100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie $3.73   Add to cart

Summary

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie

8 reviews
 485 views  39 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Developmental Psychology door P. Leman, A. Bremner, R. Parke en M. Gauvain.

Preview 3 out of 46  pages

  • Yes
  • October 28, 2017
  • 46
  • 2017/2018
  • Summary

8  reviews

review-writer-avatar

By: guusjedekens • 1 month ago

review-writer-avatar

By: annelotmerkx • 1 month ago

review-writer-avatar

By: elatwollenberg123 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: anjovis • 4 year ago

review-writer-avatar

By: paulienvanderschaar • 5 year ago

review-writer-avatar

By: shillemans • 5 year ago

review-writer-avatar

By: barbaraenmyrthe • 6 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Developmental Psychology

H1: Themes and Contexts
Developmental psychology (ontwikkelingspsychologie) = een studierichting binnen de
psychologie die zich richt op het begrijpen en verklaren van veranderingen in cognitieve, sociale en
andere bekwaamheden van een individu: ten eerste door het beschrijven van veranderingen in het
geobserveerde gedrag van het kind en ten tweede door het blootleggen van de processen die deze
veranderingen teweegbrengen.

De belangrijkste thema’s binnen de ontwikkelingspsychologie zijn: de oorsprong van menselijk
gedrag en de specificiteit of generaliteit van verandering; de individuele en contextuele krachten die
de ontwikkeling definiëren en besturen; en de biologische, cognitieve, taalkundige, emotionele en
sociale aspecten van ontwikkeling.
Empiricism (empirisme) = het idee dat ontwikkeling voornamelijk bepaald wordt door
omgevingsinvloeden.
Nativism (nativisme) = het idee dat ontwikkeling voornamelijk bepaald wordt door geërfde factoren
(dus genetisch is).
Ontwikkelingspsychologen onderzoeken hoe biologische en omgevingsfactoren, Nature vs. Nurture,
met elkaar interacteren en samenwerken om variaties in de ontwikkeling van verschillende kinderen
te produceren:
- Continuous development (continue ontwikkeling) = een ontwikkelingspatroon waarbij
vaardigheden geleidelijk en soepel veranderen.
- Discontinuous development (discontinue ontwikkeling) = een patroon van ontwikkeling
waarin zich plotselinge veranderingen voordoen, wat resulteert in kwalitatief verschillende
stadia van ontwikkeling.
Critical period (kritieke periode) = een ontwikkelingsperiode (leeftijdsbereik) waar specifieke
ervaringen van vitaal belang zijn om de ontwikkeling normaal te laten verlopen.
Sensitive period (gevoelige periode) = een ontwikkelingsperiode (leeftijdsbereik) waarin bepaalde
ervaringen belangrijk zijn voor de normale ontwikkeling. Als deze ervaringen niet plaatsvinden in
deze periode kan normale ontwikkeling nog steeds plaatsvinden.
Domain-general development (domeingenerieke ontwikkeling) = het idee dat ontwikkeling een
grote reeks aan vaardigheden kan beïnvloeden.
Domain-specific development (domeinspecifieke ontwikkeling) = het idee dat ontwikkeling van
uiteenlopende vaardigheden onafhankelijk (en seperaat) kan plaatsvinden en weinig invloed heft op
vaardigheden in andere domeinen.
Level of explanation (niveau van verklaring) = de manier waarop mensen kiezen hoe zij
psychologische vaardigheden (en de ontwikkeling daarvan) beschrijven. Niveaus van verklaringen
zijn biologisch, gedragsmatig, sociaal en emotioneel.

In de ontwikkelingspsychologie bestaat er verschil van mening over de nadruk op individuele
kenmerken vs. situationele of contextuele invloeden. Velen kiezen daarom voor een interactionist
perspectief, door het belang van zowel individuele als contextuele factoren te benadrukken.
Een belangrijke manier waarop individuele kenmerken werden bestudeerd, is door te kijken hoe
verschillende kinderen reageren als ze in een situatie geplaatst worden met uitdagingen of die hun
gezonde ontwikkeling bedreigd. Sommige kinderen laten ‘sleeper’ effects zien: ze lijken er in eerste
instantie goed mee om te kunnen gaan, maar ontwikkelen later in hun leven problemen.
Er gaat steeds meer interesse uit naar hoe de cultuur, waarin een kind opgroeit, de ontwikkeling kan
beïnvloeden.
Ecological perspective (ecologisch perspectief) = een perspectief dat het belang van het begrijpen
van relaties tussen omgevingsinvloeden - en niet alleen de relatie tussen een organisme en
verscheidene omgevingsinvloeden - benadrukt.
Urie Bronfenbrenner heeft een raamwerk ontwikkeld (Bronfenbrenner’s ecological model of
development; Figure 1.3, blz. 9) dat de verschillende lagen van contextuele systemen beschrijft die het
kind in de ontwikkeling beïnvloeden:

, - Het ‘microsystem’ bevat de setting waarin het kind leeft en interacteert met de mensen en
instituties dichtbij haar.
- Het ‘mesosystem’ omvat de relaties tussen de verschillende componenten van het
microsystem.
- Het ‘exosystem’ bestaat uit de verschillende settings die invloed hebben op de ontwikkeling
van het kind, maar waar het kind over het algemeen alleen indirect contact mee heeft.
- Het ‘macrosystem’ representeert de ideologische en institutionele patronen van een bepaalde
cultuur of subcultuur.
 Deze vier systemen veranderen over de tijd, dat proces noemen we het ‘chronosystem’.

Het lifespan perspective (levensloop perspectief) = het zien van ontwikkeling al een proces dat
zich voortzet gedurende het hele leven, van zuigeling tot hogere leeftijd. Dit perspectief betrekt ook
historische factoren – die de ontwikkeling zouden kunnen beïnvloeden - in het bestuderen van
ontwikkeling. Hier wordt meestal naar gerefereerd als het age cohort effect. Age cohort
(leeftijdscohort) = mensen geboren binnen dezelfde generatie of historische periode.


H2: Theories in Developmental Psychology
Ontwikkelingspsychologen houden zich bezig met het beantwoorden van twee hoofdvragen:
- Het beschrijven van veranderingen in de ontwikkeling.
- Het verklaren van veranderingen in de ontwikkeling.

Theorieën in de ontwikkelingspsychologie hebben twee belangrijke functies:
- Het helpen organiseren en integreren van bestaande informatie naar coherente, interessante
en plausibele verklaringen over hoe kinderen zich ontwikkelen.
- Het generen van testbare hypotheses of voorspellingen over het gedrag van het kind.

Een belangrijke vraag in de 17de eeuw was of mensen ervaring nodig hadden om de wereld te kunnen
waarnemen en begrijpen. John Locke (net als andere empiristische filosofen als Berkeley en Hume)
stelde dat kinderen geboren werden als een Tabula Rasa (nurture). Rationalistische filosofen (zoals
Liebniz en Descartes) stelden dat de geest de omgeving op een bepaalde manier vorm geeft om de
wereld te kunnen begrijpen (nature).

Behaviourism (behaviorisme) = een richting binnen de psychologie, sterk aanwezig in de vroege
20ste eeuw, die de nadruk legt op de rol van het leren binnen menselijk gedrag en probeert gedrag in
dergelijke termen te beschrijven (John B. Watson, Edward Lee Thorndike, Ivan Pavlov en B.F.
Skinner). Behavioristen stellen dat veranderingen in gedrag worden gedreven door ervaring en dat
deze veranderingen in het gedrag geleidelijk en continue gebeuren.
De twee belangrijkste vormen van leren:
- Classical conditioning (klassieke conditionering) = een manier van leren waarbij twee
stimuli herhaaldelijk samen gepresenteerd worden tot een individu leert te reageren op de
onbekende stimulus zoals hij reageert op de bekende stimulus, bijv. Pavlov.
- Operant conditioning (or instrumental conditioning; operante conditionering) = een vorm
van leren die afhangt van de gevolgen van gedrag; beloningen verhogen de kans dat het
gedrag herhaald wordt, terwijl straf deze kans verlaagt.

Maturational approach (maturatie benadering) = een vroege benadering van het beschrijven van
ontwikkeling in termen van ontwikkelingsroosters, vooraf bepaald op basis van genetische
overerving. De vaardigheden van kinderen worden door een groot deel bepaald door hun genetisch
materiaal.
In de vroege 20ste eeuw introduceerde Sigmund Freud de psychodynamic theory
(psychodynamische theorie) = in deze kijk op ontwikkeling, die afgeleid is van de Freudiaanse
theorie, vindt ontwikkeling plaats in afzonderlijke stadia en wordt deze voor een groot deel bepaald
door biologische driften die zich vormen door ondervindingen in de omgeving en interactie tussen de
drie delen van de persoonlijkheid – de id, ego en superego.

, - Id (id) = in de Freudiaanse theorie, de instinctieve drijfveer van een persoon; als het eerste
gedeelte van een persoonlijkheid dat wordt ontwikkeld, gebruikt de id het plezier principe om
te bepalen wat te doen.
- Ego (ego) = in de Freudiaanse theorie, de rationele, leidinggevende kant van de
persoonlijkheid, die in behoeften probeert te voorzien door gepast en sociaal acceptabel
gedrag.
- Superego (superego) = in de Freudiaanse theorie, de kant van de persoonlijkheid die als
opslagplaats fungeert van de geïnternaliseerde ouderlijke of maatschappelijke normen,
waarden en rollen. Het kind ontwikkelt een geweten of de vaardigheid om haar eigen acties
te beoordelen met het oog op de geleerde morele waarden.
Interne motivaties en persoonlijkheden van individuen zijn voor een groot deel gevormd door
ervaringen in de jeugd. Eén van Freuds belangrijkste bijdragen is zijn argument dat ervaringen in de
vroeg in het leven, met name de eerste zes jaar, de latere ontwikkeling beïnvloeden.
Freud stelde dat persoonlijkheidsontwikkeling (= veranderingen in de organisatie en interactie van
het id, ego en superego) zich in vijf stadia ontwikkeld (Tabel 2-1, blz. 17)
Psychosocial theory (psychosociale theorie) = Erikson’s ontwikkelingstheorie waar kinderen zich
ontwikkelen door een reeks stadia, voornamelijk door het realiseren van taken die interactie tussen
het kind en de sociale omgeving inhouden.




Ethological theory (ethologische theorie) = een theorie die zegt dat gedrag gezien en begrepen
moet worden als plaatsvindend in een bepaalde context en als waardevol voor aanpassing aan of
overleving in de omgeving, bijv. mentale processen als perceptie, cognitie en emotie. Ethologisten
observeren kinderen in hun natuurlijke omgeving en hebben als doel het gedrag van de kinderen te
beschrijven en te classificeren. Ethologisten gaan uit van een biologische basis van gedrag, maar
geloven ook dat gedrag beïnvloed wordt door omgevingsinvloeden.
John Bowlby kwam met de ‘maternal deprivation hypothesis’, waarin hij stelde dat de band tussen
ouder en kind in de eerste paar jaar essentieel is voor een gezonde sociaalemotionele ontwikkeling.

Onderzoek naar cognitieve ontwikkeling: het beschrijven van de ontwikkeling van interne mentale
processen zoals geheugen, logica en taal.
Social learning theory (sociale leertheorie) = een leertheorie die het belang van observeren en
imiteren in het leren van nieuw gedrag benadrukt, waarbij leren wordt bemiddeld door cognitieve
processen (Bandura; Figuur 2-1, blz. 20).
Piagetian theory (Piagetiaanse theorie) = een cognitieve ontwikkelingstheorie die het kind ziet als
actief zoekend naar nieuwe informatie. Kinderen laten leeftijd gerelateerde manieren van denken en
begrip van de wereld zien. Het denken van kinderen verandert kwalitatief met leeftijd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirteo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.73  39x  sold
  • (8)
  Add to cart