Doelgroep interventie hoeft niet hetzelfde te zijn als doelgroep implementatie
Leerdoelen (hoofdstuk 7):
1. Wat zijn de fasen van een implementatie?
Het proces van vernieuwing dat zich bij intermediairs voltrekt, wordt door Rogers het
innovatieproces genoemd en daaraan zijn globaal drie fasen te onderscheiden:
1. Adoptie(fase) = intermediairs nemen kennis van de innovatie en wegen de verwachte
voor- en nadelen van gebruik af en zetten die om in een positieve of negatieve intentie
tot gebruik van die innovatie (adoptiebeslissing).
2. Implementatie(fase): Een positieve adoptiebeslissing intentie leidt tot een eerste
gebruik van de innovatie in de praktijk (ook initieel gebruik of initiële implementatie
genoemd).
3. Continuering(fase): De gebruiker besluit op basis van zijn/haar eerste ervaringen om
wel of niet met de innovatie door te gaan.
blz. 2 (7.2)
2. Welke determinanten bepalen de invoering van programma’s?
(7.6?)
3. Welke strategieën kun je inzetten binnen de verschillende fasen?
7.7
4. Waaruit bestaat een effectief anti-pestprogramma en welke strategieën worden
hierbij gebruikt? (gebruik de artikelen)
Hoofdstuk 7: disseminatie en implementatie van interventies
7.1 inleiding
Effectieve interventies voor het bevorderen van gezond gedrag hebben weinig impact als ze
niet op de juiste manier worden gebruikt of als men stopt voordat het gewenste resultaat
bereikt is.
De aandacht verschuift van de uiteindelijke doelgroep naar die van intermediaire gebruikers
(intermediairs of gebruikers). Bijvoorbeeld leerkrachten, fysiotherapeuten, GB-medewerkers
bij GGD’s, diëtisten in de thuiszorg of verpleegkundigen in ziekenhuizen. Van hen wordt
verwacht dat ze programma’s die effectief bleken implementeren (gebruiken in eigen
praktijk).
Er is hierbij kans op een type-III-fout. Hierbij wordt een interventie ten onrechte bestempeld
als ineffectief, terwijl in werkelijkheid de effecten uitblijven omdat de interventie niet of niet
goed is gebruikt.
7.2 innovatietheorie in historisch perspectief
1
, De gedachte dat als er nieuwe interventies beschikbaar komen of de effectiviteit van een
nieuwe interventie vaststaat, de beoogde intermediaire gebruikersgroepen ze graag wil
omarmen = klassieke Research & Development (R&D) model / klassieke model voor
diffusie van innovatie (Rogers, 1962; 1983).
Hij typeert de diffusie van innovaties aan de hand van 4 kernelementen:
- Een innovatie,
- Die via bepaalde kanalen wordt gecommuniceerd,
- Gedurende een bepaalde tijdsinterval,
- Onder leden in een bepaald sociaalsysteem.
Innovatie = informatie die nieuw is voor de ontvanger. Kan gaan om ideeën, producten maar
ook interventies. (Bijvoorbeeld docenten die informatie krijgen over een lespakket waarmee
voorkomen wordt dat leerlingen beginnen met roken. De innovatie bestaat dan uit effectieve
methodieken en toepassingen van rookpreventie dat is vormgegeven in een lespakket)
Kanalen = de wijzen waarop de informatie van de ene persoon op de ander wordt
overgedragen. (radio, tv, nieuwsbrief, LinkedIn, Twitter, interpersoonlijke communicatie)
Tijdsinterval = een invoering van een innovatie verloopt in fases in de tijd en niet iedereen
neemt op hetzelfde moment kennis van de innovatie of besluit deze te gebruiken. (In ons
voorbeeld zal een docent eerst moeten kennismaken met het rookpreventieprogramma voordat
hij of zij zich een mening kan vormen over de voor- en nadelen ervan en kan besluiten tot
daadwerkelijke implementatie en dit laat opnemen in het jaarplan van zijn afdeling of sectie.)
Leden van een sociaal systeem = werkende mensen maken deel uit van sociale netwerken
die hen beïnvloeden. Ook de kenmerken van een dergelijk netwerk, zoals normatieve
verwachtingen (‘wij vinden het belangrijk dat leerlingen niet roken op onze school’) of de
aan- of afwezigheid van regelingen voor financiering van lesmaterialen, bepalen mede de
ontvankelijkheid van de gebruiker voor bepaalde innovaties.
Diffusie = situaties waarin de invoering van een innovatie zich haast vanzelf voltrekt zonder
sturing van buitenaf (rages zoals tatoeages).
Disseminatie = invoeringswijzen die wel doelbewust zijn gepland.
Het proces van vernieuwing dat zich bij intermediairs voltrekt, wordt door Rogers het
innovatieproces genoemd en daaraan zijn globaal drie fasen te onderscheiden:
1. Adoptie(fase) = intermediairs nemen kennis van de innovatie en wegen de verwachte
voor- en nadelen van gebruik af en zetten die om in een positieve of negatieve intentie
tot gebruik van die innovatie (adoptiebeslissing).
2. Implementatie(fase): Een positieve adoptiebeslissing intentie leidt tot een eerste
gebruik van de innovatie in de praktijk (ook initieel gebruik of initiële
implementatie genoemd).
3. Continuering(fase): De gebruiker besluit op basis van zijn/haar eerste ervaringen om
wel of niet met de innovatie door te gaan.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller met55. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.95. You're not tied to anything after your purchase.