Samenvatting uit '16-'17 van alle hoorcolleges tijdens toegepaste inspanningsfysiologie. Bevat de delen van Jos de Koning, Richard Jaspers en Dionne Noordhof. Inclusief afbeeldingen uit de colleges & uitleg daarbij.
Hc1 grenzen aan inspanning
Laatste hoofdstuk van het boek van inleiding inspanningsfysiologie weer te kennen! Want anders
wordt het gedeelte van het stuk van Jaspers erg moeilijk.
Waar ligt die grens en hoe komt zo’n grens tot stand?
9-paneldiagram de 9 grafieken die de uitkomsten van een inspanningstest weergeven. Leren
interpreteren en begrijpen. Hoe weet je dan dit soort dingen? Door de onderliggende processen te
begrijpen die optreden bij die gradueel oplopende processen.
Tussen ventilatie en circulatie is de overdracht van zuurstof tussen de longen en het bloed. Tussen de
circulatie en spier is de overdracht van het bloed naar de spier. Waar het dus in de mitochondriën
gaat en zo het proces van ATP op gang zet.
Integratieve cardio pulmonaire testen kijken naar ventilatie, hoe het art klop en hoeveel energie
er omgezet wordt.
,ATP productie:
Mitochondriën:
7 verschillende vormen van mitochondriaal DNA gevonden, dit soort DNA krijg je van je moeder mee.
➢ Hoe meer je er hebt hoe beter
➢ Hoe nieuwer ze zijn hoe beter mitochondriën hebben een halfwaardetijd van 6 dagen.
➢ Er is dus steeds een synthese van mitochondriaal eiwit
Je hebt de ATP nodig voor de contractie van je spieren. De spier is een voorbeeld van een nano-
motortje. Het veranderd namelijk door middel van toevoeging of het weghalen van bepaalde stoffen,
daardoor beweegt het.
Energie:
➢ Energie via oxidatie van metabolieten
➢ Kleine hoeveelheden ATP (~P)
o Dus: resynthese ~P
➢ Relatie tussen O2 en ~P
o Dus QO2 = ~P voor de hoeveelheid O2 die je verbruikt maak je evenveel P aan. Als
je de O2 dus kunt meten dan kun je meten hoeveel ATP je lichaam aanmaakt.
o Als het over Q02 gaat dan hebben we het over het O2 dat wordt verbruikt in de
mitochondriën (wordt omgezet in de mitochondriën). VO2 dan hebben we het over
de O2 die wordt opgenomen uit de ‘lucht’ met het inademen.
➢ Qo2 en VO2 moeten met een ‘dot’.
➢ De ATP voorraad is maar voldoende voor een paar seconden, als de ATP opraakt kunnen de
actie en myosine niet meer ontbinden.
Regeneratie ATP:
,Anaerobe systeem je gebruikt creatine fosfaat om de P te ‘lenen’. Je kunt de fosfaat van de
creatine af koppelen en aan de ADP binden om ADP te veranderen in ATP.
Aerobe systeem oxidatie van koolhydraten en de oxidatie van vrije vetzuren om de ATP te
verkrijgen.
Anaerobe systeem door splitsing van creatinefosfaat de ADP om kunnen zetten in ATP.
Rol PCr in levering van ~P
Dat PCr heeft en shuttlefunctie.
Vanaf de myofibrillen komen vrije fosfaten in het cytoplasma. In de mitochondriën worden vrije
fosfaten aan de ADP geplakt. Dit hoeft niet perse dezelfde ~P te zijn.
Men kan voor het creatinefosfaat ook supplementen slikken. Het nadeel daarvan is dat
creatinefosfaat water aantrekt waardoor de persoon een gewichtstoename krijgt om hij/zij meer
vocht vasthoudt.
Gasuitwisseling (VO2 en VCO2):
➢ Aeroob:
o O2 consumptie en CO2 afgifte afhankelijk van het substraat.
➢ PCr:
o PCR Pi en Cr: PCr is zuur en Cr is neutraal als je dus PCr gebruikt dan wordt je
lichaam minder zuur. Als iets dus minder zuur wordt dan gaan andere
evenwichtsreacties optreden.
o CO2 + H2O H2CO3 H+ + HCO3- (CO2 gaat dus omlaag)
o Als het lichaam minder zuur wordt dan gaat de CO2 dus naar beneden, het wordt
minder dan dat je verwacht dan dat zou gebeuren. Als je dus koolhydraten verbrand,
dan zal de te verwachten CO2 lager zijn dan je verwacht als iemand gaat inspannen.
➢ Anaerobe glycolyse:
o Lactaat + H+ + HCO3- CO2 + H2O (CO2 gaat omhoog)
o In dit geval produceer je dus meer CO2 dan dat je O2 opneemt.
➢ Op basis van de hoeveelheid CO2 die wordt afgegeven kunnen we bepalen welk systeem
zorgt voor de processen in het lichaam.
➢ Als je lichaam zuurder wordt door de productie van lactaat kun je bicarbonaat gebruiken als
buffer. Dit is vooral van belang voor grote inspanning dat de concentraties van
bicarbonaatredelijk hoog ligt in verband me de productie van lactaat. Er zijn wel bijwerking
van bicarbonaat, de supplementen hebben invloed op de werking van je darmen.
, Het systeem:
Opname O2 is een diffusie proces een diffusie proces is een passief proces. Een plaats waar dit
gebeurd is in de longen en de overdracht van O2 vanuit de longen naar het bloed. De CO2 wordt
overgedragen vanuit het bloed naar de longen, deze overdracht vindt plaats voor partiële druk. Er
moet dan alleen wel bloed zijn die langs je longen gaat. Als je dus meer inspannen moet er veel bloed
langs de longen gaan en langs alle plekken van je longen. Als je dus gaat inspannen moet er een
groter oppervlak komen waardoor de uitwisseling beter kan plaatsvinden, door middel van ‘recruit’
en ‘dilate’ gebeurd dit. Wanneer er i de halsslagaders of de aortaboog een lagere O2 spanning of
hoger CO2 spanning wrdt gemeten door de chemoreceptoren gaat het hart harder pompen.
Hierdoor vergroot je de bloeddoorstroming van de longen. Een gevolg hiervan is dat je met een
hogere frequentie en diepere ademhaling gaat ventileren. In de longen is de partiële druk ongeveer
100 mm kwik. Het diffusieproces van CO2 gaat sneller dan die van O2. Dit komt doordat CO2 beter
oplosbaar is. Bij inspanning gaat zowel de O2 als de VO2 omhoog maar dat hoeft niet 1 op 1 te zijn.
Als je iemand laat fietsen en je gaat alles meten, na een paar minuten zal die persoon in de steady
state zijn. Dan weet je de verhouding O2 en CO2 in de halve minuut/minuut. Je weet alleen niet de
verhouding per ademteug.
Wat duidelijk is uit bovenstaande figuur is dat de opgenomen O2 hoger ligt dan de CO2 in de
bovenste grafieken. Hieruit kunnen we dus afleiden dan vooral PCr en aerobe systemen hebben
gewerkt. Zodra dan de lactaat erbij komt zal de verhouding O2 en CO2 veranderen. Zoals te zien is in
de onderste grafieken is de verhouding nu omdraait. Er is meer CO2 in verhouding tot de gebruikte
O2. Hieruit blijkt dus dat het lactaat proces een rol heeft gespeeld, dit is alleen op een hoog
inspanningsniveau waarbij het anaerobe systeem een kleine rol speelt. Door dus aan de mond te
meten kun je veel afleiden over wat er in de spieren gebeurd.
Inspanningsfysiologie:
➢ Vermogen gaat omhoog stofwisseling gaat omhoog CVS (cardiovasculair systeem) & VS
gaan omhoog. Daarom wordt het systeem vaak weergegeven in de radartjes, als er 1 gaat
draaien reageert de rest daar ook op door te gaan draaien.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daxhoutkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.