In dit document zijn alle college's, die gegeven zijn op de Vrije Universiteit van Amsterdam door Mieke Donk, samengevat. Dit is alle belangrijke stof die je moet weten voor je tentamen Inleiding Psychologie. Deze samenvatting geeft een beknopte, maar duidelijke uitleg van alle termen die besproke...
Gehele samenvatting Introduction Psychology (P_BINLPSY)- Psychologie periode 1
Krause, Corts, Dolderman, Smith, Psychological Science, Canadian Edition, Complete Test Bank.
All for this textbook (28)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Psychologie
Inleiding in de Psychologie (P_BINLPSY)
All documents for this subject (46)
1
review
By: nicklanders • 1 year ago
Seller
Follow
annnesnel12
Reviews received
Content preview
Samenvatting inleiding psychologie
Hoorcollege 1: Genen en evolutie
Psychologie: de wetenschappelijke studie van de gedachtes, de hersenen en het gedrag
(Phelps, et al., 2022) of de wetenschappelijke studie van de gedachtes en de hersenen om
het gedrag te beschrijven.
De genetische basis
Het bestuderen van het geheugen is nodig, omdat soms het gezonde verstand faalt.
Kunnen we aannemen dat een gewelddadig persoon, gewelddadige genen heeft?
In de jaren zeventig In de jaren negentig Vandaag de dag
•omgeving (Wouter •genen (Judith Harris) •Interactie tussen
Buikhuizen) genen en omgeving
Cel -> nucleus -> 46 chromosomen (instructies voor bouwen en regelen lichaam) -> DNA
(dubbele helix structuur) -> genen -> A/T/G/C
Genen regelen het functioneren van de cel door instructies te geven voor het maken van
eiwitten. Genen zorgen voor de karakteristieken van een organisme.
Genexpressie: of een gen aan of uit gezet is, dit bepaald of het gen getranscribeerd wordt in
een eiwit. Dit wordt bepaald door; verschillen in omgeving buiten de cel, het moment in
ontwikkeling, de omgeving in het algemeen (de kleur van een vlinder die bepaald wordt door
in welk seizoen hij geboren wordt), gedrag en ervaring.
Daarnaast kan genexpressie doorgegeven worden aan de volgende generatie. Zo kan stress
genen uitzetten; uitzetten kan er ook voor zorgen de nakomeling ook meer gestrest is. Er
wordt dan een tag op het DNA van de nakomeling geplaatst die vertelt wanneer het gen
aangezet moet worden --> Epigenetic).
Genotype is een organisme zijn specifieke set van genen
Fenotype zijn observeerbare persoonlijke eigenschappen die tot stand komen door zowel de
genen en omgeving (wordt bepaald door ervaring, het verleden en de toekomst.)
Monozygotische tweelingen;
• Geboren uit 1 zygoot die in tweeën gesplitst is
• Delen hetzelfde genotype maar andere fenotype (de ene zit bijvoorbeeld meer in de
zon en is dus bruiner)
Dizygotische tweelingen;
• Geboren uit twee verschillende zygoten
• Lijken genetisch niet meer op elkaar dan broers en zussen doen. Broers en zussen
hebben niet dezelfde genen
, ➔ Een zygoot (bevruchte cel) bevat 23 chromosomenparen, de helft van de
chromosomen van de moeder en de andere helft van de vader. Het 23ste
chromosomenpaar bepaalt het geslacht. XX is voor een vrouw en XY voor een man.
Vervolgens gaat de zygoot zich dupliceren en daarna delen. Dit proces herhaalt zich
zodat er meer cellen ontstaan
➔ Foetus; cellen gaan zich specialiseren. De plek waar de cel ligt en de chemicaliën rond
de cel hebben hier invloed op -> Celspecialisatie
Elk gen is gepaard met een andere gen. Elk gen is gelokaliseerd op een bepaalde plaats op
paren van chromosomen. Een gen kan dominant of recessief zijn:
- Dominant: een gen dat altijd tot uiting komt als het gepresenteerd wordt. (Dominant
+ recessief: dominant)
- Recessief: een gen dat alleen tot uitkomt komt als er nog een recessief gen aanwezig
is. (Recessief + recessief: recessief)
Een allel is een specifieke variant van een gen.
Homozygoot: allelen Heterozygoot: allelen
op een chromosoom op een chromosoom
zijn hetzelfde. zijn verschillend.
Specifieke genen en gedrag worden bepaald door de interactie van de omgeving en:
- One gene pair: eigenschap wordt bepaald door 1 gen, bijvoorbeeld; de kleur van een
plant
- Multiple gene pairs: polygenetic inheritance (polygenetische erfenis), bijvoorbeeld;
huidskleur, er zijn geen twee of drie soorten huidskleuren. Huidskleur is dus niet het
product van 1 dominant/recessief genen paar, maar veel verschillende soorten
genen.
Evolutie door natuurlijke selectie
Darwin’s evolutietheorie: een genoom is gevormd door evolutie over de jaren.
• ‘Alle organismen stammen af van een kleine groep gedeelde voorouders.’
• ‘Alle organismen zijn in de loop van de tijd samengevoegd via het proces van
evolutie.’
Natuurlijke selectie is een belangrijk onderdeel van evolutie. Door natuurlijke selectie
worden specifieke eigenschappen beter vertegenwoordigt in de volgende generatie
Voorwaarde:
- Er is variatie tussen individuen van een populatie
- Individuen met een bepaalde eigenschap overleven en planten zich beter voor dan
andere
- De eigenschap die met dit voordeel gepaard gaan, wordt doorgegeven van de ouders
op de nakomelingen
, Elk individu heeft andere genotype. Bij natuurlijke selectie gaat het om het overleven van de
genen en niet het overleven van individuen.
Bronnen die de evolutietheorie ondersteunen
• The fossil record (1953): gaf inzicht in waarom dieren uitstierven en hoe organisme
reageerde op veranderingen in hun omgeving.
• De gelijkenissen tussen genomen van verschillende
organismen: Alle apen hebben bijvoorbeeld 24
chromosomenparen en wij 23. Chromosomenpaar nummer
2 is samengevoegd bij de mens, waardoor mensen 1
chromosomenpaar minder hebben.
• Pseudogenen: een inactief gen dat geen eiwit produceert.
Deed het vroeger bij onze voorouders waarschijnlijk wel,
door mutatie niet meer. Ook wel junk-DNA genoemd.
• Verspreiding van soorten over de hele wereld: Continentale eilanden (zaten eerst
vast aan het land) en oceanische eilanden (zaten nooit vast), hierdoor zijn de
inheemse soorten heel anders.
Sommige mensen zijn nog sceptisch over de
evolutietheorie;
‘Organisme zijn ontwikkeld uit eerdere soorten dieren’ –
onderzoek uit 2005
Het volgt niet dat evolutie op een of andere manier
organisme verbeterd en alleen kan leiden tot stijve
gedragspatronen.
Het Nature (gen) vs Nurture (omgeving) werd irrelevant,
want het gedrag komt tot stand door een interactie tussen deze twee dingen;
Als een kind het gen heeft voor lage activiteit
en slecht behandeld is, dan is de kans groter
dat het kind naar de gewelddadige kant gaat.
Wie we zijn wordt bepaald door hoe onze
genen worden uitgedrukt in een bepaalde
omgeving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annnesnel12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.