Thales (550 v.Chr)
Hij ging op zoek naar de oerstof (hij dacht water). Hij ging theorieën bedenken gebaseerd
op het universum en niet op mythologische gedachten. Hij voorspelde zonsverduisteringen
en olijven oogsten. Hij ging de natuur voorspellen en beheersen.
Aristoteles (384-322 v.Chr)
Hij vond dat de waarneming (ductie) geïnterpreteerd moet worden door de logica
(deductie). Hij ging uit van het teleologisch wereldbeeld → doelgerichte kracht in de
natuur. Hij was de grondlegger van de westerse wetenschap
Francis Bacon (1561-1626)
Het nieuwe Atlantis (1626): Hij schreef een utopie (ideale wereld) waar welvaart,
gezondheid en geluk voor iedereen is, dankzij de wetenschap en techniek.
‘Kennis is macht’ Hij vond dat het doel van wetenschap was om natuur te leren kennen en te
beheersen dmv de inductieve methode; door nauwkeurige observaties en doelgerichte
experimenten te doen, kan de wetmatigheid van de natuur gevonden worden.
Galileo Galilei (1564-1642)
In 1633 kreeg hij levenslang huisarrest omdat hij de bewering ‘de zon is het middelpunt van
het zonnestelsel’ van Copernicus geloofd.
Hij zorgt samen met Newton dat de wetenschap kwantitatief te werk gaat
(getalsverhoudingen centraal) in plaats van Aristoteles zijn kwalitatieve benadering (doelen
en essenties centraal). Dit is de eerste versie van moderne wetenschap.
Giordano Bruno (1600)
Hij moet op de brandstapel voor het verdedigen van de theorie ‘de zon is het middelpunt van
het zonnestelsel' van Copernicus.
Isaac Newton (1642-1727)
Hij brengt werk uit over natuurkunde. Daardoor erkent men de theorie van Copernicus ‘de
zon is het middelpunt van het zonnestelsel’. Dit is het begin van de wetenschappelijke
revolutie omdat oa de beheersbaarheid van de natuur het ideaal wordt.
Hij zorgt samen met Galilei dat de wetenschap kwantitatief te werk gaat
(getalsverhoudingen centraal) in plaats van Aristoteles zijn kwalitatieve benadering (doelen
en essenties centraal). Dit is de eerste versie van moderne wetenschap.
David Hume (1711-1776)
Hij kwam op met de is/ought fallacy. Wat inhoudt: wat het is, betekent niet dat het ook zo
zou moeten zijn. Piet is een dief, maar dat betekent niet dat het zo had moeten zijn.
Ook heeft David Hume het inductieprobleem gestart; hoeveel waarnemingen je ook doet,
er blijft altijd één waarneming die je hypothese weerlegt.
August Comte (1798-1857)
Hij is de grondlegger van het positivisme die bestaat uit drie stadia; het theologisch
stadium, het metafysische stadium en het positieve stadium.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosaverbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.