100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Recht inc. hoorcolleges, werkgroepen en literatuur $9.21   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Recht inc. hoorcolleges, werkgroepen en literatuur

 30 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak inleiding recht van de Universiteit Leiden. De samenvatting bevat de hoorcolleges, werkgroepen en literatuur van alle weken voor het tentamen. De begrippen zijn blauw geschreven, de wetsartikelen zijn rood geschreven en de voorbeelden zijn groen geschreven. De re...

[Show more]

Preview 4 out of 63  pages

  • Yes
  • October 18, 2023
  • 63
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Inleiding recht

Week 1 (terreinverkenning)

Verschillende definities van recht
- John Austin (1790-1859)
 Het zou bij het recht gaan om bevelen die worden geschraagd door de
bedreigingen.
- H.L.A. Hart (1907-1992)
 Kenmerkend voor het recht is niet dat het ontstaat uit bevelen van wetgevers,
maar dat het tot stand komt volgens een bepaalde procedure die
onderworpen is aan regels.
- Olivier Wendell Holmes (1841-1935)
 Wat hebben we aan onze kennis van al die abstracte rechtsregels? Het is
uiteindelijk de rechter die een oordeel geeft over de interpretatie van die
regels.
 We moeten de gedragspatronen van rechters bestuderen.
- Standaard definitie
 Het recht is het geheel van regels dat de samenleving ordent.

Soorten rechten

- Subjectief recht = een bepaalde persoonlijke bevoegdheid.
 Een claim: “ik heb recht op…”
 Dit onderbouwen we met een verwijzing naar het objectief recht.
- Objectief recht = het geheel van geldende formele en materiële rechtsregels dat geldt
in een gemeenschap als recht geldt.
- Materieel recht = rechtsregels waar de burger rechten aan kan ontlenen.
 Bevat een algemeen verbindend voorschrift. P10-11
- Formeel recht = rechtsregels om je recht te halen.
 Heeft betrekking op de procedure. P10-11

Positief recht versus natuurrecht
- Positief recht (ius postivum/ius constitutum) = het recht dat geldt krachtens
uitvaardiging; het feit dat het door de staat als geldend recht is geproclameerd. P6
 Het geheel van regels dat op een bepaald tijdstip in een bepaalde
gemeenschap geldt. P16
 het recht dat geldt. Bv het recht in de wettenbundels. Het is opgenomen in
wetten. Het is uitgevaardigd door de staat.
- Natuurrecht = het recht dat niet door de mensen is gemaakt, maar van nature geldt.
 Beroept zich op een natuurlijke instantie. Het geldt omdat je mens bent. Het is
afkomstig van een hogere bron dan de hoogste wetgever.

Ius constituendum = het recht zoals we het zouden willen.

,Publiekrecht versus privaatrecht: valt onder positief recht.
- Publiekrecht = de verhouding tussen de overheid en de burger. De overheid staat
boven de burger.
 Algemeen belang.
 Ongelijke partijen.
 Handhaving overheid.

Onder publiekrecht valt het:
- Staatsrecht = de belangrijkste geschreven en ongeschreven regels en belangen van de
nationale ordening van het overheidsapparaat, van de invloeden van de burgers
daarop en van de burgerlijke rechten en vrijheden.
- Bestuursrecht = het geheel van geschreven en ongeschreven regels en beginselen dat
betrekking heeft op de bestuurstaak van de overheid.
- Strafrecht = sanctierecht: kenmerkend voor het strafrecht is de straf.


- Privaatrecht = de verhouding tussen burgers. De burgers staan als gelijk.
 Particuliere belang van individuen.
 Gelijke partijen.
 Handhaving burgers

Onder privaatrecht valt:
- Bw 1: persoons- en familierecht.
 Personenrecht = de regels omtrent de persoon die drager is van rechten en
plichten.
 Familierecht = de niet op geld waardeerbare rechten en plichten van
personen.
- Bw 2: rechtspersonen
 Art. 1 Gw, Art. 1.1 Gw, Art. 3.32 Gw, Art. 3.34 Gw
 Art. 39 Sr
- Bw 3: vermogensrecht algemeen
 Vermogensrecht = de op geld waardeerbare rechten en plichten van
personen.

Het maakt niet uit wat er gebeurt, de juridische stappen die je neemt bepalen of het valt
onder publiekrecht of privaatrecht.

Dwingend recht vs aanvullend recht p.9
- Dwingend recht = regels waar je niet vanaf mag wijken, ook al spreek je iets af.
- Aanvullend recht = recht dat geldt, zelfs wanneer partijen niks afspreken.


Formele rechtsbronnen
- Het internationale verdrag. Art. 94 en 94 Gw
- Wet in formele zin (hoogste wet).
- Wet in louter materiële zin.
- Gewoonterecht/de gewoonte.

, - De rechtspraak.
(ondergeschikt aan steeds)

De EU is een soevereine/autonome rechtsorde.

- Wet in formele zin = gezamenlijk besluit van de regering en de staten generaal. Dit is
de hoogste vorm van een wet. Bv de grondwet. Herkenbaar aan de aanhef. P17-18.
- Wet in materiele zin = iedere algemene burgers bindende rechtsregel, met straf op
overtreding. Afkomstig van een overheidsorgaan. Algemeen verbindend voorschrift.
Bijvoorbeeld de gemeente. P17-18.

Wet in formele zin. Wet niet in formele zin.
Wet in materiële zin. Bijvoorbeeld de Bijvoorbeeld besluit
wegenverkeerswet. alcoholonderzoek.
Wet niet in materiële zin. Bijvoorbeeld een Bijvoorbeeld het regelement
goedkeuringswet voor van Orde van de Tweede
prinselijk huwelijk. Kamer.


- De gewoonte = overal waar mensen samenkomen, ontstaan vaste gedragspatronen.
P25.
Het huwelijk heeft geen rechtsregels, dus ook geen rechtsgeldigheid. Art. 1:30 lid 1
Bw

- Gewoonterecht =
1. Een usus in de zin van een zich herhalende gedraging.
2. Een usus waarvan men vindt dat het recht is.
Gewoonterecht is ongeschreven recht. Het kan worden gecodificeerd of in
rechtspraak geschreven recht worden.

- Constitutioneel gewoonterecht
 Vertrouwensregel = een minister, staatssecretaris of het kabinet als geheel
moet aftreden als zij niet langer het vertrouwen genieten van het parlement.
Een kabinet of bewindspersoon hebben het vertrouwen totdat het tegendeel
is gebleken, bijvoorbeeld door aanneming van een motie van wantrouwen.

Gewoonterecht versus moraal
- Gewoonterecht = behoort bij het heersende oftewel het positieve recht. Het is met
andere woorden objectief recht waar de burger subjectieve rechten aan kan
ontlenen, waar de burger bij de rechter een beroep op kunnen doen en dat
vervolgens door de staat kan worden gehandhaafd.
- Moraal = het geheel van zeden, gebruiken en gewoonten waarvan we niet vinden dat
het recht is, en dat dus niet in rechte afdwingbaar is. Als er aan wordt voldaan kan dit
echter wel rechtsgevolgen hebben.

, - Rechtsregels = geven aan wat moet gebeuren als aan bepaalde voorwaarden is
voldaan.
 Wat er dan gebeurt is rechtgevolg.

Normatieve rechtsregels
- Schrijven voor wat er volgens geldend recht moet gebeuren
- Normeren het gedrag van bedrijven, burgers en de overheid


Niet-normatieve rechtsregels
- Niet bedoeld om te normeren.

Modaliteiten van de normatieve rechtsregels
- Verlof = mag wel, maar hoeft niet
- Verbod = mag niet
- Gebod = verplicht. Bijvoorbeeld bepaalde regels van het huwelijk

Cumulatieve voorwaarden = 2 of meer voorwaarden wanneer iets bijvoorbeeld diefstal is.

Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

V1a Hij die enig goed dat geheel aan een ander toebehoort.
V1b Hij die enig goed dat aan een ander toebehoort.
V2 goed wegneemt
V3 wederrechtelijk
V4 met het oogmerk




Week 2 (rechtswetenschap en rechtsvinding)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koosjestokman2004. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.21  2x  sold
  • (0)
  Add to cart