Summary Exam 3 Research Methods & Statistics UvA Year 1
Summary Exam 4 Research Methods & Statistics UvA Year 1
Introduction to Statistics - Lecture Notes
All for this textbook (4)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Pedagogische wetenschappen
Inleiding onderzoek
All documents for this subject (30)
1
review
By: acelema • 5 year ago
Seller
Follow
mirteo
Reviews received
Content preview
Aantekeningen Inleiding Onderzoek
College 1a
Sociale wetenschappen: onderzoeken gedrag/interacties van (met name) mensen.
Wetenschap (wiki): a systematic enterprise that builds and organizes knowledge in the form of
testable explanations and predictions about the universe. Wetenschap kan zichzelf aanpassen, is
voortdurend in beweging.
- Open communicatie
- Systematisch, planmatig
- Uitkomsten staan niet “vast”: altijd open voor kritiek
Doel onderzoek:
- Antwoord geven op vragen
- Nieuwsgierigheid is een belangrijke drijfveer
▪ onderzoek wordt niet altijd gewaardeerd
- het zou uiteindelijk moeten leiden tot kennis
Veel kennis is naïef niet alle kennis is gebaseerd op onderzoek. Naïeve kennis is gebaseerd op:
- gewoontes
- “wishful thinking”
▪ wetenschappers hopen op een bevestiging van hun theorie en duwen de
onderzoeksresultaten daarvoor in gunstige richting bijv. door weglaten
proefpersoon die ongunstige resultaten weergaf
▪ tunnelvisie
▪ gevoed door graag gelijk willen hebben
- Meningen van autoriteiten
▪ Krant, docent etc.
- Ideologie
▪ Religie, politieke stroming
- Intuïtie
Naïeve kennis is vaak niet geschikt. Wetenschappelijke kennis is nodig om verder te komen. Alleen
baseren op uiteindelijke kennis, niet op gewoontes/intuïtie etc.
Gedeelde visie onder wetenschappers: wetenschappelijk onderzoek gaat om het toetsen van
theoretische inzichten op grond van waarnemingen (empirie).
Je begint met een probleemstelling waarin je vraagstelling en doelstelling onderscheidt.
- Wat wil je onderzoeken en waarom
- Vanuit de probleemstelling kies je een onderzoeksontwerp
- Empirisch-analytische benadering
▪ Grofweg: algemeen geldende wetmatigheden ontdekken
▪ Geïnspireerd op de natuurwetenschappen
▪ “objectief”
- Empirisch-interpretatieve benadering
▪ Proberen gedrag vanuit de context te begrijpen/verklaren
- Fundamenteel vs praktijkgericht
▪ Fundamenteel: doel is het leveren van een bijdrage aan de wetenschap
▪ Praktijkgericht: doel is het leveren van een bijdrage aan de maatschappij
- Toetsend vs explorerend/exploratief onderzoek
De huidige westerse wetenschap is gericht op empirisme (gebaseerd op waarneming) en rationaliteit
(gebaseerd op nadenken, logisch consistent).
Wetenschap is communicatie over onderzoek door bijv. congressen of peer-reviews.
,De media heeft een belangrijke brugfunctie tissen de wetenschap en het publiek/de politiek. Maar
wees kritisch. De mesia is vaak ook gericht op de ‘leuke’ uitkomsten en die zijn niet per se
wetenschappelijk relevant.
De noodzaak om te publiceren zorgt voor een grotere kans op fraude. Echt frauderen komt
waarschijnlijk weinig voor, maar wel wordt er gedacht dat velen regelmatig een bochtje afsnijden. Er
is nu meer aandacht voor hoe we onderzoek doen en voor de richtlijnen van onderzoek. Er is meer
aandacht voor replicatie: het onderzoek moet te herhalen zijn.
De zes principes van wetenschappelijke integriteit:
- Eerlijkheid en openhartigheid
- Betrouwbaarheid
- Controleerbaarheid
- Onpartijdigheid
- Onafhankelijkheid
- Rekening houden met maatschappelijke implicaties
Ethische commissies toetsen het wetenschappelijk werk.
College 1b
Een onderzoeksplan bestaat uit een probleemstelling (wat en waarom; 1-4) en een
onderzoeksontwerp (hoe, methodologische beslissingen; 5-10).
Schematische weergave:
1. vraagstelling: wat wil je weten
2. doelstelling: waarom wil je dit weten
3. theoretisch raamwerk, evt. weergegeven als conceptueel model
4. hoe wil je het onderzoek opzetten
5. wat voor data wil je verzamelen
6. dataverzamelingsplan: bij wie wil je de data verzamelen
7. wanneer wil je de data verzamelen
8. waar wil je de data verzamelen
9. hoe wil je de data verzamelen
10. hoe wil je rapporteren
Hoe begin je aan een onderzoeksplan? Eerst: interesse in een bepaald thema. Vervolgens:
literatuuronderzoek:
- doel:
▪ overzicht krijgen van wat er al bekend is
▪ overzicht krijgen van de waarde van wat er al bekend is
▪ inzicht krijgen in zowel het onderwerp (wat) als de methode (hoe)
1. De vraagstelling bestaat meestal uit een overkoepelende vraag en meerdere deelvragen.
- Beschrijvende vraagstellingen: startpunt is het beschrijven (wie, wat, hoe etc.)
- Verklarende vraagstellingen: startpunt is het zoeken van een verklaring
- Voorspellende vraagstellingen: wat verwacht je aan te treffen
Causaal verband alleen bij verklarend en voorspellend.
- Drie voorwaarden voor A B (A veroorzaakt B):
▪ A gaat vooraf aan B
▪ Waarneembare samenhang
▪ Er is geen derde variabele die beide verklaart
2. De doelstelling: waarom, en evt. voor wie
- Fundamenteel of toegepast
- Explorerend of toetsend
- Staat niet los van de maatschappij (bijv. tijdens een recessie wordt het onderwerp van
werkloosheid een belangrijker thema in onderzoek)
3. Een theoretisch raamwerk: vanuit welk perspectief of wetenschappelijke theorie.
Voorbeeld:
, Blootstelling aan diverse media Persoonlijke gezondheid
Blootstelling aan diverse media Mediërende factoren Persoonlijke gezondheid
4. Kenmerken van de onderzoeksopzet:
- De mate van controle van de onderzoek
- Het tijdsperspectief’
- Het aantal momenten van dataverzameling
5. Het dataverzamelingsplan: welke data ga je verzamelen (bijv. een vragenlijst of een interview).
- Kwantitatief onderzoek: voorgestructureerde dataverzamelingsplannen
- Kwalitatief onderzoek: met name het verzamelen van tekst. Liefst ook duidelijke
dataverzamleingsplannen
- Mixed methods: een combinatie van kwalitatief en kwantitatief onderzoek
6. Steekproefplan: wie gaan we onderzoeken.
- Niet altijd triviaal: wie wel, wie niet?
- Heldere afbakening noodzakelijk
- Bij bijv. kinderen van belang te weten wie je over het onderzoek informeert (ouders, school)
7. Wanneer?
- Onderzoek is niet altijd tijdsgebonden (dan kan de onderzoeker zelf de tijdsduur bepalen)
- De duur is afhankelijk van de vraagstelling en de hoeveelheid middelen.
8. Waar?
- De onderzoeker kan primair (eigen data) of secundair onderzoek (al bestaande data) doen.
9. Het data-analyseplan
- Bij kwantitatieve data wordt er gebruik gemaakt van statistiek en moet er een statistische
analysemethode worden gekozen.
- Bij kwalitatieve dat gaat het om het structureren van een tekst en moet er duidelijk gemaakt
worden hoe je die tekst gaat analyseren.
10. Het rapportageplan. De uitkomsten van onderzoek moet worden gerapporteerd. Dit kan d.m.v.
bijv. een rapport, een werkstuk, een wetenschappelijk artikel of een scriptie.
Het protocol t.b.v. de controleerbaarheid van onderzoek gaat specifiek in op:
- Grootschalige dataverzameling
- Etnografische dataverzameling
- Mediale dataverzameling
- Mixed models
▪ Wat zou je kunnen doen gegeven bepaalde dataverzameling (hoeft niet in detail)
Voor onderzoek plaatsvindt, moet het onderzoek eerst vanuit ethisch en praktisch oogpunt
beoordeeld worden. Is het verantwoord te onderzoeken wat je wilt onderzoeken? Vaak moeten de
plannen eerst voorgelegd worden aan de ethische commissie.
Je kunt tussendoor je onderzoeksplan wijzigen. Voordeel daarvan is dat je vooraf niet alles kunt
overzien, waardoor flexibiliteit op een bepaald moment nodig blijkt te zijn. Nadeel is dat minder
controleerbaar bent, aangezien je verhaal achteraf aangepast wordt.
Kwantitatief onderzoek: vragen met een getalsmatig antwoord
- bijv. ‘wat is de gemiddelde score van kinderen uit achterstandsgezinnen op de CITO-toets?’
- statistiek is een middel om kwantitatieve vragen te kunnen beantwoorden
Kwalitatief onderzoek: vragen gericht op betekenis (en niet per se op hoeveelheid)
- bijv. ‘hoe kun je een kind het beste opvoeden gegeven situatie X?’
Overzicht verschillende soorten onderzoek:
http://www/etc.edu.cn/eet/articles/methodsofing/index.htm
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirteo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.