- Lineaire hypotheek = een hypothecaire lening waarbij de aflossing elke periode gelijk blijft.
Je mag de betaalde hypotheekrente van je inkomen aftrekken, waardoor je over een
kleiner bedrag inkomstenrente hoeft te betalen.
- Progressief belastingstelsel = naarmate je inkomen hoger is, betaal je procentueel meer
belasting.
- Eigenwoningforfait = een bedrag dat je bij je belastbaar inkomen moet optellen.
Voordelen hypothecaire lening:
o Intrestkosten worden snel lager;
o Schuld wordt steeds kleiner;
o De intrestkosten zijn in de inkomstenbelasting aftrekbaar;
Nadelen hypothecaire lening:
o Doordat de interestkosten steeds lager worden, zal het belastingvoordeel ook snel
afnemen.
o In het begin zijn de kosten het hoogste, terwijl het inkomen dan vaak niet het hoogst is.
Hoofdstuk 8, paragraaf 4
- Annuïteit = een periodiek gelijkblijvend bedrag aan interest en aflossing samen. De interest
wordt elk jaar lager en de aflossing neemt ieder jaar toe.
Je mag de betaalde hypotheekrente van je inkomen aftrekken, waardoor je over een
kleiner bedrag inkomstenrente hoeft te betalen.
Voordeel annuïteitenhypotheek:
o In de eerste jaren wordt er veel interest betaald, waardoor er een groot
belastingvoordeel is.
o De lasten per maand zijn in de eerste jaren lager dan de jaren daarna, dat is gunstig als je
een stijgend inkomen hebt.
o Belastingaftrek;
Nadelen annuïteitenhypotheek:
o Gedurende de looptijd wordt het belastingvoordeel steeds kleiner;
o De lasten per maand zijn in de laatste jaren hoger dan de andere jaren, dat is ongunstig
bij een dalend inkomen.
Als je jong bent begin je met een laag inkomen die zal stijgen, dan is een
annuïteitenhypotheek handiger. Aangezien de lasten steeds meer zullen worden.
Als je tegen je pensioen aanzit is het handiger om een lineaire hypotheek te nemen,
aangezien de lasten dan met de jaren minder worden.
Hoofdstuk 19, paragraaf 1
- Lang vreemd vermogen = vermogen dat meer dan een jaar beschikbaar is voor een
ondernemer.
Een lening die over langer dan jaar mag worden afgelost.
- Kort vreemd vermogen = vermogen dat korter dan een jaar beschikbaar is voor een
ondernemer.
Een lening die binnen een jaar moet worden afgelost.
, - Onderhandse lening = een lening op lange termijn die door één geldgever wordt verstrekt.
De geldgever en de geldnemer overleggen rechtstreeks met elkaar om de leningsvoorwaarde
onderling te regelen.
Vaak door familie, voor net startende bedrijven;
- Geldgever = degene die de lening verstrekt
- Geldnemer = degene die de lening ontvangt
Voordelen voor onderhandse lening zijn dat er direct over leg is en nauwelijks bijkomende
kosten zijn.
Een nadeel is dat de afspraken niet heel goed worden vastgelegd, waardoor dit conflicten
kan opleveren.
- Achtergestelde lening = een lening die pas afbetaald hoeft te worden als alle andere
schulden zijn betaald. ‘
Hoofdstuk 19, paragraaf 2
- Hypothecaire lening = een geldlening op onderpand van een onroerende zaak(grond en
gebouwen).
Bij een hypotheek is de bank de hypotheeknemer en de geldnemer de hypotheekgever;
Wanneer het pand wordt verkocht krijgt de ondernemer de opbrengst – de openstaande
schulden, de rest gaat naar de bank.
Hoofdstuk 19, paragraaf 3
- Obligatie = een bewijs van deelneming in een geldlening(obligatielening).
- Obligatielening = een geldlening op lange termijn die in kleine bedragen is opgedeeld.
Nadeel ten opzichte van onderhandse lening zijn de emissiekosten;
Overheden sluiten vaak grote obligatieleningen af voor grote werken, onderneming doen het
vaak voor de aanschaf van vaste activa.
- Prospectus = hierin staan bijzonderheden over de instellingen of onderneming die de
obligatielening uitgeeft en de obligatielening zelf.
De verhouding tussen eigen en vreemd vermogen;
De resultaten en de toekomstverwachting;
Het doel en grootte van het te lenen bedrag;
De datum waarop de emissiekoers bekend wordt gemaakt;
De manier van aflossen en wanneer;
Het tijdstip wanneer er ingeschreven moet worden;
Het tijdstip wanneer de obligaties beschikbaar zijn en moet worden betaald;
Wanneer er voor meer obligaties wordt ingeschreven dan dat er geplaatst kunnen worden,
krijgen inschrijvers maar een deel van hun inschrijvingen toegewezen.
- Koers obligatie = afhankelijk van de rentestand voor nieuw uit te geven obligaties
(marktrente).
Aflossen van een obligatielening:
o In één keer aan het einde van de looptijd;
o Inkopen van eigen obligaties;
o Aflossing in gedeelten gedurende en aantal jaren door middel van uitloting;
Overeenkomsten aandelen en obligaties:
o Allebei een manier om aan lang vermogen te komen;
o Voor de belegger zijn het alternatieven beleggingspapieren;
o Vaak via de effectenbeurs kopen en verkopen;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintykalmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.