Samenvatting voor de toets 'taal in de onderbouw'. Huizenga, H. (2010). Aanvankelijk en technisch lezen. (3e herziene druk). Groningen: Noordhoff Uitgevers. H 2.1 t/m 2.4 / h 3/ h 4.1.1, 4.2.
H 2.1 t/m 2.4 / h 3/ h 4.1.1, 4.2.
October 27, 2017
4
2017/2018
Summary
Subjects
taal in de onderbouw
aanvankelijk en technisch lezen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool InHolland (InHolland)
Leraar Basisonderwijs PABO
Taal in de onderbouw
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
lindaa_schouten
Reviews received
Content preview
Taal in de onderbouw: Aanvankelijk en technisch lezen
Hoofdstuk 2: Het leesproces
2.1: Lezen als informatieverwerking
Een lezer gebruikt vier verschillende niveaus om een woord of tekst te lezen (niveaus informatieverwerking):
Visueel niveau
= Het belangrijkste niveau. De lezer herkent de letters aan de speciale kernmerken van de letters en woorden.
Een beginnende lezer leest vooral losse letters; een geoefende lezer grotere gehelen. Bij het aanvankelijk lezen
maken kinderen vooral gebruik van visueel niveau, bij voortgezet technisch lezen spelen ook andere niveaus van
informatieverwerking een rol.
Morfologisch niveau
= Morfologie is de manier waarop een woord is opgebouwd. Bij het lezen wordt gebruik gemaakt van je kennis
van de opbouw van woorden. Bijvoorbeeld voorvoegsels als be, ge, ver, en achtervoegsels als tje en lijk.
Semantisch niveau
= De lezer gebruikt de betekenis van een woord.
Syntactisch niveau
= De relatie tussen woorden, woordgroepen en zinnen. Volgorde van de woorden is bepalend voor de betekenis.
Vier modellen over het verloop van het leesproces:
1. Bottum-upmodel = Lezer leest eerst de letters, vervolgens woorden en vervolgens de hele zin. Het bottum-
upmodel geeft geen verklaring voor het feit dat we zinnen sneller kunnen lezen dan losse woorden.
2. Top-downmodel = De leesprocessen starten op hogere informatieniveaus. De waarneming van de letters en
woorden wordt beïnvloed door de verwachting die de lezer heeft. Voorspellen wat er staat en vervolgens
controleren.
3. interactiemodel = Combinatie van eerste twee modellen. Er is een afwisseling tussen voorspellend lezen en woord
voor woord lezen. Je leest eerst voorspellend, maar als het moeilijk wordt of iets niet klopt dan ga je woord voor
woord lezen.
4. Fonologisch coherentiemodel = Gaat over het geheugen bij het leren lezen. De informatie ligt opgeslagen in
eenheden of knopen (zenuwcellen bij elkaar). Bij het lezen spelen drie soorten knopen een rol:
- Foneemknopen = Hierin ligt de kennis van spraakklanken opgeslagen.
- Semantische knopen = De betekenis opgeslagen.
- Letterknopen = Kennis van de letters opgeslagen.
* Er is een voortdurende wisselwerking tussen deze knopen. Als de relatie niet zo sterk is, zal een kind lang
moeten nadenken. Bij radende lezers wordt vanuit de letterknopen direct een verbinding wordt gelegd met
de betekenis. Bij geoefende lezers wordt uitgegaan van letters, koppelen daar eerst de klank aan en
vervolgens de betekenis, ook wel fonologische route genoemd.
* Hoe sneller het kind leert een relatie te leggen, hoe sneller kinderen kunnen lezen.
2.2: Leesstrategieën
De verschillende leesstrategieën
Informatieniveau Leesstrategieën
Visueel niveau De elementaire leeshandeling (vb: /m/ /aa/ /n/)
Visueel niveau Lezen met behulp van clusters en spellingpatronen (vb /m/ /aa/ /n/)
Visueel niveau Lezen met behulp van de visuele woordvorm (vb: Yvonne)
Morfologisch niveau Lezen met behulp van morfologisch analyse (vb: be-hulp-zaam)
Semantisch en synctactisch niveau Lezen met behulp van de context (vb: ze bibberden van..)
Er zijn verschillende leesstrategieën:
De elementaire leeshandeling
Letter voor letter lezen. De basistechniek binnen het lezen, elk woord kan hiermee gelezen worden. Bestaat uit
drie stappen:
1. Het van links naar rechts koppelen van fonemen aan grafemen: werken volgens de leesrichting, visuele
analyse in grafemen en koppelen van foneem aan grafeem.
2. Auditieve synthese: Fonemen op volgorde onthouden. Klanken worden samengevoegd tot een woord.
3. Betekenis geven
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindaa_schouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.