IC 6.2 van foetaal naar neonataal
IC 6.2 Transitie van foetaal naar neonataal
Ontwikkeling van de longen
Canaliculaire stadium:
Epitheel dat alveoli bekleed is nog dik (cuboïde
cellen) dus capillairen liggen daar nog ver
vanaf → grote diffusieafstand (d) →
gasuitwisseling is nog niet megelijk
Saculair stadium:
Pneumocyten worden dunner en capillairen komen
dichterbij te liggen
Alveolair stadium:
Dunne pneumocyten → kleine diffusieafstand
Surfactant
Surfactant = surface active agent
- Gemaakt in pneumocyten type 2
- Verlaagt de oppervlaktespanning
,Surfactant bestaat uit twee belangrijke processen:
- Productie
o Start al vroeg in de zwangerschap (blijft in
T2 pneumocyten)
- Secretie
o Alveolair surfactant secretie is pas later en
neemt snel toe in de laatste weken van de
zwangerschap
Longvloeistof balans
- Productie door foetale long → draagt bij aan
vruchtwater
o Long maakt longvocht → dit wordt
uigescheiden naar het amnionvocht
- Noodzakelijk voor ontwikkeling longen
o Tekort → rol bij longhypoplasie
- Voor begin partus gaat de productie
geleidelijk omlaag
o Productie → resorptie
▪ Pneumocyten nemen het
vocht weer op zodat de
alveoli zich met lucht
kunnen vullen in plaats
van met vocht (na de
partus)
o Tijdens partus mechanisch
afname
o Na twee uur geboorte → longen
volledig geklaard van vloeistof
Na primaire sectio → meer % longwater dan na vaginale
geboorte (bij dezelfde bloedvolumes) = wet lung
Gasuitwisseling
Ventilatie = luchtverversing
- Lucht gaat met de ademhaling in en uit
- Volume: bepaald door compliantie en druk
Diffusie = O2 en CO2 beweging in alveoli
- Van hoge naar lage concentratie
- CO2 van bloed naar airspace
- O2 van airspace naar bloed
- Concentratieverschil en afstand
Perfusie = bloedflow door capillairen van in de alveoli
- O2 wordt naar het lichaam gebracht
- CO2 wordt naar de longen gebracht
- Flow: met name bepaald door vaatweerstand
,Surfactant en volume-druk relatie
Surfacant → verlaagt de oppervlaktespanning in alveoli
Bij een lagere oppervlaktespanning bevatten de longen meer lucht
bij eenzelfde druk → dus groter longvolume = makkelijker
inademen (minder druk nodig) en stabielere longen die meer lucht
vasthouden na de uitademing
Adembewegingen
- Foetaal al ademhalingsbewegen (vanaf 10-11 weken)
- Rondom partus geen adembewegingen
- Eerste ademteug:
o 6-93 seconden na geboorte
o Meestal 10-20 seconden
Trigger:
- Koude stimulus; werkt centraal
- Tactiele stimuli; werkt centraal
- Verandering pCO2 & pO2 (met name
pCO2 chemoreceptor centraal)
- Afnavelen met wegvallen
prostaglandines
Ademen:
- Huilen is diepe inademing – negatieve
druk in de borstholte – zuigt lucht aan
- Alveoli ontplooien oiv surfactant
- Rest longwater wordt opgenomen in alveoli
- Rest longwater in luchtwegen wordt omhooggewerkt en doorgeslikt (of loopt uit de
neus/mond)
- Zuurstofspanning neemt toe in alveoli en longcapillairen
- Daling longvaatweerstand → toename longdoorbloeding → gasuitwisseling
Geboorte: transitie van de circulatie
Foetale circulatie:
- Circulatie parallel met 2 R→L shunts
- Lage systeemdruk
- Placenta; groot laag weerstand reservoir
- Relatief lage zuurstofconcentratie in bloed
- Longvaatbed hoge weerstand en lage flow
- Zuurstofrijk bloed vooral naar hart en hersenen
- Lage zuurstofsaturatie rond 65%
Shunts:
- RV dominant bij foetus: 2/3e bloedaanbod
- Vanuit VCI vooral door Foramen Ovale naar LV
- Hoge longvaatweerstand meeste output RV door ductus
arteriosus naar aorta
, Geboorte:
- Huilen/ademen
- Longvolume stijgt
- paO2 stijgt
- Long bloedflow stijgt
- Navelstreng clamen
- Systemische vaatweerstnad omhoog
door wegvallen placenta (lage RR)
- pulm. RR daalt en systemische RR stijgt
- Shunts ductus en FO keren om
- Hartslag stijgt
- Saturatie van 65 → 95
- cardiact output stijgt
Cortisol:
- Productie neemt toe in de zwangerschap
- Snellere toename net voor de partus
- Piek net na de geboorte
- Functie cortisol:
o Stimuleert longrijping en productie en secretie van surfactant
o Activeert Na-K-Cl pomp voor longwaterresorptie
o Meer beta-adrenerge receptoren in hart en longen
o Reguleert afgifte van catecholaminen
▪ Stijging systeembloeddruk
▪ Verhoging cardiac output
o Aanzetten energie metabolisme en verbranding van bruin vet
o Rijping leverenzymen voor glucose en
stofwisseling en darmenzymen
o Stimuleert schildklierhormoonproductie
Ademhalingsproblemen bij de pasgeborene
- Hoe zie je dat?
- Wat kan er aan de hand zijn?
- Hoe komt dat dan?
- Wat kan je eraan doen?
Hoe zie je dat dan?
Normale ademhaling bij pasgeborene:
- Direct postpartum:
o Goed huilen, spontaan en na stimuleren
o Goed bijkleuren van blauw → roze
o Nadien ook rustige ademhaling en roze van
kleur
▪ Neusademhaling
▪ Buikademhaling
Centrale cyanose = geheel blauw
Acrocyanose = blauwe ledematen, wel roze lippen, gezicht
en bovenlichaam.
(zie rechts afbeeldingen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loisvanderhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.