100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle literatuur Context Sociaal Werk $6.87
Add to cart

Summary

Samenvatting alle literatuur Context Sociaal Werk

3 reviews
 214 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle literatuur die je moest bestuderen en leren voor het vak Context Sociaal Werk leerjaar 1, blok 1 van de opleiding Social Work. Gebruikte literatuur: Burgermacht eigen kracht, Tussen draagkracht en draaglast, Movisie, Trends en Ontwikkelingen, en de losse artikelen die j...

[Show more]

Preview 3 out of 28  pages

  • October 27, 2017
  • 28
  • 2017/2018
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: willemijnnuijten • 5 year ago

review-writer-avatar

By: andremol1998 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: lindeerkelens • 7 year ago

avatar-seller
CSW Hoorcollege week 1

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving

- Werd geïntroduceerd door kabinet in troonrede van 2013

Nederland wordt ook wel institutioneel conservatief genoemd, hoe wel er het een en ander gebeurt
om burgers tot meer sociale en zelfredzame participatie te bewegen, loopt NL niet voorop als het om
politieke participatie gaat

Verzorgingsstaat = Een stelsel waarin de overheid zich garant stelt voor noodzakelijk geachte
materiële en immateriële voorzieningen voor alle burgers (rechten van burgers centraal, de staat
heeft zorgplicht, afstandelijk, professionals voeren het uit)

Verzorgingsstaat doelstellingen;

- Garantie van een zekere mate van sociale zekerheid voor alle leden van de samenleving
- Voorzien in primaire levensbehoeften
- Voorkomen van sociale onrust
- Reductie van willekeur in levenskansen
- Maatschappelijke integratie van alle leden van de samenleving
- Integratie van het individu
- Bestrijding van onmaatschappelijkheid

Functies verzorgingsstaat; verzorgen, verzekeren, verheffen, verbinden

Verzorgingsstaat onder druk;

- Demografische ontwikkelingen; vergrijzing en ontgroening
- Economische ontwikkelingen; globalisering en Europese integratie
- Technologische ontwikkelingen; automatisering en robotisering
- Sociaal-culturele ontwikkelingen; toegenomen diversiteit a.g.v. sociaal-culturele differentiatie
en individualisering

Fases verzorgingsstaat:

Fase 1: eerste aanzet: voor industriële loonarbeiders waren ziekte, ongevallen en invaliditeit grote
risico’s  hiervoor eerste wetten en verzekeringen gerealiseerd

- 1901: Ongevallenwet, leerplicht (beschavingsoffensief), Woningwet (en woonscholen;
beschavingsoff)
- 1912: Armenwet: subsidiariteitsprincipe: zuilen blijven zorgen

Fase 2: doelgroepverbreding: eerst alleen industriële loonarbeiders, nu alle werknemers en ook
mensen die niet in loondienst werkten:

- 1930: Ziektewet
- 1952: WW

 Lopen deels parallel/in elkaar over;

Fase 3: spreiding welvaart; garanderen bestaansminimum en welzijn alle burgers; uitkeringen
waardevast (meestijgen met loonstijgingen)

- 1957: AOW: vaste uitkering voor alle ouderen 65+ (vanaf 2020 vanaf 67 jaar)

, - 1965: ABW: staat garandeert bestaansminimum voor iedereen; niet meer afhankelijk van
liefdadigheid
- 1967: WAO (vervangt Ongevallenwet; risque professionel vervangen door risque social:
oorzaak arbeidsongeschiktheid hoeft niet meer bij werk te liggen; alle oorzaken vallen
eronder)
- 1968: AWBZ: langdurige en onverzekerbare zorg
- 1977: AAW: Algemene Arbeidsongeschiktheidswet: voor zelfstandigen en
vroeggehandicapten

 Uitbreiding groep die bestaansminimum wordt gegarandeerd

 Hoogte uitkeringen stijgt: royaler en koppeling aan lonen

 Meer bemoeienis met gezondheidszorg en welzijnswerk (min. voor Mtsch Werk wordt later
min. voor Cultuur, Recreatie en Mtsch Werk  bijv. groei opbouwwerk; individueel en
gezinsgericht mtscht werk; nota’s ouderenbeleid)

 Niet alleen meer spreiding welvaart, maar in loop jaren 1960 accent op verhoging welzijn

Fase 4: hervorming: Brinkman (jaren 1980): Zorgzame samenleving  participatiesamenleving

Kritiek op verzorgingsstaat (duur, houdt mensen afhankelijk, misbruik door calculerende burgers) en
welzijnswerk (houdt mensen afhankelijk, kost te veel geld)

 Uitkeringen minder toegankelijk en minder royaal en meer nadruk op plichten (voor wat
hoort wat: bijv. WWB)

 Nadruk op activering (bijv. WWB), eigen verantwoordelijkheid en participatie; bijv. zorg voor
elkaar (niet leunen maar steunen); sollicitatieplicht, inspanningsplicht bij WWB

 Meer nadruk op efficientie, decentralisatie en zelf- en samenredzaamheid in welzijnssector

Participatiesamenleving: samenleving waarin de burger voor zijn welzijn niet of niet alleen
afhankelijk is van de overheid, maar gestimuleerd wordt door zelf verantwoordelijkheid te nemen
(overheid trekt zich terug, meer verantwoordelijkheid burgers, van zorgen voor naar zorgen dat)

Argumenten voor participatiesamenleving;

 Burgerparticipatie kan de kloof tussen overheid en burger verkleinen, waardoor de
legitimiteit van het bestuur wordt vergroot.
 Het opleidingsniveau van burgers is gestegen en informatie is makkelijker beschikbaar
a.g.v. de beschikbaarheid van ICT, waardoor burgers mondiger zijn geworden en meer
zaken zelf kunnen oppakken, beslissen en regelen.
 De participatiesamenleving maakt het mogelijk dat burgers hun potentieel ontwikkelen
om zelf zaken op te pakken.
 Burgers worden passief van een overheid die te veel verantwoordelijkheid uit handen
neemt; de participatiesamenleving werkt activerend en vergroot de zelfredzaamheid,
zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers.
 De participatiesamenleving kan de ervaren verbondenheid (cohesie) tussen burgers
vergroten en leiden tot een gemeenschappelijke opvatting van het algemeen belang.
 De transformatie naar de participatiesamenleving kan de overheid geld besparen door
met efficiëntere alternatieven voor de overheid te werken.

, Argumenten tegen participatiesamenleving;

 Er ontstaat een participatie-elite bestaande uit mondige, hoogopgeleide, autochtone
mannen met een baan of vervroegd pensioen. Verbaal zwakkeren en lager opgeleiden
vallen buiten de boot.
 Echt kwetsbare burgers zijn niet zo zelfredzaam en een groter beroep op zelfredzaamheid
kan tot meer ongelijkheid in de samenleving leiden.
 Burgers hebben te weinig informatie en zijn niet in staat om de juiste, rationele
beslissingen te nemen.
 Burgers vaak alleen in actie als hun eigen belang op het spel staat.
 Het beroep op meer vrijwilligerswerk kan worden gezien als een vorm van roofbouw:
raken vrijwilligers niet overbelast?


3 decentralisaties in het sociaal domein;

 Abwz  Wmo: gemeenten worden verantwoordelijk voor het scheppen van een
omgeving & het aanreiken van instrumenten en voorzieningen die ervoor zorgen dat
mensen aan de samenleving en maatschappelijke processen kunnen deelnemen en die
hun zelfredzaamheid herstellen of bevorderen.

 Participatiewet: gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid om meer mensen, ook
degenen met een arbeidsbeperking, aan het werk te krijgen. De Participatiewet geeft de
gemeenten een aantal instrumenten om te zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking
een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden. De belangrijkste zijn loonkostensubsidie en
beschut werk. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over extra banen. (zorg dichterbij de
burgers georganiseerd, burgers moeten meer zelf en met elkaar doen, collectieve
voorzieningen waar mogelijk gebruiken en professionele hulp als vangnet en sluitstuk)

 Jeugdwet: gemeenten worden verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Zij
hebben de plicht om jeugdhulp en ondersteuning te bieden. Door de jeugdhulpplicht
moeten gemeenten in ieder geval de jeugdige adviseren welke hulp het beste past,
samen met de jeugdige de goede vorm van jeugdhulp kiezen en zorgen dat de gekozen
jeugdhulp ook echt beschikbaar is

Burgerparticipatie; het betrekken van en de betrokkenheid van burgers bij het overheidsbeleid

We spreken van burgerparticipatie als het hoofddoel maar niet recreatief of consumptief is, en de
groep dus een bepaald publiek of algemeen belang nastreeft

 Eerste generatie burgerparticipatie: inspraak van burgers die vaak pas plaatsvindt nadat
de belangrijkste beslissingen zijn genomen.
 Tweede generatie burgerparticipatie: als de burger in een zo vroeg mogelijk stadium bij
de voorbereiding van het beleid wordt betrokken.
 Derde generatie burgerparticipatie: burgerinitiatief: initiatief dus niet bij de overheid,
maar bij de burger. De overheid wordt door de burgers gevraagd dit initiatief te
ondersteunen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessikusters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49051 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.87  5x  sold
  • (3)
Add to cart
Added