysieke aantrekkelijkheid).
ii. Sociale extraversie, maar mensen met extreem hoge narcisme laten weinig
interesse zien in het vormen van warme, emotionele connecties met
anderen.
iii. Een brede range aan zelfreguleringseigenschappen die gericht zijn op het
verbeteren van het zelf. Gaat van credits nemen, aandacht zoeken tot high-
status romantische partners zoeken.
3. Zijn de bevindingen van Twenge et al. reden voor bezorgdheid? Zo ja, waarom? Zo niet,
waarom niet?
a. Niet per se, ik denk dat de NPI toets niet meegaat met de tijd, want in de tijd waarin
we nu leven is misschien wel elke persoon narcistischer geworden, en als elke
persoon dat is geworden, heeft dat blijkbaar een voordeel.
b. In het artikel wordt ook gezegd dat generatie een betere voorspeller is van narcisme
dan geslacht, en ik vind dat dat ook best veel zegt. Blijkbaar is de generatie
aangepast naar de individualister wordende wereld.
c. Ook betekent meer mensen met narcisme, meer zelfvertrouwen. Narcisme wordt
namelijk niet alleen gelinkt aan slechte eigenschappen, maar ook aan verhoogd
zelfvertrouwen, meer extraversie en levenssatisfactie.
d. De implicaties van de toename van narcisme kunnen op korte termijn positief zijn
voor individuen, maar op lange termijn negatief zijn voor andere mensen, voor de
samenleving en uiteindelijk ook voor het individu.
e. Vrouwen zijn in verhouding narcistischer geworden dan mannen. Dat vind ik juist wel
goed, omdat ze nu meer zelfvertrouwen hebben en assertiever zijn. In de tijd van de
eerste meting werd dat niet van vrouwen gewenst naar mijn idee.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller radijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.