Deze samenvatting heb ik gemaakt voor het vak 'sociale en politieke filosofie' tijdens de opleiding docent maatschappijleer. De samenvatting bestaat uit een combinatie van het boek 'Samenleving ter discussie' en presentaties behandeld tijdens de colleges. De samenvatting bevat schema's en afbeeldin...
Samenvatting Sociale en politieke
filosofie
Lerarenopleiding maatschappijleer
De samenvatting is een mix van onderdelen
uit het boek en de hoofdzaken uit de
presentaties van tijdens de colleges.
Inleiding
De vraag naar de juiste samenleving is het onderwerp van sociale filosofie. Deze thematiek is zeer
breed, alle facetten van de samenleving kunnen hierbij in beschouwing worden genomen. Het boek
kiest voor een historische opzet, in plaats van een systematische1.
Het hoofdthema van het boek is macht en rede. Elke menselijke relatie is ook een machtsverhouding
en daarmee in zekere zin een politieke relatie. Dit uitgangspunt brengt met zich mee dat in dit boek
geen scheidslijn wordt getrokken tussen de sociale filosofie en de politieke filosofie.
Het hoofdthema wordt verbonden met drie subthema’s:
a. Het mensbeeld, waarin zaken als de relatie tussen lichaam en geest, of de plaats van de mens
tussen cultuur en natuur worden besproken.
b. De praktijk, waar de sociale filosofie gerelateerd is aan de ethiek.
c. De problematiek van de verwerving van kennis en de verantwoording daarvan. Hier raakt de
sociale filosofie aan de kennis- en wetenschapsfilosofie.
De filosofie heeft altijd andere vormen van kennis en inzicht naast zich gehad.
o Oudheid: wetenschap en filosofie samen.
o Middeleeuwen: theologie, filosofie ter ondersteuning.
o Verlichting: wetenschap en filosofie samen.
o 19e/20e eeuw: wetenschap centraal.
De meningen over de functie en waarde van de filosofie enerzijds en de wetenschap anderzijds
verschillen nogal. De volgende opvattingen doen zich voor:
a. Filosofie is overbodig en komt niet tot waarheid (metafysica is verwerpelijk).
b. De wetenschap is voldoende in staat om tot waarheid te komen, maar de filosofie kan op
bepaalde gebieden een bijdrage leveren aan de wetenschappelijke theorievorming (de
filosofie als dienstmaagd).
c. De wetenschap levert maar een beperkt inzicht op, de filosofie moet dit in een breder kader
plaatsen en kritische vragen stellen (filosofie als integratie en kritiek op de wetenschappen).
d. De filosofie levert als enige ware kennis op, de wetenschap levert alleen oppervlakkige
kennis op (filosofie als enige bron van ware kennis).
De sociale filosofie heeft vooral met de maatschappij- of sociale wetenschappen te maken:
economie, sociologie, politicologie, culturele antropologie, psychologie, geschiedenis of
rechtswetenschappen. Tegenwoordig vormen de filosofie en deze wetenschappen in vergaande
mate gescheiden disciplines. Tot de 19e eeuw was het alleen de filosofie die zich over de samenleving
boog. De scheiding voltrekt zich rond 1850-1900.
1
In een systematisch opgezet boek wordt het onderwerp van de sociale filosofie in een aantal thema’s
verdeeld.
1
,Hoofdstuk 1: Oudheid en Middeleeuwen, een hogere orde
In de vijfde eeuw vóór onze jaartelling beleeft de Griekse cultuur een gouden eeuw. Griekenland is
verdeeld in verschillende onafhankelijke poleis (stadstaten) met elk hun eigen vorm van bestuur. Ook
de filosofie maakt een bloeiperiode door. Er trekken filosofische docenten (sofisten) rond, die tegen
betaling onderwijs geven. Met name aan jongelingen die een politieke carrière ambiëren leren hoe
ze moeten redeneren en discussiëren (rethorica)2. Volgens Socrates en Plato gaat het deze Sofisten
niet om waarheid, maar om overtuigingskracht.
Plato sticht een school waar gratis onderwijs in het zoeken
naar waarheid wordt aangeboden. Ook Aristoteles richt
later zo’n school op.
Vooral de ethiek3 staat centraal in de Griekse filosofie: b.v.
wat is rechtvaardigheid, hoe moet de staat zijn ingericht
(staatsvorm) en hoe kunnen mensen het beste samen
leven? Voor Plato en Aristoteles is rechtvaardigheid het
belangrijkste criterium in de staat. Zij maken geen scherp
onderscheid tussen de samenleving of maatschappij
enerzijds en de staats anderzijds. De ontologie, de leer van
het zijn, vormt de basis voor hun filosofie.
Figuur 1 Plato en Aristoteles
Het belangrijkste verschil tussen deze twee filosofen is dat Plato een theoretisch ideale staat
ontwerpt, terwijl Aristoteles meer empirisch wil bezien wat met betrekking tot de staat natuurlijk en
goed is. Terwijl Plato een alternatief voor de bestaande samenleving ontwikkelt (idealisme), komt de
visie van Aristoteles globaal overeen met de toenmalige Griekse politieke werkelijkheid (realisme).
Plato laat ons door middel van een ideaal contrastbeeld nadenken over de samenleving, terwijl
Aristoteles zich rechtstreeks richt op het onderbouwen en begrijpen van wat er bestaat.
Plato
De centrale kwestie in Plato’s Politeia is de vraag wat rechtvaardigheid inhoudt. De ethiek houdt voor
Plat nauw verband met kennis. Begrijpt iemand hoe de werkelijkheid in elkaar zit, dan is duidelijk wat
goed is om te doen, en zál hij het goede ook doen. Het morele kwaad daarentegen komt volgens
Plato voort uit gebrek aan inzicht.
Plato maakt in zijn ontologie een onderscheid tussen twee werelden of werkelijkheden: de wereld
van de zintuigelijk waarneembare dingen en die van de Ideeën. Van kennis kan volgens Plato alleen
sprake zijn als we ons richten op de wereld van de Ideeën. Volgens Plato is de werkelijkheid om ons
heen een schaduw van de ideale vormen. De zintuigelijke wereld is gebaseerd op de ideeënwereld
(of ‘ideeën’). Deze twee-wereldtheorie legt Plato uit in de gelijkenis van de grot.
2
Retorica is de kunst van het spreken in het openbaar. De term staat voor welsprekendheid, maar in
uitgebreide zin slaat het op effectief spreken en schrijven en de kunst van het overtuigen.
3
In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed
of fout kan worden gekwalificeerd.
2
, De gelijkenis van de grot
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Nielsje88. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.09. You're not tied to anything after your purchase.