Hoofdstuk 6.2
Centraal/perifeer
Centrale zenuwstelsel: gedeelte dat wordt omhuld dor delen van skelet. (hersenen +
ruggenmerg).
Perifere zenuwstelsel: hersenzenuwen, spinale zenuwen en
hun vertakkingen.
Bij allebei liggen cellichamen van neuronen in groepen bijeen
(centraal: kerngebied/nucleus Perifeer: ganglion).
Een bundel zenuwvezels (axonen) heet in centraal
tractus/fasciculus en een vezelbundel in perifeer een nervus.
Bouw perifeer zenuw komt overeen met skeletspier.
hersenzenuwen/spinale zenuwen
In hersenen zitten 12 hersenzenuwen. In het ruggenmerg zitten de spinale zenuwen
(steeds 1 paar tussen wervelbogen).
Lichaamssegment: totaal van lichaamsstructuren dat door 1 paar spinale zenuwen wordt
geïnnerveerd.
Ruggenmergsegment: gedeelte van ruggenmerg waarmee animale vezels in een bepaalde
spinale zenuw rechtstreeks verbonden zijn.
Zenuwvezels uit spinale wortels kunnen zich herverdelen in een plexus, uit de plexus
komen de perifere zenuwen voort.
Somatisch/splanchnisch
Perifere zenuwen worden verdeeld in somatisch en splanchnische zenuwen naar het type
structuur dat zij innerveren.
- Somatisch: lichamelijk, maar met betrekking tot zenuwstelsel verwijst het naar innervatie
houdings- en bewegingsapparaat en van zintuigen aan
lichaamsoppervlak.
- Spanchnisch: innervatie van orgaanstelsels.
Innervatie: zenuwwerking, De innervatie van een weefsel in
het (menselijk) lichaam is de voorziening van dat deel van het
lichaam met zenuwen.
Synoniem: somatisch=pariëtaal (lichaamswand).
Splanchnisch=visceraal(ingwanden).
Animaal/vegatief
Animaal en vegatief gebruikt voor met betrekking tot functies.
- Animaal: alle functies en structuren die betrokken zijn
bij het waarnemen van buitenwereld en bij sensoriek
en motoriek van houdings- en bewegingsapparaat.
- Vegatief: functies en structuren die gericht zijn op instandhouding van lichaam, de groei en
de voortplanting. Het motorische deel wordt autonoom genoemd (want het functioneert
onafhankelijk van de wil).
Autonoom niet altijd, want het werkt in nauwe samenhang met animale zenuwstelsel (eten en
ademhalen). Anderzijds staan animale functies niet altijd onder willekeurige controle (reflexen).
Het animale en vegatieve zenuwstelsel hebben allebei en sensorisch en motorisch gedeelte. Bij
verschil sensoriek tussen deze 2 moeilijk te trekken.
, Motorische deel vegatieve zenuwstelsel bestaat uit 2 systemen die antagonisten werken:
- Sympatische systeem (stelt lichaam in op lichamelijke arbeid).
- Parasympathische systeem (zorgt voor opbouw en herstel).
Animaal is dus somatisch (bewust) en autonoom is vegatief (onbewust) (deze splitsen nog in
sympathisch(actie) en parasymphatisch (rust)
Sensorisch/motorisch
Sensorisch systeem: houdt zich bezig met geleiden en verwerken van prikkels die door sensoren
(zintuigen) zijn opgevangen.
- Perifere structuren: sensoren en perifere sensorische zenuwvezels.
- Centrale structuren: sensorische banen en sensorische projectvelden (gebieden in hersenen
waar sensorische banen eindigen).
In sensorisch systeem wordt de prikkel van perifeer naar centraal geleidt, in motorisch systeem
andersom. Motorisch systeem:
- Centrale structuren: motorische velden en de motorische
banen.
- Perifere structuren: perifere motorische zenuwvezels en de
effectororganen.
Effectorganen zijn in het algemeen spieren:
- Dwarsgestreepte skeletspieren in het animaal-motorisch
systeem.
- Gladde spieren in het vegetatief-motorische systeem.
Vezels in perifere zenuwstelsel zijn sensorisch of motorisch. Het centrale zenuwstelsel kent daarnaast
een groot aantal neuronen met integrerende functies (verbinding tussen sensoriek en motoriek).
Afferent/efferent
Afferent en efferent worden gebruikt voor vezels en vezelbundels in relatie tot structuren
waartussen zij een verbinding vormen. Afferent is ernaartoe, efferent is er vandaan. Afferent is
sensorisch en efferent is motorisch.
Afferent/efferent slaat dus op geleidigsrichting, sensorisch/motorisch op de funtie.
Ascenderend/descenderend
Ascenderend (sensoriek)= opstijgend (craniaal). Descenderend (motoriek)= afdalend (caudaal).
Beschrijven geleidingsrichting van baansysteem in centrale zenuwstelsel.
Uitzondering zijn sensorische banen die impulsen naar caudaal geleiden
ten behoeve van reflexactiviteit op ruggenmergsniveau.
Ventrikels:
De verwijdingen binnen neurale buis zijn de ventrikels, deze bevatten
zogenaamde hersenvocht. Ventrikel 1 en 2 (laterale ventrikels) liggen in
binnenste van de hemisferen van cerebrum. Zij staan in verbinding met
het 3e ventrikel (diencephalon). De aqueductus cerebri is bij volgroeid
zenuwstelsel een smal kanaal in mesencephalon dat verbinding vormt
tussen 3e en 4e ventrikel. Via dak 4e ventrikel (hoek tussen hersenstam en
cerebellum) ontsnapt de liquor naar buiten en vormt een vloeistoflaagje
rond hersenen en ruggenmerg dan dient als stootkussen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquevanderzanden60. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.