Samenvatting Kritisch denken & Taalvaardigheid blok B (Zelf Denken)
138 views 2 purchases
Course
Kritisch denken en taalvaardigheid
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Zelf Denken
Uitgebreide samenvatting van de collegesheets. Alles staat erin wat er wordt gevraagd op het tentamen. Echt een goede hulpmiddel voor extra verduidelijking
136-176
Statistiek:
• Verwijst naar kwantificeerbare gegevens
• Verwijst naar tak van wiskunde die methodes gebruikt en ontwikkelt voor het
sddverzamelen, presenteren en analyseren van data
Centrummaten
• Gemiddelde = totaal van alle meetwaarden op die variabele, gedeeld door het aantal
meetwaarden. Gevaar: gemiddelde wordt beïnvloed door uitschieters
• Mediaan= Middelste van de serie gegevens
• Modus= de meetwaarde die het meeste voorkomt
Spreidingsmaten (hoever liggen waarden uit elkaar?)
• Spreidingsbreedte= verschil laagste en hoogste waarde
• Standaarddeviatie= maat van verspreiding van data in verhouding tot het gemiddelde
Steekproef: eigenschappen van een bepaalde populatie afleiden uit een klein deel ervan.
Kwalitatief: Steekproef moet wel representatief zijn. (vertekenend=biased).
Kwantitatief: Steekproef moet groot genoeg zijn
Beste is om aselect (at random) te selecteren.
De vragen moeten voor iedereen hetzelfde zijn.
Correlatie: 2 variabelen zijn aan elkaar gekoppeld. (bijv. meer colleges volgen & hogere
cijfers.
Correlatie betekent niet dat er ook een causaal (oorzakelijk) verband is!!! (wel
andersom).
Regressie naar het midden: wanneer twee variabelen waarvan de respectieve waarden
afhangen van een groot aantal factoren onvolmaakt gecorreleerd zijn, zullen de extreme
waarden van de ene vaak gecorreleerd zijn aan minder extreme waarden van de andere.
Extreem (goede) prestaties zijn vaak het gevolg van toevalligheden en andere
samenlopen van omstandigheden. De kans dat er daarna weer extreem goed gepresteerd
wordt is klein.
De manier waarop grafieken of illustraties zijn geconstrueerd, kan erg misleidend zijn
(let bijvoorbeeld altijd op de y-as/schaal)
178-233
Mensen zijn geneigd om een beroep te doen op persoonlijke ervaring om hun
overtuigingen te rechtvaardigen. (‘Hij is dikker geworden, want ik heb hem gezien’).
Eigen ervaringen zijn echter niet erg betrouwbaar: geheugen kan het ‘mis’ hebben.
, Perceptuele constantheid= neiging om bekende objecten te zien als hadden ze een
constante vorm, grootte en kleur, onafhankelijk van veranderingen in perspectief,
afstand of belichting die ze ondergaan.
VB: Je weet dat er een (rode) appel op tafel ligt, door verandering van kleur wordt de
appel groen, maar je ziet nog steeds een rode appel. Als je niet zou weten dat het een
appel is, kan je de nieuwe kleuren wel correct waarnemen.
In elke massa van chaotische gegevens is het makkelijk om verschijnselen te herkennen
die opmerkelijk zijn om een of andere reden, zonder dat ze noodzakelijkerwijs zijn.
Perceptuele vervorming > iets (bijv. een bepaald patroon/afbeelding) zien wat er niet
is
Misinformatie-effect= geheugen wordt vervalst op voorspelbare manieren, door
middel van verschillende technieken die informatie overdragen aan proefpersonen
zonder dat ze iets merken
VB: manier van vraagstelling (woordgebruik) heeft invloed op het antwoord dat mensen
geven
Valse herinneringsyndroom: door bepaalde technieken kunnen mensen bepaalde
(valse) herinneringen worden ingeplant
We hebben de neiging conclusies te trekken uit (te) kleine steekproeven. We hebben
moeite om waarschijnlijkheden in te schatten. (vb. door krant lezen denk je dat het
aantal misdrijven toeneemt, terwijl het al jaren afneemt).
- Festinger; Cognitieve dissonantie
Je bent erg gehecht aan mening X, maar tegelijkertijd kun je zien dat X verkeerd is op
basis van waarneembare feiten. // je overtuigingen spreken je gedrag tegen (vb.
snoepen als je aan het diëten bent). Men probeert deze spanning te minimaliseren.
- Forer-effect
Neiging om vage en algemene beschrijvingen en analyses die op iedereen van
toepassing zouden kunnen zijn te accepteren als specifiek en betekenisvol voor
onszelf.
- Wason selectie
Redeneerfouten: De neiging om te zoeken naar voorbeelden die een hypothese
bevestigen en die voorbeelden te negeren die haar weerspreken
- Pygmalion-effect
Je gedraagt je naar je verwachtingen (of verwachtingen van anderen)
- Self-fulfilling prophesy
Voorspellingen komen uit dankzij het feit dat ze zijn gedaan en omdat de mensen
geloven dat ze uitkomen. (vb. aandelenbeurs)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller f-leurr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.