100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Farmacologie Hoofdstuk 2 - Eiwitten waarop geneesmiddelen aangrijpen $6.19
Add to cart

Summary

Samenvatting Farmacologie Hoofdstuk 2 - Eiwitten waarop geneesmiddelen aangrijpen

 10 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staat alle belangrijke informatie uit hoofdstuk 2 uit het boek farmacologie. Deze informatie is zeker nog tot ruim in 2026 actueel. Na het doornemen van deze samenvatting heb je alle belangrijke informatie doorgenomen.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hoofdstuk 2
  • October 17, 2023
  • 18
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
H2 EIWITTEN WAAROP GENEESMIDDELEN AANGRIJPEN


1. Waarom zijn eiwitten goede aangrijpingspunten voor
geneesmiddelen?
De meeste geneesmiddel grijpen aan op en binden aan eiwitten, die zich meestal op én in
het celmembraan bevinden. Deze eiwitten kunnen in 4 categorieën worden ingedeeld:
 Receptoren
 Ion-kanalen
 Enzymen
 Transporteiwitten

Er zien drie redenen waarom eiwitten geschikte aangrijpingspunten zijn voor
geneesmiddelen:

Er zijn talloze verschillende soorten eiwitten
 Er zijn ongeveer 20.000 verschillende eiwitten
-Elk eiwit heeft zijn eigen specifieke taak
-Dus ca. 20.000 verschillende eiwitten zijn een mogelijk aangrijpingspunt voor
geneesmiddelen
-Ongeveer 1% van die 20.000 eiwitten is geschikt als aangrijpingspunt
 De meeste eiwitten hebben een taak die niets te maken heeft met een bepaalde
ziekte
-Heeft daarom geen zin om die eiwitten als aangrijpingspunt te kiezen
 Andere eiwitten zijn zo belangrijk voor het normaal functioneren van cellen dat het
gevaarlijk zou zijn om geneesmiddelen daarop te laten ingrijpen

Eiwitten spelen een belangrijke rol bij fysiologische processen
 Eiwitten zijn een goed aangrijpingspunt, omdat ze een sleutelrol spelen bij elk
fysiologisch proces
-Goed functioneren van bijv.: Bloedsomloop, ademhaling, zenuwen, spijsvertering,
nieren en weerstand
 Als je een eiwit met en geneesmiddel beïnvloedt, grijp je dus ook in een fysiologisch
proces in
-Belangrijk om te beseffen dat het beïnvloeden van een eiwit een nadelig effect kan
hebben op deze fysiologische processen

Elk orgaan en elk weefsel heeft een eigen, specifiek eiwit dat kenmerkend is voor dat
orgaan en weefsel
 Als we een eiwit kunnen vinden dat specifiek is voor een bepaald orgaan of weefsel,
ontstaat de mogelijkheid om een geneesmiddel te ontwerpen dat zich uitsluitend op
dat orgaan of weefsel richt.
-Voorbeeld: Bij een patiënt met een hartprobleem hebben we een geneesmiddel
nodig die enkel en alleen op het hart werkt.
 Sommige eiwitten die je met een geneesmiddel wilt behandelen, worden helaas
soms ook aangetroffen in andere organen en weefsels.
-Kan problemen geven, omdat geneesmiddelen ook aan de eiwitten in die weefsels
kunnen binden en zo ongewenste bijwerkingen kunnen veroorzaken
-Voorbeeld: Prikkelhoest bij ACE-remmers

, H2 EIWITTEN WAAROP GENEESMIDDELEN AANGRIJPEN


Dus:

Er komen veel verschillende eiwitten voor in veel verschillende weefsels, zodat we veel
aangrijpingspunten voor onze geneesmiddelen hebben.

Eiwitten spelen een sleutelrol bij fysiologische processen en door geneesmiddelen hierop te
laten aangrijpen, kunnen we deze fysiologische processen beïnvloeden.

Verschillende weefsel maken hun eigen, unieke eiwitten en geneesmiddelen kunnen dus op die
eiwitten aangrijpen en zo hun effect uitoefenen op die specifieke weefsels.

Sommige weefsels maken dezelfde eiwitten als de eiwitten in zieke weefsels waarop
geneesmiddelen aangrijpen en kunnen daardoor zelf aangrijpingspunt worden, met
ongewenste bijwerkingen tot gevolg.



2. Eiwitten waarop geneesmiddelen aangrijpen:
Receptoren
Communicatie is zeer belangrijk voor het goed functioneren van het lichaam.
 Fysiologische processen met minuscule biochemische reacties moeten gecoördineerd
worden dat ze op de juiste plaats en op het juiste moment plaatsvinden.
 Delen van de hersenen communiceren met elkaar en met de organen en weefsels die
ze besturen
 Klieren (hypofyse en pancreas) moeten communiceren met cellen en weefsels om te
garanderen dat het inwendige milieu van het lichaam stabiel blijft
-Dit proces wordt homeostase genoemd

Homeostase: Een inwendig reguleringssysteem die ervoor zorgt dat fysiologische functies
(bloeddruk, lichaamstemperatuur en concentratie van gassen in het bloed) stabiel blijven.

Al deze onmisbare communicatie wordt mogelijk gemaakt door neurotransmitters (=een
chemische boodschapper) die worden afgegeven door zenuwcellen, kliercellen en een
heleboel andere cellen. Deze neurotransmitters binden aan receptoren in én op andere
cellen in het lichaam om effect in die cellen te sorteren.


Het celmembraan bestaat vooral uit vet.
Hierdoor kunnen de meeste chemische
stoffen (afgezien van vetten) het membraan
niet passeren. Dit verklaart waarom veel
chemische boodschappers binden aan het
extracellulaire gedeelte van de receptoren.
Er bestaan ook intracellulaire receptoren.

, H2 EIWITTEN WAAROP GENEESMIDDELEN AANGRIJPEN

Enkele veelgebruikte geneesmiddelen die aan receptoren binden zijn:
 Salbutamol: Bèta-2-adrenalinereceptoren, bronchusverwijder gebruikt bij astma
 Atenolol: Bèta-1-adrenalinereceptoren, verlaagt de hartslag en verlicht pijn bij angina
pectoris
 Morfine: Opioïdreceptoren, blokkeert pijnbanen en kan zo ernstige pijn verlichten
 Candesartan: Angiotensinereceptoren, verwijdt perifere bloedvaten en verlaagt zo de
bloeddruk

Chemische boodschappers kunnen worden ingedeeld in 3 groepen:
Hormonen
 Chemische stoffen
 Worden door klierweefsel direct afgegeven aan de bloedbaan
 De chemische stoffen circuleren in de bloedbaan en komen zo in weefsels terecht
-In de weefsels binden ze aan receptoren van bepaalde cellen en daar sorteren ze een
effect
-Het soort effect hangt af van het soort receptor en het soort cel
 Voorbeeld: Insuline
-Is een hormoon dat door de eilandjes van Langerhans in de pancreas worden
geproduceerd, dat aan het bloed wordt afgegeven. Wanneer insuline aan een
insulinereceptor op een cel bindt, kan die cel meer glucose uit het bloed opnemen.
 Voorbeeld: Adrenaline
-Adrenaline bindt aan adrenalinereceptoren op talloze weefsels en heeft
uiteenlopende effecten (o.a. verwijding van de bronchiën, verhoging van de hartslag)
 Voorbeeld: Oestrogeen
-Is een steroïdhormoon (is een lipide) die is afgeleid van cholesterol en kan het
celmembraan passeren om zich aan intracellulaire receptoren te binden.
-De meeste andere hormonen kunnen niet het celmembraan passeren en binden aan
extracellulaire receptoren.

Neurotransmitters
 Chemische stoffen
 Komen vrij uit de uiteinden van neuronen (=zenuwcellen)
 Binden aan receptoren op andere cellen of op neuronen
 Sorteren uiteenlopende effecten
 Voorbeeld: Motorisch neuron
-Hieruit kan bijv. acetylcholine vrijkomen, dat aan een acetylcholinereceptor op een
spiercel bindt en ervoor zorgt dat die cel samentrekt
 Voorbeeld: Sympathisch neuron
-Zijn zenuwcellen van het sympathische zenuwstelsel
-Hierdoor kan noradrenaline worden afgegeven, dat aan de noradrenalinereceptoren
op de arteriolen bindt. Noradrenaline zal de arteriële spiercellen laten samentrekken,
waardoor de arteriolen vernauwen.

Het sympathische en parasympatische zenuwstelsel vormen samen het autonome
zenuwstelsel, dat de homeostase regelt.
 Parasympatisch systeem: Vooral dominant in rust
 Sympathische systeem: Dominant als we ons inspannen of stress ervaren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annasenna. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.19. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.19
  • (0)
Add to cart
Added