100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inl+ges van de psychologie $6.62   Add to cart

Summary

Samenvatting inl+ges van de psychologie

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van de video's, colleges en het boek waar alle tentamenstof in wordt besproken.

Preview 4 out of 35  pages

  • Yes
  • October 18, 2023
  • 35
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Ideeën uit de oudheid
Het begin van de psychologie ligt bij de oude Grieken. Hierop is ook de westerse wetenschap gebaseerd. Plato
en Aristoteles de belangrijkste personen. Beide hadden een andere benadering van waarheid, hoe weet ik dat
wat ik ervaar, de waarheid is?

Plato en Aristoteles
Plato was een voorstander van nativisme en rationalisme. Nativisme: de kennis is aangeboren, de waarheid zit
in je geest. Kennis krijg je door je aangeboren ideeën over de wereld rationeel te vertalen. Rationalisme: de
wereld via de reden/logica te vertalen. Tevens was hij voor deductie: dingen afleiden. Plato dacht heel erg na
over de waarheid en kennis, ze denken allemaal na over een probleem in de waarneming. Verschijningsvorm is
hoe iets verschijnt. De ideale vorm ligt hierachter, dit is in je geest.
Aristoteles was een voorstander van het empirisme. Hierbij ging het om kennis uit de wereld te halen door
middel van waarneming en patronen zien. De kennis wordt aangeleerd. Hierbij maakte hij gebruik van
inductie: dingen waarnemen. Hij stelde dat kennis een combinatie is van observatie en classificatie.
Plato en Aristoteles waren beide geïnteresseerd in de psyche (geest/ziel), maar ze waren niet geïnteresseerd in
wat die psyche is, maar juist wat deze doet en in ware kennis. Ze hebben ondervonden dat er een discrepantie
is tussen de mens binnen en buitenwereld. Alle mensen reageren verschillend in bepaalde situaties. Plato
denkt dat de binnenwereld de leidende draad is, terwijl Aristoteles juist denkt dat de buitenwereld de
leidende draad is en je deze moet onderzoeken.

Plato stond ook voor het idealisme: verschijningsvorm en ideale vorm, je moet je zintuigen niet vertrouwen
om kennis te krijgen van de wereld. Kleuren veranderen na mate er meer/minder licht op schijnt. Hierdoor
krijgt je dus een abstract beeld over een aspect, neem als voorbeeld een tafel. Dit toonde hij aan bij de
allegory of the cave, hij liet mensen naar een wand kijken, waar schaduwen te zien waren, zonder dat ze in de
gaten hadden wat er achter hun gebeurde. De mensen gebruikte de kennis uit hun hoofd, om zo het
schouwspel te begrijpen.
In je hoofd heb je het idee van een cirkel, dit is je kennis, in de echte wereld zie je wel 100 dingen maar nooit
een perfecte cirkel. Plato zegt dan dat is waar, de bron van kennis zit in je geest en dat is de kennis. Hij zegt dus
eigenlijk dat je waarneming niet je waarheid is. Verschijningsvorm is hoe je dingen waar neemt en de ideale
vorm is wat in je geest zit.
Zijn psyche bestaat uit 3 onderdelen: lust, moed en rede. De rede moet de lust en moed als een
wagenmenner in balans houden. Tevens richtte hij de academy op.
Aristoteles veronderstelde dat je een blanco geest hebt, de kennis vergaar je door dingen te ervaren. Daarbij
deed hij de eerste taxonomie: soorten dieren bij elkaar halen, ordenen en classificeren. Psyche/zielen worden
beïnvloed door de scale of nature
• Vegetatief: planten, kunnen niet veel, alleen eten en voortplanten
• Sensitief: complex, zoals dieren, bewegen en ervaren. Hebben ook geheugen en verbeelding
• Rationeel: meest complex, zoals de mens, actief met geheugen omgaan, abstraheren en categoriseren.
Tevens waren er verschillende categorieën van ervaring, filters waardoor je de wereld beleeft: substantie,
kwantiteit, kwaliteit, plaats, tijd, relatie en activiteit. Hij richtte het lyceum op.

Hippocrates en Socrates
Hippocrates had een theorie over 4 vloeistoffen in het lichaam die het temperament veroorzaken: the
humoral theory. Bij deze theorie was het zichtbaar dat mensen al verschillend waren. De 4 vloeistoffen
zijn: bloed, gele gal, zwarte gal en slijm. Wanneer er een vloeistof uit balans is, kan dit een gezondheid of
een ziekte verklaren, met name door het temperament. Wanneer alle 4 de vloeistoffen in balans zijn, ben
je gezond. Wanneer dit niet zo is kun je een sterker temperament krijgen of een andere karakter. Het
Griekse woord van gal was chole, wat hedendaags nog voorkomt in cholera. De methode van Hippocrates
niet goedgekeurd, maar het heeft wel de basis gelegd voor de hedendaagse geneeskunde. Wanneer er bij
iemand epilepsie wordt gediagnostiseerd, wordt er gezegd dat ze geen evenwicht hebben in de
vloeistoffen, waardoor het bloed gezuiverd moet worden. Hierbij werden ook andere
herstelmogelijkheden zoals lichaamsbeweging en voeding voorgeschreven.

,Socrates was de leermeester van Plato. Hij is een belangrijk persoon, omdat hij geloofde in reïncarnatie en in
een eeuwige ziel en tijdelijk lichaam. Tevens was hij een nativist. Door vragen te stellen aan een kind dat
nooit onderwijs had gehad en alsnog een goede uitslag gaf, kwam hij tot de conclusie dat het kind al kennis in
het hoofd had, voordat er onderwijs was gegeven. Dit deed hij door zijn vraag-enantwoord proces. Het kind
herinnerde zich deze eigenschap. Socrates schreef zelf niks op, dit deed zijn leerling Plato of zijn leerling
aristotelis weer. Plato schreef over Socrates en zijn ideeën maar heeft hier natuurlijk zijn eigen visie ook in
verwerkt.

Al-Kindi, Alhazen en Avicenna
Al-Kindi bedacht de algebra en heeft het Indiase decimalen getallen systeem geïntroduceerd in plaats van
het Griekse decimalen getallen systeem. Dit is niet belangrijk voor de psychologie, maar Alhazen zijn
ideeën diende juist wel voor de psychologie.
Alhazen bedacht het idee van perceptie, wat is zien? Hierbij had hij 2 ideeën:
• Idee 1: Stralen uit de ogen tasten een object aan, hierdoor kun je zien hoe iets of iemand eruit ziet.
• Idee 2: Stralen van buitenaf komen je ogen binnen waardoor je iets kan zien: het ontvangen.
Hij deed een experiment: camera obscura, een donkere kamer. In deze kamer kwam door een klein gaatje,
een straaltje licht. Waardoor er aan de andere kant het figuur ondersteboven werd geprojecteerd. Dit leek
veel op het oog, maar de hersenen draaien het beeld om. Dit experiment was heel belangrijk omdat het
vragen beantwoordde over hoe het zien werkt en of het wat actiefs was. Hiermee hebben ze kunnen laten
zien hoe waarneming werkt.




Avicenna probeerde theorieën continue aan te passen. Daarbij dacht hij aan externe en interne zintuigen.
Externe betekent naar buiten “kijken”, dus het waarnemen van dingen die er om je heen gebeuren en interne
betekent naar binnen “kijken”, bijvoorbeeld emoties/gedachte herkennen van jezelf. Het proces gaat dus
eerste via de externe zintuigen, iets ruiken en daarna naar de interne zintuigen, wat ga ik doen met die geur,
vind ik het lekker ruiken of vies? Echter de buitenwereld is verstoord, omdat er allerlei prikkels van buitenaf
zijn.
In de geest zijn er 2 manieren van waarnemen:
 Van binnen naar buiten: estimations: het inschatten van hoe de wereld is (automatische functies)
 Van buiten naar binnen: appetites, zorgen dat de impulsen doen wat er vanbinnen waargenomen wordt
(vermijden of opzoeken)
Eerst wordt er iets waargenomen, iets verwacht, later wordt het door de impulsen verwerkt en komt er bijv.
een beweging.
Hij ondervond dat de mens van buiten naar binnen kon kijken, waardoor hij een voorstander was van
introspectie: men kijk/denkt in zichzelf om te ervaren wat er in iemand omgaat. Om bewustzijn te bewijzen
deed hij The Floating Men experience: wanneer een man wordt geboren in het niets en daar zweeft, is hij dan
bewust van iets? Avicenna dacht van wel, want hij is bewust van zichzelf (zelfbewustzijn), zelfs zonder
zintuigelijke ervaring.

,Pioniers in de filosofie van de geest
Descartes
Descartes was een Franse filosoof/psycholoog, hij was erg eigenwijs en was niet snel tevreden met wat
mensen tegen hem zeiden. Hij had veel verschillende ideeën over hoe de wereld in elkaar zat en hoe je deze
kan herkennen: methode van kennisvergaring. Deze methode was erg platonisch: het had veel gemeen met
de denkwijze van Plato. In het nadenken over hoe je kennis kunt vergaren, ging hij ook denken over wat nou
eigenlijk de geest/ziel was. Dat was eigenlijk de eerste stap naar de psychologie. Hoe relateert deze geest aan
de materiële wereld? Hij gaat weg van de denkwijze “de rol van de geest” naar “wat is de geest”. Hij komt
daarbij uiteindelijk uit op het dualisme: de opvatting over de geest (de geest is iets anders dan het lichaam, ze
zijn gescheiden).
Hij was niet tevreden over zijn opleiding, want hij vond dat deze mensen (de klassieken), maar gewoon wat
schreven. Echter, wilde hij erachter komen of dit wel de échte waarheid was. Hij ging een methode
ontwikkelen om de échte waarheid te achterhalen. Zijn oplossing was dat jezelf moest nadenken, want jouw
zintuigen bedriegen. Met jouw geest denk je rationeel na, dus kun je abstractie principes creëren. Hij bedacht
ook de analytische geometrie: het assenstelsel: y-as, x-as, zas, hier mee kon je de exacte locatie herkennen
van bijv. personen. De bewegingen die hierbij gemaakt werden, kun je vaststellen door de verandering in de
assen. Deze dimensies zijn puur fictief, want in het dagelijks leven zijn er ook geen assen. De indeling die je
geest kan maken, is waar volgens Descartes. Dit is een middel op de complexe perceptie te begrijpen
Zijn methode was filosofische: twijfel aan alles.
1. Om iets te begrijpen kun je beter alleen werken dan samen. Hij vond dat wanneer je er samen moet
overleggen je meningsverschillen krijgt en hierbij imperfectie kennis.
Dit staat tegenover de hedendaagse wetenschap. Wetenschap is namelijk een product van het collectief.
2. Wat je ook nodig hebt is deductie vanuit axioma’s: dingen die zeker zijn: simple natures. Vanuit dingen
die je zeker weet, kun je verder gaan afleiden.
3. Axioma’s staan boven iedere twijfel verheven, hier moet je vanuit gaan om de wereld te begrijpen. Wat
weet je nou zeker van de wereld? Bijv. Extensie (extension) en beweging (motion), je weet niet precies
hoe het gemaakt is, maar je weet wel dat objecten ruimte in nemen (extensie) en dat ze bewegen door de
ruimte. Dit staat weer in lijn met zijn theorie van de analytische geometrie.
Zo komt hij op het idee van fysica: over de fysieke wereld. De wereld zit vol met deeltjes, bewegende deeltjes
van de elementen vuur, lucht, aarde. Alles wordt erdoor opgevuld en staat continu met elkaar in verbinding.
Hierdoor kwam Descartes tot het proces van zien. Dit zou volgens hem hetzelfde zijn als tast, want er worden
vuur/ licht deeltjes tegen het oog aangeduwd.
Hoe zit het dan met het lichaam? Descartes ging hier uit van het idee van Aristoteles: verschillende soorten
zielen. Deze gedachtegang van Aristoteles is een verklaring voor het verschil tussen mens er dier. Echter,
Descartes vond dat deze verklaring niet klopte, hij zei dat er maar 1 ziel bestond namelijk de rationele ziel. De
rest van de wereld is mechanistisch: het gaat vanzelf.
Al met al, waren dieren volgens hem machines, net zoals planten. Ze hebben geen ziel. Het lichaam werkt als
een machine, automatisch door deeltjes die tegen ogen, oren etc. aankomen en hierbij de zintuigen
aanwakkeren.
Hierbij had hij ook een theorie over het proces van beweging. Je hersenen liggen in een badje van vocht en
ook in je hersenen, in de ventrikels zit vocht namelijk animal spirits. Uit de hersenen komen zenuwen, die
volgens Descartes leken op holle buisjes, waar het vocht doorheen liep.
Voorbeeld: wanneer je op je vinger duwt, duw je je huid een stukje in. Hierdoor duw je op een zenuw met
vocht en dit vocht loopt door de zenuw omhoog naar de hersenen. Deze stroom zorgt voor een verandering
van druk in de hersenen/hersenvocht. De verandering zorgt ervoor dat er via een andere plek druk naar
beneden gaat en spieren in werking zet.
Descartes was hierdoor de eerste die de reflex beschreef als onwillekeurige beweging. Als je iets heets vast
pakt, trek je automatisch je had terug, want het doet pijn. Vuurdeeltjes drukken tegen de zenuw aan en druk

, in zenuwen verandert. Hij beschrijft gedrag in puur in mechanistische termen, er komt geen ziel aan te pas. Er
is geen ziel nodig, die hoeft te percipiëren dat het vuur heet is. Het puur mechanistisch model is gebaseerd op
extensie en beweging.
 Automatische reflex: hand wegtrekken bij vuur
 Aangeleerd reflex: au roepen bij pijn, dezelfde stimulus leidt tot ander gedrag Bijv. je leert (structuur van
de hersens verandert, waardoor het hersenvocht anders gaat stromen en dit een ander effect gaat
hebben) chocolade eten. Dit is hetzelfde met emoties. Op een bepaalde plek in de hersenen zit meer
hersenvocht, waardoor dezelfde prikkels die de zintuigen opnemen zorgen voor een andere reactie.
Hij beschreef het menselijke handelen als een mechanistisch principe. Je hoeft alleen dat mechanistisch
principe te bestuderen om het handelen te begrijpen. De psyche kun je verklaren puur als machine, puur in
technische termen, daar komt geen ziel aan te pas. Echter, we zijn niet alleen machines. Bestaat er nog iets
voorbij het lichaam? Ja. Hierbij is hij beïnvloed door de floating man experience.
Filosofie van de geest: Je kunt overal aan twijfelen, behalve jezelf: “Ik denk dus ik besta”. De ziel is “denken”
en die staat los van het lichaam (een platonische uitspraak). Hierbij is een mens zowel een geest als een
machine. Deze veronderstelling wordt het klassiek dualisme genoemd. Interactief dualisme van Descartes
komt omdat de geest niet materialistisch is.
De lichaam-geest interactie werd door Elisabeth van Bohemen ondersteund. Zij kwam met de theorie dat je 2
soorten “mensen” hebt:
 Lichaam zonder geest: automaat
 Geest zonder lichaam: aangeboren ideeën
Hierdoor kwam Descartes met de term innate ideas: universele ideeën bijv. God. Locke was tegen dit principe.
Als denken niet materieel is, hoe kan denken dan je lichaam aansturen? Het lichaam is dubbel, maar de ziel is
één. De mens neemt namelijk waar met 2 ogen, maar je ziet twee keer dubbel, omdat beide ogen hetzelfde
zichtveld zien. Je rechter oog ziet je linker- en rechtergezichtsveld en je linker oog ziet ook je linker- en
rechtergezichtsveld. In de epifyse (pijnappelklier) worden beide ogen en gezichtsvelden samen getrokken tot 1
beeld. In de epifyse interacteert de ziel met het lichaam. Hij noemde de ervaringen uit de pijnappelklier,
passies: de bewuste gewaarwording van gevoelens zoals liefde, woede en angst.
Descartes liet zien dat je de psychologie kunt benaderen op 2 manieren:
1. Het lichaam als een machine.
Perceptie, emoties, dromen puur mechanistisch onderzoeken
2. Het denken is apart
Descartes legde hiermee de grondslag voor de vraag: “waar komt kennis vandaan?”. Deze vraag werd
beantwoord door Locke en Leibniz.
Locke
Locke leefde in de tijd van grote politieke en wetenschappelijke verandering. In die tijd ontstond de eerste
empirische wetenschap, het systematisch bestuderen van stoffen. Hij hield zich bezig met wat kennis is en hoe
we die vergaren. Hij was een Aristoteliaan en gebruikte inductie als bron van kennis. Tevens gebruikte hij het
mechanistisch idee van Descartes (dualisme) en verwerpt dit op gedachte. Alle kennis komt van buiten bij
Locke.
Wat er in de gedachte afspeelt kan ook mechanistisch beschreven worden. Hij geloofde dat de mens een
tabula rasa was: blank vel. Als je geboren wordt, weet en kun je niets en moet je nog alles leren. Hij is tegen
aangeboren ideeën, want deze leer je pas door waarneming en interactie met andere mensen.
De geest heeft slechts 2 soorten ervaringen:

• Sensaties van objecten in de echte wereld

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikebeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.62
  • (0)
  Add to cart