Onderneming een missie, verschil hierin kan leiden tot onzekerheid omtrent de richting van het
bedrijf. Missies gaan vaak over een toekomstvisie, de redenen waarom een onderneming wil bestaan.
Zegt wat belangrijkste activiteiten en positie in sector die het wenst te hebben.
Strategie: manier waarop met de beschikbare middelen vooraf gestelde doelen kunnen worden
bereikt
Structuur: de formele en informele taak-, bevoegdheids- en veratnwoordelijkheidsverdeling, alsmede
de vastestellin gvan rapportagelijnen ten behoeve van de interne coördinatie
Systemen: de verzameling richtlijnene en procedures waarmee de dagelijkse samenwerkinge n het
functioneren van de organisatie gestuurd en geregeld worden
Management(stijl): de gedragspatronen en vaardigheden die karakteristiek zijn voor het
topmanagement
Personeel: het type mensen in de verschillende personeels- en functiecategorieën met hun psecifieke
motieven, kenmerken en vaardigheden (sterktes en zwaktes)
Cultuur: het klimaat, de sfeer, de ambianve die voortkomen uit een set waarden en normen de door
een grope mensen als richtinggevend voor hun doen en laten wordt beschouwd.
Hoofdstuk 2
,Concurrentieanalyse
Concurrentieverhoudingen kunnen ingrijpend veranderen onder invloed van
- belangrijke tecnologische vindingen en toepassingen, laser, internet
- ontlsuiting van koopkrachtige markten
- wegvalleen van institutionele beperkingen, deregulering en liberalisering, denationalisatie en
dergelijke.
Interne concurrentie
1. aantal, omvang en sterkte van de rivalen
2. goripotentie van de markt
3. hoogte vastekostenniveau
4. mogelijke productdifferentiatie
5. diverstiteit van de rivalen
6. hoogte van uittreedbarrieres
5 krachten model porter
Externe concurrentie
1. aantal en omvang van toeleveranciers
2. vervangende producten
3. geleverd volume
4. productdifferentatiatie
5. invleod op prijs c.q. kwaliteit
6. moelijkheid tot voorwaartse integratie
7. kosten van verandering van leverancier voor afnemers.
Afnemersmacht wordt bepaald door:
1. Aantal en omvang van afnemers
2. afgenomen volume
3. resultaten van afnemers
4. mate van productdifferentatie
5. kosten van verandering van leverancier voor afnemers
6. mogelijkheid tot achterwaartse integratie
7. prijs- c.q. kwaliteitsgevoeligheid
8. beschikking over marketinginformatie
Dreiging van nieuwe toetreders wordt bepaald door:
1. vereiste schaalgrootte
2. sterkte van gevestige namen/mrken
3. kapitaalbehoefte
4. toegang tot distributiekanalen
5. kostenvoordelen van bestaande rivalen
6. verwachte reactie van bestaande rivalen
7. hoogte van deze intreebarrieres
SGR-schema structuur, gedrag en resultaat.
Bedrijfstaklevenscyclusintroductie, expansie, verzadiging en teruggang
Basiscondities: vraag & aanbod.
Structuur: martkconcentratie, kostenstructuur, productdierentiatie, toetredingsbarrieres,
uittredingsbarrieres en verticale integratie
Gedrag: strategische benadering van de organisatie, prijsbeleid, productbeleid, strategisch gedrag,
research en developmentbeleid.
, Resultaten: middelenallocatie, prijsniveau, winstniveau, productie en innovatievermogen.
Hoofdstuk 3
Solvabiliteit: geeft een indruk an de mate waarin de onderneming in staat is om ook in minder
gunstige economische omstandigheden, aan de verplichtingen jegens de verschaffers van vreemd
vermogen te voldoen. Creditrating hoe hoger hoe goedkoper het is vreemd vermogen aan te trekken.
Debt-ratio vergelijkt de omvang van het vreemd vermogen met de omvang van het totale vermogen.
Currentratio: current assets/ current liabilities
Quick ratio: current assets- voorraden/ current liabilities
Nettowerkkapitaal: verschil in vlottende activa (gelijk bruto werkkapitaal) en vlottende passiva
(kortlopende verplichtingen)
Rentabiliteit van totale vermogen: winst voor interest en bel / totale vermogen
Rentabiliteit van het eigen vermogen: nettowinst/ eigenvermogen
Financiele hefboomwerking: REV= RTV+ (RTV-RVV) x VV/EV
Macro omgeving van de onderneming
Portfoliomatrix
Op basis van dit schema wordt de investeringsstrategieën van SBU’s of producten afgeleid.
bedrijfstaklevenscyclus introductie, groei, verzadiging en neergang
boek bedrijf te koop
prijs die betaald wordt voor een bedrijf is het resultaat uit de onderhandeling tussen koper en
verkoper. Verkoper zo hoog mogelijk en koper zo laag mogelijke prijs.
Richtlijnen voor de jaarverslaggeving definiëren reële waarde als ‘het bedrag waarvoor een actief kan
worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde
partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn’.
Verschillende methodieken om de waarde van een bedrijf in te schatten maar kijken allemaal van uit
een invalshoek:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradejager. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.
